GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1991 - pagina 10

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1991 - pagina 10

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de natuurkunde is tijd verandering, veroorzaakt door toeval. Maar komt dat overeen met de menselijke ervaring?

De tijd loopt, maar nergens heen Op een kraamafdeling bewonderde ik onlangs de dochter van goede vrienden. Ze lag, nauwelijks vijf dagen oud, in een bak van plexiglas op wieltjes, naast haar moeder. Op je hurken kon je door het transparante plastic kijken en het gezichtje op herkenbare trekken bestuderen: een mooie dochter. Ze wekte daar in die terrariumbak de indruk van iets geheel nieuws, als een klok die plotseling in gang is gezet. De Berlijnse Muur was van voor haar tijd, wat haar, vergeleken met dat van ons, een eigenaardig perspectief op de geschiedenis moet geven. In mijn eigen voorstelling zijn gebeurtenissen die ik slechts uit overlevering ken altijd zwartwit gekleurd, zoals de schetsen waarmee de pers soms verslagen van rechtszaken illustreert. Denken aan de tijd voor mijn tijd maakt me ook dikwijls een beetje duizelig, want wat is tijd los van persoonlijke ervaring?

T

MARK MIERAS

ijd wordt in het algemeen tot de natuurkundige begrippen gerekend, maar ondanks een studie in dat vak zijn veel van mijn vragen onbeantwoord gebleven. Hooguit leerde ik bepaalde vragen niet te stellen, omdat ze niet zouden deugen. Begrippen als verleden, heden en toekomst, en de oorsprong van de tijd worden in de fysica eigenlijk niet verklaard. Zelf stel ik mij de tijd voor als de opeenvolging van zonnige vakanties in mijn jeugd, de ogenschijnlijk identieke kerstbomen, of de eindeloze herhaling van de saaie lesuren Frans en Duits. Daar waar mijn ervaring niet reikt, verplaats ik me in ouders en voorouders, in historische figuren, desnoods in oermensen en in eerdere schakels van het evolutieproces. Op die manier is de tijd een estafette van biologische klokken. Zo stel ik me hem voor en geef ik betekenis aan het begrip. Maar ergens houdt deze aanpak op. In de zanderige

woestenij die de aarde voor het ontstaan van het leven moet zijn geweest, strandt mijn voorstelhng. Tijd is daar ontdaan van iedere psychologische betekenis en resteert er slechts als abstract begrip. Nu waait het zand heen en dan waait het weer terug en er is niemand om daarbij de begrippen 'nu' en 'dan' uit elkaar te houden.

W

aarom loopt de tijd heen en niet terug? Het is niet eenvoudig in de natuurwetten een voorkeursrichting te ontdekken. Slechts van één natuurkracht bestaat het vermoeden dat deze een licht onderscheid tussen toekomst en verleden maakt. Dat is de. zogenaamde zwakke kracht, die niet voor niets zo heet: de invloed ervan is doorgaans nagenoeg nihil. Als je de tijd achteruit laat lopen, houd je feitelijk dezelfde fysica. (Het zal niemand opvallen als een film over een dorre woestijn achterstevoren wordt gedraaid.) Tijd houdt in de natuurkunde eigenlijk alleen verandering in, zonder enige bedoeling en dus zonder richting. Dat het met de kosmos toch nog iets geworden is, hebben we aan de 'wetmatigheden van het toeval' te danken. Een betere theorie dan deze heeft de wetenschap in ieder geval nooit voortgebracht. Dat de aarde werd gevormd was toeval. Dat chemische reacties er tot leven leidden ook. En in de evolutietheorie staan begrippen als mutatie en natuurlijke selectie opnieuw voor toeval. Systematisch toeval. Het resultaat van al die toevalligheid heeft echter veel weg van een doelbewuste schepping. En daar wringt hem nu precies de schoen van het fysische tijdsconcept. Natuurkundig gezien is tijd verandering plus toeval, en leven we als graankorrels op een trillende zeef: almaar in beweging, maar zonder doel. De natuurkundige tijd loopt, maar nergens heen. VU-MAGAZINE—JANUARI 1991

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1991

VU-Magazine | 500 Pagina's

VU Magazine 1991 - pagina 10

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1991

VU-Magazine | 500 Pagina's