GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1993 - pagina 297

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1993 - pagina 297

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

incidenten gaat, zo zou men de in wetenschapstheoretisch opzicht kennelijk slecht onderlegde professor wülen toeroepen, moet nu juist het object van grondig onderzoek zijn! Maar Van Kolfschooten laat het bij de simpele verwijzing naar het feit dat de op een tienduizendste procent na maximale betrouwbaarheid volgens Koshland net zo uit de lucht gegrepen is als de honderduizenden fraudegevallen uit het moeras van Broad en Wade, om tenslotte te concluderen dat op grond van zijn eigen gegevens de strijd tussen appelen ijsbergtheorie niet definitief kan v/orden beslist. Hoewel het niet in mijn bedoeling Ugt paniek te zaaien of, de hele bedrijfstak over één kam scherend, alle wetenschapsbeoefenaren verdacht te maken, zou ik toch een stap verder willen gaan dan Van Kolfschooten en, grotendeels op basis van door hem zelf aangedragen feiten, willen beargumenteren dat althans de m o gelijkheid tot het plegen van bedrog in de wetenschap groot, en het op structurele schaal gebruik maken daarvan, mede daardoor, waarschijnlijk is. Publish or perish Het meest directe argument voor die stelling, ontsnapte aan de loslippige mond van P.P.M. Jacobs die als chirurg in opleiding het artikel van een ander overschreef (uiteraard zonder diens toestemming), zijn eigen naam erboven zette, en het opstuurde naar het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde dat het vervolgens onverkort publiceerde. Geconfronteerd met zijn plagiaat verdedigde hij zich door te melden dat wat hij deed weliswaar niet door de beugel kon, maar toch usance was in de medische wereld, als gevolg, naar zijn zeggen, van de grote publikatiedruk. Die zware druk tot publiceren (het b e kende publish or perish) is in de w e tenschappelijke wereld inderdaad een feit en vormt dus tegelijkertijd een van de oorzaken om tot dit soort blijkbaar niet ongebruikelijke, maar ontoelaatbare handelingen over te gaan. Afgezien daarvan vormt de overvloed aan publikaties, waarvan het merendeel vaak ook nog ongelezen, en in elk geval ongeciteerd blijft, zo'n ondoordringbare rijstebrijberg, dat de controle op waarachtigheid,

eerlijkheid en betrouwbaarheid vrijwel onmogeHjk is geworden, hetgeen het toepassen van list en bedrog alleen nog maar waarschijnlijker, want gemakkelijker maakt. Erg gemakkelijk zelfs, zoals een hoogleraar psychologie Van Kolfschooten toevertrouwde, en dan met name wat betreft het verzinnen van onderzoeksgegevens. Deze professor wijst erop dat de begeleiding van aankomende wetenschappers onvoldoende is om fraude adequaat aan het Hcht te kunnen brengen, en dat een al te intensieve controle op dit punt bovendien een sfeer van wantrouwen zou scheppen, die niet bevorderlijk is voor een harmonieuze samenwerking op de wetenschappelijke werkvloer. Tegelijk legt deze psycholoog de vinger op nóg een zere plek: het gebrek namelijk aan aandacht tijdens de opleiding, voor ethisch-wetenschappeHjke problemen. Maar hij vraagt zich wel meteen af, of je met zoiets nog kunt aankomen m een tijd waarin het normbesef zodanig is teruggelopen, dat mensen de boel flessen zonder zich schuldig te voelen. Veel illusies maakt hij zich dan ook niet: "Ik denk dat studenten en wetenschappelijk medewerkers die onder de druk van presteren staan, daar soms niet tegen opgewassen zijn en ook niet brandschoon blijven." Hooghartig e n naïef Maar wat als argument voor de gedachte dat bedrog in de wetenschap structureel voorkomt, nog het sterkst naar voren treedt, is de soms aan hooghartigheid grenzende naïviteit van de wetenschapsbeoefenaren zelf. Het probleem wordt ronduit genegeerd. Gevallen van fraude zien ze niet, en willen ze ook niet zien. Want: 'ons soort mensen doet dat soort dingen niet'. En als ze, eenmaal met de neus op de feiten gedrukt, er echt niet meer omheen kunnen, wordt de wel zeer ruim vallende mantel der liefde uit de kast getrokken, en hult men zich tegenover de buitenwacht vervolgens bij voorkeur in de geheimzinnigheid van een verdoezelend en dus collaborerend zwijgen dat de woekering van misleiding en bedrog alleen maar stimuleert. Wie weigert de deur op het nachtslot te doen, lokt de wandaad zelf uit. De afwikkeling, inclusief het (eervolle!) ontslag, van de kwestie-

Stolk, alweer decennia geleden, geeft grotendeels eenzelfde beeld te zien als dat van de nasleep van de kwestie-Buck. De laatste kwestie gaf de vakgenoten slechts aanleiding tot het opstellen van een omgangsregeling van biomedici met (nota bene!) de media die, als brengers van het slechte nieuws, blijkbaar onvermijdelijk in dit soort situaties de schuld behoren te krijgen. In de tussenliggende jaren heeft men zich geen moment druk gemaakt over de vraag of het niet eens tijd werd frauduleus gedrag in eigen gelederen te inventariseren, en verder de pas af te snijden. In het Nederlandse academische zelfbeeld, concludeert Van Kolfschooten tot slot van zijn boek terecht, is geen plaats voor bedrog. En daarom lijkt het wat onlogisch dat de auteur in zijn 'aanbevelingen' het Deense model voor zo'n sanctie- en controlesysteem propageert, dat ruwweg lijkt op het bij ons bekende Medisch Tuchtcollege. Want dat systeem is toch ook weer primair gebaseerd op het eigen rechter spelen van een beroepsgroep die daarbij eerst en vooral de belangen van het eigen vak (inclusief een positief imago bij de buitenwereld) voor ogen heeft. Gezien de niet onaanzienlijke belangen die de samenleving (als geldschieter en afnemer) heeft bij het wel en wee in de wetenschap, zou daarbij een grotere rol voor onafhankelijke, externe observanten en controleurs - de immer verguisde beroepsgroep der kritische (wetenschaps)journalisten daarbij nadrukkelijk inbegrepen - weggelegd m o e ten zijn. Voor gewone mensen dus, aan wie, net als aan wetenschappers, niets menselijks vreemd is.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1993

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1993 - pagina 297

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1993

VU-Magazine | 484 Pagina's