GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1993 - pagina 129

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1993 - pagina 129

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

lend dat wanneer minderhedenonderzoekers aanbevelingen doen, ze bijna altijd de etnische scheidslijnen willen versterken. Dat gebeurt ook in een boek als 'Andere tijden, andere meiden'. De onderzoekers pleiten voor meer 'categorale' hulpverlening: hindostaanse meisjes zouden geholpen moeten worden in hindostaanse opvanghuizen waar voornamelijk hindostaanse hulpverleners werken. Zulke hulpverleners kennen de cultuur: ze weten hoe met de ouders om te springen en welke vrijheid het meisje in het opvanghuis kan •worden toegestaan. Deze gedachte miskent een fundamenteel menselijke eigenschap: het vermogen zich in andere mensen in te leven. Het is heel wel mogelijk zich te verplaatsen in iemand die opgegroeid is een volledig andere cultuur; mee te voelen met de pijn en angst die de ander doormaakt. Voor hulpverleners is dat inlevingsvermogen zelfs een essentiële beroepsvaardigheid. Wie zich niet in een ander kan verplaatsen, deugt niet voor zijn vak. Die moet de andere culturen nog maar eens beter bestuderen. Wie zou willen uitsluiten dat een Friese hulpverlener een Marokkaans meisje kan begrijpen, of dat een Hindostaanse hulpverlener zich kan inleven in de wereld van een weggelopen blanke Rotterdamse? O p politiek terrein komt Rienk Feddema met hetzelfde soort aanbevelingen: versterking van de etnische organisatievormen. Er moet vooral veel collectieve actie plaatsvinden, daar is de groepsemancipatie mee gediend. Eigen organisaties van migranten behoeven versterking, want alleen door middel van hardheid en vanuit een positie van kracht, kunnen migranten vooruit komen. Het standpunt van de essayist Anil Ramdas klinkt me sympathieker in de oren. In zijn boek 'De papegaai, de stier en de klimmende bougainviUea', toont hij weinig op te hebben met zulke migrantenorganisaties. Problemen als armoede, onderdrukking en discriminatie zijn algemene problemen, benadrukt hij. En het is misplaatst dat een organisatie daartegen alleen ten strijde trekken wil als leden van de eigen stam het slachtoffer worden. "Wie denkt in termen van stammen en volkeren is verdacht en verdient geen plaats in de moderne samenleving." Zeker, migrantenorganisaties zijn nuttig, vindt Ramdas, maar dan al-

leen als gezeUigheidsverenigingen. Een organisatie die alleen toegankelijk is voor Surinamers dient zich bezig te houden met het organiseren van voetbalwedstrijden en uitstapjes. Daar zijn ze geschikt voor. Het politieke werk valt niet binnen hun bevoegdheid.

Ghettovorming Ogenschijnlijk sluit Sawitri Saharso aan bij Ramdas' afwijzing van de etnische scheidslijnen. Maar bij haar komt er een andere scheidslijn voor in de plaats: die van Nederlanders versus buitenlanders. Zij neemt een vermenging waar van jongeren uit verschillende minderheidsgroepen en juicht dit toe. Er vindt nieuwe groepsvorming plaats v/aarin etnische identiteit van ondergeschikt belang is. Zij heeft het in navolging van de Britse socioloog Stuart Hall over een 'etniciteit van de marge'. Jongeren trekken naar elkaar toe omdat ze zich gediscrimineerd en uitgesloten voelen. Ze zijn allen tot buitenlander 'gemaakt'. Het racisme willen ze niet negeren maar met kracht bestrijden. O o k blanke, N e derlandse jongeren kunnen, mits ze het racisme maar krachtig genoeg veroordelen, deel uitmaken van zulke groepen. M e n zou deze groepsvorming als hoopgevende, inter-etnische solidariteit kunnen beschouwen. Maar ik geloof daar niet in. De ontluikende verbondenheid op grond van het gevoel allen buitenlander te zijn, komt voort uit een negatief gevoel; uit ressentiment en rancune. Het samenbindende gevoel berust op de aanname dat de Nederlandse samenleving doortrokken is van racisme en discriminatie. Het gevoel slachtoffer te zijn is echter maar zelden een goed uitgangspunt geweest om in de samenleving vooruit te komen. Wie zich onderdrukt voelt, zal weinig behoefte gevoelen zich in de wereld van de onderdrukker te manifesteren. De verbondenheid op grond van een gemeenschappelijk discriminatiegevoel, is voor Saharso een aanzet tot politiek bewustzijn. Inderdaad, maar is dit ook het juiste soort politiek bewustzijn? Het is heel gemakkelijk om de handen op elkaar te krijgen voor tolerantie en gelijkwaardigheid. Het kost politici weinig moeite om te verklaren hoe vreselijk racisme en discriminatie wel niet zijn. Zulke

verklaringen kosten weinig geld. Wat wel geld kost, is bijvoorbeeld een politiek onderwerp als stadsvernieuwing. En dezelfde politici die zich zo tegen racisme keren, zijn tegelijkertijd druk bezig met bezuinigingen diezelfde stadsvernieuwing de das om te doen, met als gevolg ghettovorming en verpaupering. En daarmee verslechtert de startpositie van allochtone jongeren waardoor ze al met een flinke achterstand aan de maatschappelijke slag om de betere banen beginnen. De afbraak van de stadsvernieuv/ing is mijns inziens een heel wat nijpender politiek probleem dan dat van het oplevend racisme. Aziz, die zich graag Antonio laat noemen, maakt zich sowieso weinig zorgen om racisme. Discriminatie en vooroordeel, dat is iets waar iedereen mee behept is, niet speciaal iets van blank tegen zwart. Hij kent zijn eigen milieu, weet hoe bekrompen daar gedacht wordt. Wat dat betreft maakt hij zich volstrekt geen illusies. Collectief verzet tegen discriminatie zegt hem niets. Van een begrip als 'etniciteit van de marge' zou hij alleen maar schrikken. Solidariteitsgevoelens zijn hem vreemd, hij voelt zich helemaal niet verbonden met andere buitenlanders. Hij past slecht in het ideaalbeeld van Sawitri Saharso. Voor Aziz is de Nederlandse samenleving een a-morele jungle waarin een oorlog van allen tegen allen wordt gevoerd. Hij heeft slechts één obsessie: maatschappehjk succesvol te zijn, zich een weg naar boven vechten en zich niet te laten weerhouden door negatieve ervaringen. Aziz is een carrièremaker. Een onverbeterUjke egoïst. Ik mag hem wel.

Lenie Brouwer, Bea Lalmahomed, Henna Josias - Andere tijden andere meiden: een onderzoek naar het weglopen van Marokkaanse, Turkse, Hindostaanse en Creoolse meisjes. Van Arkel, 1992, f 3 0 , Sawitri Saharso - J a n en alleman: etnische jeugd over etnische identiteit, discriminatie en vriendschap. Van Arkel, 1992, f 3 5 , Rienk Feddema - Op weg tussen hoop en vrees: de levensoriëntatie van jonge Turken en Marokkanen in Nederland. Van Arkel, 1992, f39,90. Anil Ramdas - De papegaai, de stier en de klimmende bougainvillea. De Bezige Bij,

v u MAGAZINE M A A R T 1993

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1993

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1993 - pagina 129

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1993

VU-Magazine | 484 Pagina's