GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1993 - pagina 184

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1993 - pagina 184

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Prof.dr. B.G. Deelman: "Van een geheugencursus leer je meer dan van een quiz op de televisie."

ben. De verschillen binnen een groep van jongeren of binnen een groep van ouderen zijn veel indrukwekkender dan het verschil tussen de groepsgemiddelden. "Er doet onder gerontologen een grapje de ronde dat het eigenlijk heel goed is om sombere hypothesen over de invloed van ouder worden op het geheugen te hebben. Als je nou maar steeds roept: 'tjonge, naarmate je ouder wordt gaat alles steeds slechter', dan zijn er twee mogelijkheden. Of je krijgt wetenschappelijk gelijk en dan kun je je daarover verheugen. Of je had ongelijk en dan kun je persoonlijk blij zijn dat het allemaal geweldig meevalt. Je zit altijd goed. Van die negatieve gedachte ben ik zo langzamerhand afgestapt, omdat daardoor vooroordelen voortbestaan. Natuurlijk gebeuren er op hogere leeftijd een aantal onaangenamere dingen, dat moetje niet ontkennen. O o k op het gebied van het geheugen. Net zoals het lichaam niet meer zo hard mee wil als je op je zeventigste een sprintje wilt trekken, zo kan ook het geheugen zijn werk minder snel doen. Maar ik bestrijd dat ouderdom hoe dan ook leidt tot geheugenverlies". Toegegeven, ouderen scoren bij laboratoriumproeven en geheugentests inderdaad slechter dan jongeren, weet de Groningse hoogleraar. Het reproduceren van een rijtje van vijftien woorden of het noemen van exemplaren uit één categorie - bijvoorbeeld dieren - gaat hen slechter af dan de onderzochte jongeren. Ouderen blijken minder goed en snel dan jongeren nieuwe informatie te kunnen aanleren en opgeslagen informatie te kunnen opdiepen. Dit betekent volgens Deelman echter niet dat ouderen ook een gebrekkiger functionerend geheugen hebben dan jongeren. "Het is intellectualistisch om alleen op deze manier naar het geheugen te kijken. Het onbewuste geheugen is in het dagelijks leven vele malen b e langrijker dan het vermogen om op gecontroleerde wijze informatie tot je te nemen," benadrukt hij. Dit onbewuste, ook wel impliciet genoemde, geheugen maakt het mogelijk datgene wat de mens niet bewust in zijn hersencellen heeft weggestopt, toch te herkennen als deze informatie in een andere context weer wordt aangeboden. Een proef die het bestaan van dit geheugen aantoont, is het priming-experiment. v u MAGAZINE MEI 1993

Daarbij wordt een lijst met woorden gepresenteerd als een gewone leesproef zonder intentie tot onthouden. Deelman: "Een hele fraaie objectieve methode om iets w a t j e zelf ontgaat toch te onderzoeken. Dagen of zelfs weken later stop je heel geniepig wat van die oude woorden in je nieuwe procedure, en dan zie je dat veel woorden zijn blijven hangen. In dit soort proeven doen ouderen het niet slechter dan jongeren. Met het impliciete geheugen is niets loos."

Missers Deelman was zeer verrast toen hij de resultaten van een ander onderzoek ontdekte. Ouderen hadden in dat onderzoek zelf moeten aangeven via vragenlijsten, dagboeken en interviews - hoeveel en welke geheugenmissers zij maken en hoeveel hinder zij hiervan ondervinden. Ouderen blijken niet vaker, soms zelf minder vaak, gebukt te gaan onder geheugenklachten dan jongeren. Er is één uitzondering: ouderen kunnen moeihjker op namen van personen of voorwerpen komen. Wanneer ouderen wordt gevraagd het huidige functioneren van het geheugen te vergelijken met dat van

vroeger, klinkt het antwoord echter unaniem somber: "het gaat nu -^eel slechter". Een merkwaardige tegenstrijdigheid. Deelman weet ook niet hoe deze verschillende oordelen met elkaar te rijmen zijn. Deelman erkent dat subjectieve oordelen geen getrouwe afspiegeling van de werkelijkheid zijn, maar dat pretenderen ze ook niet te zijn. Die oordelen zijn onderhevig aan allerlei vertekeningen. Vragen naar hoe het geheugen in de eigen beleving van de onderzochte persoon functioneert heeft zijn beperkingen: naarmate het geheugen slechter werkt, zal iemand ook eerder vergeten wat hij of zij vergeten is. Dat is de paradox van het geheugen. Bovendien leggen veel mensen een ietwat misplaatst superioriteitsgevoel aan de dag. De meeste mensen zijn geneigd te denken dat ze een beter geheugen hebben dan hun leeftijdsgenoten. En dat, zegt Deelman, kan gemiddeld natuurlijk nooit kloppen. Welk nut heeft het onderzoek naar de beleving van geheugenklachten door ouderen dan? Deelman: "Ik denk dat het nodig is om er ook achter te komen hoe mensen hun geheugenproblemen ervaren. Als we zulk onderzoek achterwege laten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1993

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1993 - pagina 184

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1993

VU-Magazine | 484 Pagina's