GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1993 - pagina 169

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1993 - pagina 169

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

R

H A

schnabbelende student in de andragogie. Ik weet niet precies wat dit is en in de universitaire wandelgangen wordt gefluisterd dat niemand het eigenlijk precies •weet, maar verscheidene jongeren studeren het." Bij Hugo Claus wordt gerept van "een spichtig meisje met vlechten en een slecht gebit, een andragoge, wat dit ook mocht zijn." En in een van de boeken van Hermans wordt een eredoctor in de andragologie ten tonele gevoerd, voor wie "het begeleiden van maatschappelijke verschijnselen" tot haar belangrijkste dagelijkse werkzaamheden behoort. Andragologie is de wetenschap van het welzijnswerk. Het vak heeft een kort, maar tameHjk hevig bestaan gekend. In 1966 werd aan de U n i versiteit van Amsterdam als eerste universiteit van het land de studie der andragogische wetenschappen in het leven geroepen. Diverse andere universiteiten volgden snel. Een kleine twintig jaar later bestond het vak niet meer. Bijna het hele bestaan door is het vak verscheurd door een feUe richtingenstrijd. Onophoudelijk werd gediscussieerd over de verhouding tussen wetenschap en samenleving en over de grondslagen van het vak. N u is filosofische bezinning ongetwijfeld iets moois. Een vak waarin het eigen bestaansrecht nooit ter discussie wordt gesteld, en waarin nooit een moment van twijfel rijst, heeft iets steriels. Maar het is ook mogehjk door te slaan naar de andere kant. Wie alleen maar op een fundamenteel niveau wenst te discussiëren, komt niet meer aan praktische arbeid toe. Dan is er sprake van een impasse. En in die situatie heeft de andragologie bijna haar hele bestaan vertoefd. Verschillende theorieën en methodologieën maakten opgang. Maar het ging hier niet om een vredig naast elkaar bestaan van v/etenschappelijke aanzetten; geen authentiek pluralisme maar een harde strijd om de macht. Als er al vrede was, dan vooral een tot de tanden bewapende vrede. Met name progressieve jongeren liepen te hoop tegen de traditionele pretenties van de andragologie. Ze waren op de studie afgekomen vanwege het vooruitstrevende imago van het vak. Er werd een taalgebruik gebezigd dat hen aansprak.

A

Uitdrukkingen als 'verandering' en 'sociaal handelen' behoorden tot de andragologische trefwoorden. Dat sloot aan bij het moderne, activistische levensgevoel: je door niemand de wet laten voorschrijven maar het lot in eigen hand nemen. Maar men had het niet over hetzelfde. De verandering v/aamaar de andragologie verwees, had een hele specifieke betekenis, geen revolutie maar een planned change, zoals dat in Amerika genoemd werd. Die stroming van de planned change was na de Tweede Wereldoorlog opgekomen. De oorzaak was de toegenomen sociale mobihteit; niet langer was het vanzelfsprekend dat de zoon in de voetsporen van de vader zou treden. Hij kon in een heel ander beroep en milieu terecht komen. Die overgang is niet altijd gemakkelijk. Daarnaast moeten bedrijven inspelen op de eisen van de markt. Er bestaan geen vaste takenpakketten meer, elke werknemer dient flexibel te zijn en mee te gaan met de veranderende eisen van de markt. De w e tenschap van het welzijnswerk diende die veranderingsprocessen te bestuderen en te begeleiden. Opdat verandering niet leidt tot ontworteling. De progressieve studenten waren teleurgesteld. De verandering waar de andragologie voor stond, was in hun ogen helemaal geen verandering. Aanpassing, dat was het juiste woord. De belangen van het bedrijfsleven stonden centraal, de werknemers hadden zich daarnaar te voegen. De verandering had als doel de bestaande orde intact te laten. Als reactie op die ontgoocheling ontstonden verschillende vormen van kritische, emancipatorische andragologie. Het meest markant was de marxistische andragologie met de theorie van het 'dubbelkarakter' van het welzijnswerk. Het welzijnswerk en de sociale voorzieningen, luidde de theorie, waren in het leven geroepen om het bestaan van het kapitalisme te rekken. Zonder een goede gezondheidszorg kan immers ook het bedrijfsleven niet goed functioneren. Welzijnswerk draagt dus bij aan de instandhouding van het systeem. Heel verwerpelijk dus. Maar aan de andere kant zijn het welzijnswerk en de sociale voorzieningen ook weer verworvenheden van de

L

D

arbeidersklasse die met hand en tand verdedigd moeten worden. Volgens de filosoof Han5 Achterhuis heeft die theorie van het 'dubbelkarakter' uiterst gunstig gefunctioneerd voor grote groepen hnkse welzijnswerkers. Ze konden radicale kritiek uitoefenen op hun eigen werkterrein, zonder daaruit de consequentie te hoeven trekken: sociale en culturele arbeid voUedig afwijzen en het eigen beroep opgeven. Achterhuis leverde in zijn bekende boek 'De markt van welzijn en geluk' vernietigende kritiek op het welzijnswerk en zijn theoretici. Men zegt weHswaar emancipatie na te streven, maar feitelijk gebeurt het omgekeerde. De hulpverleners creëren hun eigen doelgroepen. M e n sen raken verslaafd aan het welzijnswerk en de afhankelijkheid van de deskundigen neemt alleen maar toe. Niet de mondigheid maar de onmondigheid wordt vergroot. Die kritiek viel bij politici en beleidmakers in goede aarde. Betaalde hulp is nergens goed voor, laat familieleden maar wat vaker naar elkaar omkijken, klonk het uit vele kelen. Het onderling hulpbetoon moest gestimuleerd. Kortom, bezuiniging op welzijnswerk was iets prachtigs. Met minder geld meer kwahteit. O p weg naar de zorgzame samenleving. In het verlengde van de bezuinigingen op het welzijnswerk sneuvelde de andragologie. Het slachtoffer was weerloos. Het vak leek een bevlieging van de 'softe' jaren zeventig. In de media werden verhalen over navelstaarderige scripties inzake het ontstaan van een 'potteus bewustzijn', breed uitgemeten. In de jaren tachtig werd het hulpverlenersjargon alleen nog op ironische wijze gebezigd. Welzijnswerker en andragoloog, zij waren hilarische, lachwekkende figuren geworden. Andragologie stond overduidelijk onderaan op de ladder van gerespecteerde wetenschappen. En in bezuinigingsnood werd het vak helemaal van de ladder afgeschopt. Hoger gerangschikte wetenschappen probeerden zo hun eigen hachje te redden. D e andragologie werd geofferd, een offer dat het voortbestaan van andere levens moest garanderen.

v u MAGAZINE APRIL 1993

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1993

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1993 - pagina 169

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1993

VU-Magazine | 484 Pagina's