GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1994 - pagina 213

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1994 - pagina 213

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

fonie had teruggetrokken omdat hij vreesde dat de in zijn ogen "pessimistische strekking" ervan, hem in grote politieke problemen zou kunnen brengen, werd zo'n beetje Stalins hofcomponist; een positie die hij twee symfonieën later weer verspeelde door zijn negende niet aan Stalin op te dragen, en niet minstens zo triomfantelijk en monumentaal te maken als de negende van Ludwig von Beethoven. De waarheid rond Shostakovitch' eigen bedoelingen met 'de Leningrad', zijn geruchtmakende zevende symfonie, zou pas in '79 - vier jaar na de dood van de componist - aan het licht komen. Toen zijn memoires (opgeschreven door S. Volkov in 'Testimony', 1979) openbaar werden bleek, dat de politieke boodschap een heel andere was dan Stalin, de sovjets en de geallieerden al die tijd gedacht hadden. De zevende was niet m, maar ver vóór de oorlog gepland. En de symfonie was wel als "Requiem voor Leningrad" bedoeld, aldus de componist, "maar niet het Leningrad onder Duitse bezettmg, maar het Leningrad dat voordien al door Stalin verwoest

was; een karwei dat Hitler alleen maar hoefde af te maken." Een groteske geschiedenis die de vraag doet rijzen wie hier de bedrieger was, en wie de bedrogene. Was het werkelijk Stalin die hier bij de neus genomen was? Of toch de componist die de boodschap van het werk faliekant verkeerd begrepen zag? Shostakovitch is niettemin lang blijven vasthouden aan de zijns inziens programmatisch-inhoudelijke mogelijkheden van muziek. "Angst voor een almaar uitgestelde executie is het thema van vrijwel al mijn composities", zei hij later, in dezelfde memoires, over die boodschap. "Je moet wel volstrekt doof zijn om dat niet te horen. (...) Ik ben er echter pas recentelijk van overtuigd geraakt dat woorden efficiënter zijn dan muziek. Helaas, het zij zo."

Brüder Muziek heeft magische macht over de luisteraar die daarvoor gevoelig is; dat staat buiten kijf. Met de 'Altrapsodie' vAii Johannes Brahms schijnt men m sommige psychiatrische klinieken neurotische aanvallen te kun-

nen onderdrukken; Vivaldi's 'Vier Jaargetijden' stelt patiënten bij de tandarts op hun gemak. Muziek kan militant, triomfantelijk of vreedzaam klinken, gejaagd, droefgeestig dan wel opgewekt; muziek kan de luisteraar ontroeren, opstandig maken of tot dansen bewegen. Maar de gemoedstoestanden die de muziek bij luisteraars kan oproepen, zijn - hoewel cultureel bepaald - redelijk universeel. De uitwerking van muziek is, juist wanneer deze strijdbaar of heroïsch bedoeld is, in principe voor alle partijen geldig en bruikbaar; zij houdt zich aan ideologie noch grens, en is dus niet voorbehouden aan één enkele politieke groepering of natie. Sterker nog: welke stemming een bepaald muziekstuk zal oproepen, is vaak weer afhankelijk van de gemoedstoestand waarin de luisteraar op dat moment verkeert. Juist de principiële universaliteit, veelzijdigheid en dubbelzinnigheid maken muziek volstrekt onbruikbaar om als drager van politieke gedachten te kunnen dienen. Alle Menschen werden géén Brüder na het horen van Beethovens negende symfonie (zélfs niet als ze luisteren naar de door Schiller geschreven tekst van het slotkoor). Dat mogen we na meer dan honderdvijftig jaar misbruik van dit werk toch wel met enige zekerheid constateren. Nieuw is deze slotconclusie uiteraard niet. Want al in 1935 - het was naar aanleiding van politiek geharrewar rond een muziekstuk van Paul Hindemith tussen de nazi's en de Duitse dirigent Wilhelm Furtwangler - verwoordde de Nederlandse componist en muziektheoreticus Marius Flothuis deze zelfde gedachte. Extremistische politieke ideeën van welke aard ook, kunnen nooit invloed hebben op de inhoud van absolute muziek, schreef hij. Alleen al de gedachte aan "communistische fuga's" of "fascistische vioolsonates" is ronduit bespottelijk. De nazi's konden dit simpele feit niet begrijpen, Shostakovitch wilde het niet begrijpen. En nog altijd denkt de grote massa - waaronder muziekkenners èn -leken - meer te horen dan er in werkelijkheid te beluisteren valt. Dan had die ene muziekrecensent het beter begrepen, toen hij, daags na het allereerste na-oorlogse optreden van een 'gezuiverd' C o n certgebouworkest verzuchtte: " G e lukkig hoeft de muziek zélve niet gezuiverd te worden."

35

v u MAGAZINE MEI 1994

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1994

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1994 - pagina 213

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1994

VU-Magazine | 484 Pagina's