VU Magazine 1994 - pagina 417

Gert-Jan Theunisse was ooit een Nederlands idool. Na geschorst te zijn geweest wegens doping nam hij zich voor een ijzersterke come-back te maken. Hij maakte meer trainingsuren dan ooit. Met zijn lange wapperende manen joeg hij dag in dag uit door het vlakke Hollandse landschap. Met als resultaat dat hij bij de eerste de beste bergbeklimming er steevast wordt afgereden. Theunisse weet niet wat iedere inspanningsfysioloog en iedere Italiaanse wielrenner weet: dat meer trainen niet altijd ook beter trainen betekent.

•iHiii^^^^^

Nivellering

Wat is de precieze betekenis van de wetenschap voor de sport? Kunnen kampioenen als het ware in het laboratorium gekweekt worden? Nee, zegt dr. ir. G.J. van Ingen. Schenau, hoogleraar in de biomechanica aan de faculteit bewegingswetenschappen van de Vrije Universiteit in Amsterdam. De betekenis van wetenschap voor sport is volgens hem tamelijk marginaal. Zelf houdt Van Ingen Schenau zich bezig met onderzoek naar schaatsers. Maar al te hoge verwachtingen dient men in de sportwereld van het onderzoek niet te verwachten, vindt hijzelf. Een aantal jaren heeft hij de jong-oranjeploeg van het schaatsen onderzocht, maar het onderzoek

valt. Het blijkt niet zo te zijn dat degene met het grootste uithoudingsvermogen ook de beste prestatie levert. Het is nauv/elijks te voorspellen wie wèl een wereldtopper wordt en w e niet. "De kennis van de coach is belangrijker dan de kennis van de wetenschapper. Een coach werkt op basis van een uitgebreide ervaring. Het is als met het stellen van een medische diagnose. Die haal je niet uit een boek. Je hebt welis'waar basiskennis nodig om als arts te kunnen functioneren, maar het stellen van een diagnose is sterk afhankelijk van inzichten die niet rationeel te verwoorden zijn. Als een patiënt binnenkomt heeft een neuroloog vaak al meteen een diagnose in het hoofd. Vervolgens kijkt hij of de syn:iptomen daarbij passen. Die •werkwijze hanteert een coach ook en die is veel meer waard dan de kennis van alle wetenschappers bij elkaar. Het eigenaardige is dat de top zelf zeer geïnteresseerd is in wat wij als •wetenschappers doen. Een paar jaar geleden hebben alle drie de kernploegtramers in het schaatsen een keer bij mij aan tafel gezeten. "Een paar goede •winters betekenen ook veel meer voor de schaatssport dan wetenschappelijk onderzoek. Na een paar van zulke winters zie je het aanbod van talent aanzienlijk stijgen. Ik denk dat wat bepalend is voor een top-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen