VU Magazine 1994 - pagina 218

DE U I T S P R A A K kom.,

niet I ^ ! , ' ' ' ! ? ^ ' ^ ^ ^ vvaa.

r^T'

•^^'"d date. v e " : ^ ' ^ ^ maatje bier

V w j .

•"^°^^^---^.

• ' • l«ot. z.n.)

'^'"ankgebruikt , ? ï

''°"'^'"e Moor

.

^e« brakke ka^^: ' " ''««^hte s t a ^ f , ^ ' ' ' * ' ' " • • een avond ml?'" ^ "^- fHagi e e n T ''^''^efen; '"^^en; groot-

Het student

40 / o I/IAGAZINE M £ i 19 9 4

Wat er ook verandert m het studentenleven, niet de neigmg om tot in het holle van de nacht samen te klonteren in schaars verlichte, rokerige en luidruchtige lokaliteiten. Men kan zich verwonderd afvragen hoe het student anno 1994 - beklemd tussen tempobeurs en tweefasen-structuur - daarvoor nog tijd weet vrij te maken. Maar merkwaardiger is nog, dat er eigenlijk helemaal niets verandert in het besloten wereldje dat een absolute isolatie lijkt te vinden tussen de muren van collegezaal, bibliotheek, studentenhuis en sociëteit. Die laatste plek is van dat kwartet nog de meest studentikoze. Want daar wordt het ons kent ons met bier en bloed bezegeld. Daar wordt om diezelfde reden een volstrekt eigen taal gebezigd die een onbevoegde - zo deze al zou kunnen en willen aanschuiven - voor eens en voor altijd buitensluit. Aan de moeilijkheidsgraad van de gespreksthema's die studenten onder elkaar aanroeren in de soos, kan het namelijk niet liggen. Die zijn uiterst triviaal en beperken zich vanouds tot seks en drank. Dat was al zo toen, honderdvijftig jaar geleden, Johannes Kneppelhout, alias Klikspaan, zijn 'Studententypen' concipieerde. Het blijkt na vluchtig doorbladeren van 'Het Eerste Nederlandse Studenten Woordenboek' (Novella, 1991) nog steeds zo. Als het gespreksonderwerp in de studentensociëteit ook zonder enige vooropleiding te volgen is, dan ontstaat al snel de noodzaak om een eigen dieventaal te creëren en het idi-

Door D. Prinsen oom voortdurend uit te breiden door, vanuit een schier onuitputtelijke spitsvondigheid, steeds weer nieuwe woorden en uitdrukkingen aan te dragen. En dan vooral voor wat al sinds de prehistorie de mens het allermeest heeft beziggehouden: hoe zo snel mogelijk in een aangename roes te geraken en zo vaak en zo gevarieerd mogelijk de geslachtsdaad te plegen; bij voorkeur een combinatie van die twee. Geen wonder dus dat veel van de circa duizend lemma's m dit studenten-woordenboek, verwijzen naar drank (honderd synoniemen) en seks (bij elkaar zo'n zeventig). Het 'aftanken' (Rotterdams studentikoos voor onmatig drankgebruik) en 'bijtanken' (algemeen students voor de bijslaap) zijn zo bezien zeer nauw verwant. En soms kan men uit de naamgeving al de aard van de studie afleiden. Wie als mannelijk student personen van het vrouwelijk geslacht aanduidt met 'apparaten' en 'daken', moet wel een technische studie volgen (en jawel: de termen blijken slechts in zwang bij Delftse TU-ers). Belangwekkender dan de wijze waarop men elkaar m het vinden van de vunzigste nieuwvormen tracht te overtreffen, zijn de verschillen tussen de benamingen waarmee men elkaar vanuit de diverse universiteitssteden onderling bestookt. Uiteraard heet elke student die in een andere dan de eigen uni-

versiteitsstad studeert, een 'buitenlander'. En voorspelbaar is bovendien dat een 'boer Harms' student is aan de 'boerenschool' (de Landbouwuniversiteit Wageningen dus). 'Brabo's' studeren vanzelfsprekend in Tilburg, alwaar ook wel 'limbo's' de colleges volgen, die echter zo vaak alleen maar van dinsdag tot en met donderdag aanwezig zijn, dat ze tevens 'dido's' worden genoemd. Die hadden dus beter in 'Limbabwe' (Maastricht) kunnen gaan studeren. Soms is de situatie meer in evenwicht, en mondt de haat/liefdeverhouding uit in wederzijds gebezigde, volstrekt identieke aanduidingen. Zo doelt een Leids student met 'achter Woerden' op het universitaire gebeuren te Utrecht, terwijl men in de provinciehoofdstad van die naam met dezelfde term juist de Leidse civitas academia aanduidt. De voorbeelden bewijzen eens te meer dat inteelt-taal, met of zonder turbo, uitsluitend voor gebruik in eigen kring bestemd is. In die zin is dit studenten-woordenboek strikt genomen overbodig (de interuniversitaire communicatie zal er niet door bevorderd worden), en hooguit goed voor een enkele glim- of schaterlach. Of voor een pretentieloze column natuurlijk.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen