GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1994 - pagina 123

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1994 - pagina 123

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

aan toe. Sorry dat ik het zo zeg, maar menselijke gevoelens zijn belangrijk. Niet eens zozeer de seks, al komt dat er natuurlijk ook bij, maar vooral de genegenheid; dat ze een keertje kan uithuilen zonder die bewaarders erbij."

Dode tijd

32

kregen, acht jaar. Dat is een eind hoor! Kon ik maar ouden van dagen luchten of invalide mensen ergens naar toe brengen met hun rolstoel, dan kon ik me nuttig maken. Ik word in een kooitje opgesloten. Ze kortwieken je. "Wat ik gedaan heb vind ik verschrikkelijk. Weetje wat ik rustig tegen je durf te zeggen? Ik kan bijzonder goed tekenen. Stel dat de man terug zou kunnen komen - want de man is dood - in ruil voor mijn arm, waarmee ik teken, waarmee ik auto

v u MAGAZINE MAART 1994

rijd, waarmee ik alles doe, dan zou ik die arm er onmiddellijk af laten halen. Toen ik voor de rechtbank kwam brak ik constant in tweeën. Ik kon het niet verwerken, kon niet uit mijn woorden komen, moest steeds janken. Waarom willen ze me met de grond gelijk maken? Ik ben een mens van vlees en bloed, al ben ik dan zogenaamd een crimineel. Als iemand mij bezeert doet dat pijn, net zoals het jou pijn doet wanneer iemand je bezeert." "Er wordt niets voor je gedaan in de

gevangenis. Ik probeer er goed door te komen, mezelf in de hand te houden. Ik heb nog nooit narigheid of ruzie gehad. Daar staat niets tegenover." De man herhaalt een paar keer dat hij niet wordt geholpen in de gevangenis. Daarmee bedoelt hij - legt hij desgevraagd uit - dat hij vindt dat hij meer gelegenheid zou moeten krijgen om het contact met de buitenwereld vast te houden. Hij wil werken en hij wil zijn vriendin en zijn ouders vaker kunnen zien.

"Mijn vriendin komt ieder bezoekuur. Zij trekt mij er doorheen en ik haar. Ik moet er niet aan denken, hier zitten en haar kwijtraken, zo machteloos zijn en dan iemand verliezen van wie je zielsveel houdt. Dan draai je door en kom je als een zombie uit de gevangenis. Veel j o n gens raken hier hun vriendin kwijt. Die jongens heb ik agressief zien worden. " O m op het goede pad te blijven moet ik de band met mijn mensen buiten sterk kunnen houden. Wie je

lief hebt, moetje bij je kunnen houden. Dat is je leven, daar doe je het voor. Daar doe ik het voor. Als ik haar niet had en mijn ouders zou ik nonchalanter worden." Deze man ging in hoger beroep en zit daarom al drie jaar in een huis van bewaring. Een bewaarder legde me voor het interview uit: "Het verschil tussen een huis van bewaring en een gevangenis is de wipkamer." De gedetineerde: "Ik ben nooit alleen met mijn vriendin. Dat mag pas in de gevangenis en daar ben ik echt

Een andere stem in het koor van wetenschappers dat waarschuwt tegen de heilloze \veg die we inslaan mict het bouwen van al die nieuwe gevangenissen, is die van de scheidende hoogleraar forensische psychiatrie (een tak van de psychiatrie die zich bezighoudt met strafrecht) van de Vrije Universiteit, N. W. de Smit. Hij noemt de tijd die een gedetineerde doorbrengt in een cel "dode tijd". Hij wil, net als Tulkens, de tijd die iemand vastzit benutten om iemand beter te maken, maar daarbij denkt hij minder dan Tulkens aan nuttig werk, maar meer aan steun van psychiaters, psychologen en maatschappelijk werkers. In de visie van De Smit zijn criminelen meer ziek dan stout, ze zijn - heel even of langere tijd - ontoerekeningsvatbaar. Die ontoerekeningsvatbaarheid zit vaak minder in de persoon zelf dan in de levensomstandigheden waarin die persoon is beland, volgens de psychiater. Hij wijst erop dat meer psychiatrische hulp voor delinquenten nu meer dan ooit de aangewezen weg is, omdat de gevangenissen in toenemende mate bevolkt worden door geestelijk gestoorden en drugverslaafden. Veertig procent van de gevangenen is drugverslaafd. De o m gang met psychisch gestoorden en drugverslaafden is voor de traditionele gevangenisbewaarder een bijna onmogelijke opgave, zeker als die gedetineerde ook nog geen woord Nederlands spreekt. Het is crisis in de gevangenis, zegt De Smit: ontsnappingen, gijzelingen, hongerstakingen, zelfmoordpogingen, gedetineerden die door het lint gaan of zichzelf verwonden. Het verhaal van de tweede gedetineerde die ik spreek in de Haarlemse koepelgevangenis maakt duidelijk hoe zo'n explosieve sfeer ontstaat. De man ziet er triest en verbitterd uit, maar vertelt zonder enige aarzeling of hapering zijn verhaal. "Er zijn een paar bewaarders die het goed bedoelen en die je op een menselijke manier bejegenen, maar het gros ziet

33 v u MAGAZINE MAART 199-1

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1994

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1994 - pagina 123

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1994

VU-Magazine | 484 Pagina's