GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1994 - pagina 301

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1994 - pagina 301

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

schappelijke zorgen ook, onbekommerd overgeven aan de ontwikkeling van zijn talent, in alle Einsamkeit und Freiheit. Aan met name deze laatste typering is de latere kwalificatie ontleend als zouden de naar het voorbeeld van Von Humboldt gemodelleerde universiteiten 'ivoren torens' zijn; een kwalificatie die in de jaren zestig van onze eeuw een sterk negatieve klank zou gaan krijgen. Wat eerst als een garantie voor academische vrijheid en wetenschappelijke onafhankelijkheid hogelijk geprezen was, werd plotseling verworpen als een weltfremd en dus onduldbaar gebrek aan maatschappelijke betrokkenheid in een tijdperk waarin alles en iedereen - en dus ook de wetenschap - dienstbaar diende te zijn aan het linkse ideaal van de grote progressieve omwenteling. Dialoog ) ) ; i i ; :

Van zo'n revolutie is het uiteindelijk niet gekomen. Maar wel lijkt de universiteit er sinds de jaren zestig alles aan gedaan te hebben om van haar ivoren-toren-imago af te raken. Het afstandelijke, elitaire bolwerk heeft zich bijvoorbeeld ingelaten met rappe reclame-yuppen die het wetenschappelijk onderwijs tegenwoordig

christelijk wetenschappelijk onderwijs in het kader van een nieuwe 'dialoog' tussen universiteit en samenleving, nagenoeg uitsluitend betrekking had op het universitaire onderwijs, en niet of nauwelijks op het wetenschappelijke onderzoek dat toch ook tussen de muren van de universiteit plaatsvindt. 'De waarde van de universiteit' was het onderwerp dat ter discussie stond. O o k de vraag naar de geldigheid in deze tijd van het Von-Humboldt-ideaal kwam tijdens dit symposium van deskundigen uiteraard ter sprake. In het beantwoorden van die vraag stonden de deelnemers aan de discussie soms echter lijnrecht tegenover elkaar. Zoals in de twee referaten waarvan hieronder enkele letterlijke fragmenten zijn weergegeven. Het eerste tekstfragment is van drs H.J. Brinkman, voorzitter van het College van Bestuur van de Vrije Universiteit. Het tweede is van de hand VSLÏÏ prof.dr A. Labrie, hoogleraar Maatschappij- en cultuurgeschiedenis aan de Rijksuniversiteit Limburg. Geist "Studenten willen graag zoveel mogelijk halen, en gelijk hebben ze. De overheid wil graag zo weinig mogelijk betalen, en gelijk hebben de

een lijk in de kast

i_i^_i_^^^__

vooral aanprijzen op basis van een direct te gelde te maken nut voor zowel de afzonderlijke student als voor de samenleving als geheel. En zo lijkt het maatschappelijk belang dat universitair onderwijs ontegenzeggelijk ook heeft, het te hebben gewonnen van belangen die aanmerkelijk ongrijpbaarder zijn, omdat ze in de sfeer van de waardenoverdracht en het conserveren van cultureel erfgoed gezocht moeten worden. De universiteit, zeggen de kritici, is onder invloed van bezuinigingsmaatregelen en andere uitingen van overheidsbemoeienis verworden tot een instelling waar beroepsopleidingen genoten worden, en allang niet meer het instituut waar de getalenteerde jeugd, ook zonder direct aantoonbaar economisch of maatschappelijk nut, zich gewillig en langdurig tot aanstaande beoefenaar der wetenschap laat vormen en kneden. O m maar niet te spreken van de eenheid van onderwijs en onderzoek die Von Humboldt toch zo vurig propageerde. Die lijkt volledig uit het zicht geraakt sinds het wetenschappelijk personeel werd opgesplitst m min of meer briljante onderzoekers en een categorie van in dat opzicht kennelijk minder begaafde 'lesboeren'. Het is in het verlengde hiervan dan ook nauwelijks verwonderlijk dat het debat, op 25 mei j.l. georganiseerd door de Vereniging voor

belastingbetalers. De universiteiten zitten klem tussen beide." Dat was bestuurder Brinkmans meest beknopte analyse van de universitaire problematiek. Zelfregulering door studenten die niet aUeen de aard en de plaats, maar in de toekomst ook de lengte van hun studie zelf zouden moeten bepalen, en meer differentiatie in de onderwijsprogramma's met een daaraan gekoppelde verhoging van het collegegeld, zouden zijns inziens soelaas kunnen bieden. Afgezien van dat financiële aspect, lijken zelfregulering en differentiatie nog wel te passen in het academische vrijheidsideaal van Von H u m boldt. Maar Brinkman gaf in het vervolg van zijn betoog duidelijk aan, dat hij voor de levenskansen van dat universiteitsmodel eigenlijk geen cent meer gaf. Brinkman: "De zogenaamde Von-Humboldtuniversiteit berust op een joint venture van hoge ambtenaren op het ministerie, die bekostiging en organisatie verzorgen, en hoogleraren, die voor het leven benoemd zijn en eigen baas zijn binnen hun leeropdracht. Vanwege de vrijheid der hoogleraren is er vrijheid van de studenten, die dan ook zeer ongestructureerd studeren en daar lang over doen. Studenten zijn - volgens de Verlichtingstraditie - kinderen en opvolgers van de maatschappelijke elite, bestemd voor be-

35 v u MAGAZINE JULI/AUG 1994

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1994

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1994 - pagina 301

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1994

VU-Magazine | 484 Pagina's