GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1994 - pagina 184

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1994 - pagina 184

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dr. Richard Strom: "Het verschijnsel is vergelijkbaar met wat er in de aardse atmosfeer gebeurt tijdens de ontploffing van een atoombom."

massa er na een zeker aantal jaren uitziet."

Onderhoudsbeurt Binnen de sterrenkunde neemt de radio-astronomie een bijzondere plaats in. Het vakgebied werd min of meer bij toeval 'ontdekt' in het interbellum en kreeg pas enige o m vang m de jaren na de Tweede Wereldoorlog. Radiogolven hebben een langere golflengte dan zichtbaar licht en kunnen zo bijvoorbeeld stof- en gaswolken in het heelal moeiteloos passeren. Objecten die met optische telescopen verscholen zouden blijven, worden met radio-antennes herkend. Een radiotelescoop kan binnen onze JMelkweg ongeveer tien maal verder kijken dan een optische telescoop. Het ons bekende heelal is dank zij de radiosterrenkunde dus een stuk groter geworden. Vanuit Westerbork kunnen signalen van radiobronnen op een afstand van meer dan tien miljard lichtjaar worden ontvangen. Het zijn radiotelescopen die de grenzen van het waarneembare heelal telkens een stukje verder oprekken.

er nauwelijks wat van merken - zelfs als je er vlak boven zit. Misschien veroorzaakt het een storm in de atmosfeer, maar van een werkelijk grote invloed op de planeet zal geen sprake zijn. Tenminste, daar gaan we nu van uit." Niettemm staan telescopen over de hele wereld in die bewuste derde week van juli gericht op Jupiter. O o k de fameuze Hubble Space Telescope, die sinds enkele maanden gerepareerd en wel om de aarde draait, is paraat. Allemaal hebben ze het nadeel dat ze het moment suprème in feite zullen missen: alle inslagen vinden plaats aan de keerzijde van Jupiter. Pas na een kwartier komen de 'getroffen gebieden' in het zicht van de aardse waarnemers. Strom: "Toch is dit een buitenkansje. In de natuurkunde kun je experimenten doen, in de sterrenkunde is dat meestal onmogelijk. We kunnen de objecten v u MAGAZINE MEI 1994

die we onderzoeken immers niet aanraken of aanstoten om bijvoorbeeld te zien of er iets gaat trillen. Nu hebben we de gelegenheid om waar te nemen wat er gebeurt als Jupiter een trilling moet incasseren." De passieve rol die een astronoom doorgaans noodgedwongen heeft, sprak Strom wel aan toen hij zich eerst in de optische en vervolgens in de radio-astronomie verdiepte. "Een natuurkundige zou een ster als het ^vare in elkaar willen zetten door een bepaalde massa te nemen en die te laten evolueren om er vervolgens metingen aan te doen. In de sterrenkunde kan dat niet. Er zijn miljarden sterren en voor je onderzoek kun je er altijd wel eentje uitkiezen die een bepaalde massa heeft of in een bepaald levensstadium verkeert. Je moet dus van alle kanten informatie bijeenbrengen om te kunnen concluderen hoe een ster van een zekere

De radiotelescopen van Westerbork doen nu al bijna een kwart eeuw dienst. Hun metalen geraamten beginnen te roesten; binnenkort volgt een grote onderhoudsbeurt. Tegelijk vï^orden de instrumenten van een nieuw, in eigen huis gefabriceerd snufje voorzien waardoor het mogelijk wordt door een kleine ingreep snel in een andere golflengte waar te nemen. Nu moet er nog een hoogwerker aan te pas komen om het zogeheten front-end in het brandpunt van de schotel te verwisselen; een karwei dat uren in beslag neemt. Het zijn niet de astronomen die dergelijke halsbrekende toeren uithalen om hun instrumentarium te verwisselen. Vergeleken met hun optische collega's hebben radio-astronomen wat dat betreft niets te klagen. Een radio-astronoom kan 'gewoon' overdag naar zijn werk, omdat de telescopen ook bij daglicht werken. Een flink deel van het personeel woont bovendien vlakbij het observatorium. Iemand die gebruik wil maken van een optische telescoop is doorgaans gedwongen het vliegtuig te nemen naar een afgelegen bergtop en moet daar maar hopen op ideaal sterrenweer. Strom: "Ik ken mensen die een paar weken lang naar een

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1994

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1994 - pagina 184

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1994

VU-Magazine | 484 Pagina's