GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1994 - pagina 406

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1994 - pagina 406

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

MUSEA VAN DE Gert J. Peelen "Bij glasblazen w^ordt heel w^einig geblazen." En: "Stress is niet goed voor een m e n s , en dus ook niet voor glas." Wetenswaardige one-liners in een m u s e u m voor glas en glastechniek.

HOOGEVEEN

8 V ü MAGAZINE NOVEMBER 1994

Men neme zand, kalk en soda, menge het met wat potas en bruinsteengruis en smelte dit mengsel in een oven bij een temperatuur van 1300° Celsius. Het resultaat van deze alchimisterij zal na afkoeling van de samengesmolten materie glas blijken te zijn: het magische materiaal dat, geperst, gegoten of geblazen, al sinds eeuv\7en door de mens vervaardigd is om hem op talloze wijzen van nut te zijn. Niet alleen de toepassingen van glas zijn talloos - van fles en drinkglas tot jampot, en van glazen oog en telescooplens tot glasvezelkabel of kunstobject - ook de samenstelling van de grondstoffen kan dusdanig variëren dat kenners pochen meer dan 10.000 verschillende soorten glas te kunnen onderscheiden. Z o ' n verschil kan 'm bijvoorbeeld in de kleur zitten. Door voor het smelten metalen aan de grondstoffen toe te voegen, krijgt het glas een specifieke tint. Zo kleurt chroom het glas groen, leidt selenium tot een rode tint en geeft uraan het glas een gele gloed. Toevoeging van lood veroorzaakt geen kleurverschil, maar maakt het glas zo hard en helder dat van 'kristal' gesproken wordt. Vuurvaste eigenschappen krijgt het glas wanneer lithium- en aluminiumoxyde door de basisingrediënten zijn gemengd. Glas dus. Maar waarom in 's hemelsnaam in Hoogeveen? Omdat, sinds het aanvankelijk te Diever gevestigde Nederlands Museum voor Glas en Glastechniek er eenjaar geleden in het voormalige Karmelietenklooster een riant onderkomen vond, niemand die Hoogeveen aandoet nog

MUS£UM

om het glas heen kan. De laatste stelling komt voor rekening van dr. Sietze Faber, burgervader te Hoogeveen, die, onmiskenbaar deskundig op dit punt, deze provincieplaats gedurende de hele maand oktober uitriep tot 'glasstad'. Het Hoogeveense glasmuseum is inderdaad een goede reden om de reis naar deze Drentse nederzetting te aanvaarden. (De enige zelfs; mij wil zo gauw geen tweede reden voor de trip te binnen schieten.) Z'n aantrekkelijkheid ontleent het museum niet zozeer aan wat er is uitgestald compleet willen zijn in het tonen van het schier onuitputtelijke aantal toepassingen van glas zou zelfs in dit klooster onbegonnen monnikenwerk blijven - maar in de eerste plaats aan de demonstraties die er doorlopend gegeven worden. Glasblazen is daarvan uiteraard de meest opmerkelijke. Het pand herbergt echter bijvoorbeeld ook een glasinstrumentmakerij en werkplaatsen waar het slijpen, het zagen en het anderszins bewerken van 'koudglas' gedemonstreerd wordt. Die demonstraties maken wij deze eerste zondagmiddag van de maand oktober helaas niet mee. Maar de glasblaasdemonstratie maakt veel goed. Als museumdirecteur en beeldend glaskunstenaar Cees van Olst het podium betreedt zijn alle honderd stoelen in de demonstratiestudio in een oogwenk bezet. Erg veel te zien is er aanvankelijk nog niet, maar Van Olst - het gebatikte zweetdoekje zwierig rond het voorhoofd geknoopt - babbelt er lustig op los terwijl hij met zijn blaaspijp

de eerste klont roodgloeiend, stroperig glas uit de smeltoven haalt. "Glas is een vloeistof", leren wij. Na een klein puf]e in de pijp - "Bij glasblazen wordt heel weinig geblazen", moeten wij weten - loopt Van Olst ermee naar de glasblazersstoel Vi^aar hij de pijp over de leuningen legt om haar met soepele handbewegingen daarover heen en weer te rollen. "Het glas moet voortdurend in bev/eging blijven, anders wil het alle kanten op", zegt hij er voor de duidelijkheid bij. Tijdens het rollen houdt hij soms even met een natte krant het gloeiend hete glas van onderen in bedwang, hetgeen heftig gesis, veel rook en een prikkelende brandlucht veroorzaakt. "Een dunne natte krant moet het zijn", benadrukt hij, "want het is van het grootste belang om voeling met het glas te houden." Van Olst blijkt een voorkeur te hebben voor dit soort wetenswaardige one-liners. O m de betekenis ervan extra goed tot zijn publiek te laten doordringen debiteert hij ze niet één, maar soms wel vijf keer achtereen. Wat hij voor onze ogen precies wil gaan creëren, blijft lang onduidelijk. Maar we begrijpen wel, dat het een hoogstandje uit de hogeschool van de glasblazerij gaat worden. Ook dat hij met behulp van de 'overvang'techniek twee verschillend gekleurde lagen glas - één transparant en één 'opaak' - over elkaar heen gaat aanbrengen weten wij heel zeker nadat hij het ons wel zes keer heeft verteld. Dat de nu nog oranjerode bonk straks groen en blauw zal zijn, moeten we voorlopig maar van hem

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1994

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1994 - pagina 406

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1994

VU-Magazine | 484 Pagina's