GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1994 - pagina 366

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1994 - pagina 366

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

ken via Internet. Zij maken daarbij gebruik van databestanden die in verschillende computers op verschillende plekken op aarde zijn opgeslagen. Zo kan bijvoorbeeld de tekst van een wetenschappelijk artikel in Stanford U.S.A. opgeslagen liggen, terwijl de foto's in Geneve en de v/aarnemingen in Amsterdam te vinden zijn. Via slimme computerprogrammatuur v/orden al deze gegevens aan elkaar geknoopt tot één geheel. In het wereldv/ijde web dat zo ontstaat, wordt alle informatie in een logisch onderling verband gepresenteerd. Waar de gegevens precies zijn opgeslagen doet dus al lang niet meer terzake.

Grasduinen

12 v u MAGAZINE OKTOBER 1994

Sterrenkundigen spannen, wat netwerkgebruik betreft, de kroon. Zij zijn eigenlijk al van oudsher gewend aan internationale samenwerking. Maar de tegenwoordige praktijk komt hier op neer, dat astronomische instituten hun waarnemingen met de techniek van het wereldwijde netwerk in één groot systeem hebben samengevoegd. En zo staan op een en hetzelfde scherm, ergens in de wereld, de infraroodmetingen van IFIAS broederlijk naast beelden gemaakt door de Hubble-ruimtetelescoop. De data waarop deze samengebrachte gegevens en beelden gebaseerd zijn, liggen m werkelijkheid afzonderlijk opgeslagen in computers die vele duizenden kilometers van elkaar verwijderd zijn. Niet alleen de snelle netwerken en de handige programmatuur lijken de oude onderzoeksgegevens van de definitieve vergetelheid in verstofte archieven te hebben gered. Ook de manier waarop de data zijn vastgelegd is sterk verbeterd. Magnetische tapes worden meestal niet meer gebruikt voor archivering. Vaak worden de gegevens op een cd-schijfje gezet. Ieder schijfje zit permanent in een eigen cd-speler, die rechtstreeks verbonden is met het computernetwerk. Daarmee zijn steeds alle gegevens direct reproduceerbaar, zonder dat iemand in het archief daarvoor ook maar één handeling hoeft te verrichten. Een cd blijft niet alleen veel langer goed - ongeveer een eeuw denken de deskundigen - dan de ouderwetse computertape, maar op een cd kunnen bovendien veel meer gegevens worden opgeslagen. De lange rekken

met honderden tapes zijn dus sinds enige tijd vervangen door een rij cdspelers met cd's die minstens evenveel informatie kunnen bevatten. Voor onderzoekers betekent dit alles een belangrijke vooruitgang. In de sterrenkunde is nauwelijks nog onderzoek te vinden waarbij geen grote hoeveelheden databestanden worden geraadpleegd. De huidige stand van zaken in de kosmologie bijvoorbeeld, is vooral te danken aan het feit dat honderdduizenden sterrenstelsels in kaart zijn gebracht en dat de gegevens daarover tegenwoordig zo gemakkelijk aan elkaar zijn te koppelen. En een sterrenkundig onderzoeker wordt alleen nog serieus genomen v/anneer hij zijn v/aarnemingen elektronisch toegankelijk maakt, zodat ook andere onderzoekers ermee aan de slag kunnen. Dit betekent overigens niet dat alle v/aarnemingen en resultaten uit experimenten ook altijd ogenblikkelijk beschikbaar komen. Het duurt meestal een tijd voordat die gegevens worden vrijgegeven. Met ruwe waarnemingen an sich valt nog weinig te beginnen. Alle storingen moeten eruit gefilterd worden en de gegevens nauwkeurig gecorrigeerd voor foute waarnemingen. Daarna moeten de hoofdonderzoekers van het desbetreffende onderzoeksproject eerst ook nog voor hun inspanningen worden beloond. Want uiteraard mogen zij als eersten vrijelijk grasduinen in de berg gegevens. Zij vissen daaruit de meest geruchtmakende resultaten en publiceren die in de vakpers. Pas daarna komt de verzameling data ter beschikking van de internationale wetenschappelijke gemeenschap. Maar daarin zijn dan nog meestal meer dan genoeg interessante gegevens te bespeuren.

Circuit Niet alleen waarnemingen en gegevens uit experimenten komen elektronisch ter beschikking van in principe alle vakgenoten. Ook een deel van het theoretische werk dat daarmee nauw verband houdt, wordt via elektronische netwerken vrijgegeven en komt zo ook het best tot zijn recht. Een van de problemen waar-

mee theoretici kampen, is namelijk de moeilijkheid om aan collega's uit te leggen wat ze nu precies hebben uitgerekend. Berekeningen en simulaties kunnen zo omvangrijk en complex worden, dat ze niet langer passen in een artikel in een vakblad. Theoretisch sterrenkundige Icke heeft inmiddels zijn bedenkingen over de traditionele manier van publiceren: "Collega's moeten maar voetstoots aannemen dat mijn bev^eringen juist zijn. Aan een grijs plaatje in een tijdschrift zie je niets. Als ik op een conferentie een video met mijn berekeningen laat zien, vallen de vakgenoten van hun stoel. De resultaten zijn dan allang gepubliceerd, maar de strekking v/as tot op dat moment nog niet echt tot ze doorgedrongen. Daarvoor zijn blijkbaar andere middelen nodig." Onder invloed van die ontwikkeling is de rol van de vakbladen veranderd. Vooral in de natuurkunde en sterrenkunde is een belangrijk circuit ontstaan van elektronische uitwisseling van niet alleen gegevens, maar zelfs van hele onderzoeksrapporten. Wetenschappers hebben daarvoor dus eigenlijk geen uitgevers meer nodig. Wanneer de vaktijdschriften eindelijk op de schappen van de academische bibliotheken verschijnen, is de inhoud eigenlijk al weer achterhaald door de wetenschappelijke actualiteit: de werkelijk interessante onderzoeksverslagen zijn meestal weken eerder al verspreid via Internet.

Dat parallelle circuit wordt straks nóg belangrijker als het gewoonte wordt om ook de bijbehorende berekeningen en simulaties ter beschikking te stellen. Vaktijdschriften zullen in de toekomst steeds minder geraadpleegd gaan worden. Inmiddels stromen de opzeggingen van abonnementen dan ook massaal binnen bij deze bladen; geen wonder, want een abonnement kost vaak honderden guldens per jaar. Dit overschakelen van vakpers

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1994

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1994 - pagina 366

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1994

VU-Magazine | 484 Pagina's