VU Magazine 1994 - pagina 453
zoals aardappelen, bieten en granen. Maar op de proefboerderij verruimt men dit bouwplan met grasland. Ook zomergerst, koolzaad, stamslabonen, zaai-uien en tulpebollen zullen op de akkers een plek krijgen. O p deze manier krijgen grondgebonden ziekten en plagen minder de kans zich ieder jaar verder te ontwikkelen. Daarnaast probeert men met het tijdstip van zaaien en de raskeuze de ziektes en plagen zo min mogelijk kans te geven. Daardoor kan het gebruik van bestrijdingsmiddelen sterk verminderen. De grond wordt verrijkt met de mest van de negentig koeien om de krmgloop van nutriënten zoveel mogelijk 'lekvrij' te maken. Het gebruik van kunstmest is geoorloofd.
Windmolen De ecologische boerderij zal nog sterker verschillen van de gangbare. Die boerderij is zo goed als 'lekvrij'. Er wordt in principe geen krachtvoer aangekocht en geen kunstmest gebruikt. Het ruwvoer afkomstig van de akkerbouw gaat naar de koe die er mest voor in de plaats levert. Een vrijwel gesloten kringloop. Omdat naast kunstmest ook het gebruik van bestrijdingsmiddelen in principe uit den boze is op de ecologische boerderij, is de rotatie van gewassen nog groter dan op het technologisch bedrijf. In plaats van één maal in de vijfjaar, één maal in de zeven jaar hetzelfde gewas op hetzelfde stukje grond, zodat grondgebonden ziektes nog meer worden tegengegaan. Andere ziektes worden geweerd met biologische bestrijders als schimmels en sluipwespen die plagen van bijvoorbeeld insekten te lijf gaan. "En als dat niet voldoende is, dan moet de oogst maar gedeeltelijk mislukken. Dat risico moet de boer incalculeren", stelt Goewie. Daarnaast ziet ook de veehouderij er totaal verschillend uit. Niet alleen zullen er koeien te zien zijn, circa zestig in totaal, maar ook vijf stieren die de koeien dekken. Een bedrijfseigen fokkerij acht men in de ecologische landbouw beter voor het welzijn van de koeien. Daarnaast kan men op andere criteria selecteren dan mogelijk is op de stations voor kunstmatige inseminatie waarvan het technologisch bedrijf het sperma betrekt. Tussen de koeien zullen ook kippen lopen, die onderdak krijgen in mobiele hokken die langzaam
over het grasland verplaatst kunnen worden. Buiten de hokken is de ruimte om te scharrelen, in de hokken kunnen ze hun eieren leggen. O p het erf staat ook een windmolen, om te voorkomen dat te veel fossiele energie wordt verbruikt.
Werkloosheid In theorie ziet het er mooi en idyllisch uit. Maar het is de vraag of deze twee vormen van duurzame landbouw mogelijk zijn, zonder onmiddellijk ook het failliet van de Nederlandse landbouw in te luiden. Gaan we weer terug naar de tijd van dat keuterboertje op de zandgrond, waarbij de hele familie moet meewerken om een schamel inkomen te vergaren? Rabbinge verdedigt de gemengde proefboerderij. "Het vroegere bedrijf \vas vele malen kleiner, circa tien hectare. Daarom alleen al is het niet vergelijkbaar met de proefboerderijen. Modelberekeningen hebben aangetoond datje ongeveer honderd hectare nodig hebt om het gemengde bedrijf economisch rendabel te maken. Bovendien wordt van veel meer kennis en techniek gebruik gemaakt dan vroeger." Toch is dit type bedrijf veel arbeidsintensiever dan de huidige gespecialiseerde bedrijven. De boer moet van alle markten thuis zijn en zijn aandacht over akkerbouw en veeteelt verdelen. En dat leidt ongetwijfeld tot een hogere prijs van het landbouwprodukt. Maar Rabbinge ontkent dit gaat gebeuren. "We lossen hiermee juist de latente werkloosheid op. Een akkerbouwer zit voor een groot deel van het jaar zonder werk. Terwijl een veehouder het altijd ontzettend druk heeft. Deze akkerbouwer en veeteler gaan samenwerken op één bedrijf. En daardoor ontstaat dus juist een economisch efficiënter bedrijf. Bovendien daalt het gebruik van kunstmest en bestrijdingsmiddelen. Dat is dus eigenlijk goedkoper. Volgens modelberekeningen zullen de produkten even concurrerend zijn als de produkten van de gangbare bedrijven." Van het ecologisch bedrijf kan niet gezegd worden dat het concurrerend is. De produkten zullen duurder worden. "De ecologische proefboerderij zal ongeveer tien tot twintig procent minder produceren dan de technologische. Onder andere door verminderd gebruik van kunstmest
en pesticiden", schat Goewie. "Misschien kiezen we na onderzoek voor een tussenvorm van de twee proefboerderij en en is dat dan het meest duurzame bedrijf, het meest economisch rendabel op de lange termijn en het milieuvriendelijkst. Dat moet de toekomst uitwijzen. Aan de andere kant denk ik denk dat de consument in de toekomst meer moet overhebben voor zijn voedsel, als hij daadwerkelijk ook rekening wil houden met het milieu en de leefbaarheid van het landelijk gebied."
Varkens Opvallend is dat op de proefboerderijen geen onderzoek wordt gedaan waarbij varkens betrokken zijn, terwijl die toch voor een groot deel verantwoordelijk zijn voor het mestoverschot in Nederland. Maar R a b binge vindt dat het gemengde bedrijf later alsnog kan worden uitgebreid. "Dit is een bescheiden begin", stelt hij. Aan de andere kant zou het praktisch ook onuitvoerbaar zijn om dezelfde hoeveelheid varkens te houden als nu het geval is, gezien de hoeveelheid voer die jaarlijks door de bio-industrie v/ordt gebruikt. Nederland zou qua areaal een aantal malen groter moeten zijn. "We moeten eerst naaar eens afwachten wat de mestwetgeving oplevert aan koude sanering", zegt Rabbinge diplomatiek. Goewie is radicaler. "Wil de Nederlandse landbouw duurzaam worden, dan zullen we moeten inleveren op onze exportambitie. Nederland heeft altijd gefunctioneerd als een zeef. Grote hoeveelheden veevoeder binnenhalen, waardevolle produkten afromen en exporteren en de rest lozen in het milieu. Dat kan niet meer wanneer men de Nederlandse landbouw duurzaam wil maken. De agrarische sector krijgt er een nieuwe functie bij. Namelijk onderhoud van de kwaliteit van onze leefomgeving."
VU MAGAZINE DECEMBER 1994
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1994
VU-Magazine | 484 Pagina's