GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1994 - pagina 361

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1994 - pagina 361

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dat schilderijen bloot staan aan verval vindt J0rgen Wadum geen reden tot treurnis.

ders van kleur dan Vermeer hem oorspronkelijk schilderde. Jorgen Wadum verklaart dat de groene boom blau"w is geworden, doordat in de loop der tijd de gele kleurstof is verdwenen. Niettemin wordt de boom niet groener gemaakt in de restauratie. Dat zou pure speculatie zijn. En daar doet een restaurateur niet aan. Wadum kiest ervoor m de catalogus uit te leggen waarom een boom er blauwachtig uitziet. Dan moet de toeschouwer zelf maar aan visuele compensatie doen en in gedachten zich voorstellen dat de boom eigenlijk groen is. Het is educatief verantwoord, vindt Wadum, om de boom blauw te laten. Zoiets geeft de bezoeker gelegenheid et bij stil te staan dat groene bomen ontstaan door het mengen van blauw en geel. Het leidt tot inzicht in hoe schilderijen tot stand komen en wat de mogelijkheden van materialen zijn. Het schilderij wordt door de restaurateurs niet alleen behandeld als esthetisch maar ook als historisch object. En, zoals dat gaat met historische objecten, ze worden ouder en staan bloot aan verval. Niet anders dan bij mensen die evenzeer uit vergankelijk organisch materiaal bestaan. Dat is geen reden voor treurnis, vindt Wadum, je moet dat proces respecteren. Hij probeert ook juist het positieve te zien: moeten we niet juist heel blij zijn dat we meer dan driehonderd jaar later nog zoveel informatie hebben en zulke prachtige schilderijen bezitten die een verhaal kunnen vertellen over hoe Vermeer in Delft zijn omgeving zag? Je ziet, preciseert hij, in het verfoppervlak nauwkeurig de penseelstreken zoals de schilder die heeft aangebracht, de haren van de penseel die in de verf zijn blijven steken, en zelfs hier en daar vingerafdrukken. Alsof het gisteren allemaal geschilderd is. Je kunt er zo van genieten, verzucht deze liefhebber.

Detective Restauratie dient nog een ander doel. Door middel van onderzoek kan enig inzicht worden verkregen in de werkwijze en misschien zelfs het leven van de kunstenaar. Bij Vermeer is iedere kennismethode welkom, want van hem is weinig bekend. Wat we weten is dat hij vader was van twaalf kinderen, kunsthandelaar en ook nog eigenaar van een

herberg. Daarnaast genoot hij een grote reputatie als kunstkenner, iemand die bij twijfelgevallen gevraagd werd echt van onecht te onderscheiden. En hij is twee maal gekozen als hoofdman van het schildersgilde in Delft. Maar vele raadsels zijn blijven bestaan. Merkwaardig is bijvoorbeeld dat Vermeer heel arm gestorven is, en dat terwijl hij in zijn tijd ook al een bekende schilder was. N u blijkt uit restauratie-onderzoek dat hij een heel duur pigment gebruikte. H o e heeft hij zich dat kunnen permitteren? Misschien is hij wel zo arm gestorven, juist omdat hij zulk duur pigment gebruikte. Hij heeft in ieder geval veel geld in zijn materiaal gestoken. Vermeer heeft een klein ceuvre op zijn naam staan. Niet meer dan een dertigtal schilderijen, plus wellicht een aantal ten onrechte niet aan hem toegeschreven werken. Tekeningen heeft hij niet nagelaten. Dat bescheiden CEuvre zou de suggestie kunnen wekken dat Vermeer een trage werker was, een fijnschilder. Maar wie zijn werk analyseert, komt tot de ontdekking dat de schilderijen met forse penseelstreken zijn neergezet. Vermeer werkte sneller dan lange tijd verondersteld is. Vermoedelijk heeft hij zijn schilderijen ook direct op het doek ontworpen en bewerkt. Dat zou vervolgens weer kunnen verklaren waarom Vermeer geen tekeningen heeft nagelaten: hij maakte wellicht helemaal geen voorstudies. De restaurateur ontpopt zich op die manier als een detective die op grond van kleine aanwijzingen een mogelijke toedracht van een mysterieuze gang van zaken op het spoor komt. Maar niet elk raadsel komt zo tot een oplossing. Waar Jorgen Wadum zich over blijft verbazen is, dat er zo'n groot contrast bestaat tussen wat er bekend is over de leefomstandigheden van Vermeer en zijn werk. Hij had een groot gezin en veel problemen in de familie. In het werk is daarvan niets terug te vinden. Zijn

schilderijen zijn heel verstild, kinderen komen er nooit op voor, vrouwen wel, maar altijd in een serene pose. Misschien dat Vermeer in zijn werk de rust zocht die in zijn leven ontbrak, oppert Wadum.

Retouches Even slaat de schrik ons om het hart wanneer we 'Meisje met de parel' bekijken. Achter dat schilderij zit Nicola Costaras stil en bijna bewegingloos te werken. We zien dat het werk zwaar beschadigd is. O p dit moment is alles volledig schoongemaakt, de retouches van vorige restauraties zijn verwijderd en nu pas zijn heel pijnlijk overal de kale plekken te zien. 'Meisje met de parel' is er duidelijk veel slechter aan toe dan 'Gezicht op Delft'. De oorzaak van de slechte staat is dat het schilderij pas laat erkend werd als een werk van Vermeer. In 1881 werd het werk nog verkocht voor ƒ 2,30. Kort daarvoor had er een restauratie plaatsgevonden, maar de toenmalige restaurateur heeft ook geen idee gehad wiens v/erk hij onder handen had. Tot 1903 is het werk in particulier bezit gebleven. Het schilderij is vermoedelijk lange tijd in verre van optimale omstandigheden geconserveerd. Een natte muur, een vochtige zolder; zoiets doet een schilderij geen goed. Door het schoonmaken zijn de beschadigingen zichtbaar geworden, maar toch is tegelijkertijd het schilderij ook aanzienlijk opgeknapt doordat de vergeelde vernislaag verwijderd is. Het gezicht van het meisje heeft weer een natuurlijke roze kleur gekregen en de tulband bezit niet langer een donkere schaduw maar heeft een duidelijk blauwe kleur. Voordat in oktober het schilderij weer in het museum hangt, moeten al die kale plekken echter nog geretoucheerd worden. Een stevige klus? Nicola Costaras knikt. Er moet nog veel werk verzet worden. v u MAGAZINE OKTOBER 1994

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1994

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1994 - pagina 361

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1994

VU-Magazine | 484 Pagina's