GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1995 - pagina 542

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1995 - pagina 542

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Jeffries pakt een koker en schudt er een kern uit die bijna een meter lang is. Met een lintzaag snijdt hij hem als een worst in dunne plakjes en legt die tussen polarisatiefilters op een grote lichtbak. Hij doet het bovenlicht uit. De kristallen glinsteren als goudglimmer. Met de gretigheid van een jongetje dat een nieuw stripboek in handen heeft, buigt hij zich eroverheen om ze goed te bekijken. Van dichtbij ziet elke dunne ijsplak er onder zijn filter uit als een compositie van glinsterend gekleurde kwaststreken. "Zie je dat?" Jeffries houdt een stuk ijskern omhoog met zijn vinger bij een laag schots en scheef door elkaar lopende kristallen. "De bovenkant is smeerijs. En dit is aangevroren" - een dunne laag van lange kristallen eronder - "en weer een laag smeerijs, aanvriezing en smeerijs." Deze schots, zo denkt Jeffries, ontstond doordat de golven een stuk pannekoekijs met een dunne laag aanvriezing bovenop een andere pannekoek wierpen en er een laag smeerijs onder schoven. Juist de beweeglijkheid van het Antarctische pakijs scheppen omstandigheden die voor leven geschikt zijn. De kristallen van het smeerijs worden door de golven als sneeuw door de bovenste paar meter oceaan geschud. Als die weer naar het oppervlak terugdrijven waar ze tot pannekoekijs aaneen zullen vriezen, nemen de kristallen uit het water microscopisch kleine planten en dieren, zoals diatomeeën en dinoflagellaten mee, die zich aan de minuscule ijsdeeltjes vastklampen. Aan het wateroppervlak werkt smeerijs als een filter waarin dieren, die er door de golven doorheen geduwd worden, gevangen raken. Vervolgens wordt het palcijs door zware sneeuw bedekt met een isolerende laag die de aangroei van ijskristallen vertraagt. Omdat het meeste Antarctische pakijs nog geen meter dik wordt, kan er genoeg licht in doordringen om algen, die leven in de holten tussen de ijskristallen, van energie te voorzien. De gerafelde onderkant van het ijs, produkt van het woeste water, biedt beschutting aan kleine kreeftachtigen als roeipootkreeftjes en kril. Biologen dachten altijd dat de krilgarnaal, die in termen van biomassa het meest voorkomende dier ter wereld is en die de hoeksteen vormt van het leven in de zuidelijke oceanen, zich in de zuidelijke winter oprolde en naar de bodem van de oceaan zakte voor een winter-

slaap. Inmiddels is bekend dat volwassen kril zich langs de bodem van het ijs verspreidt en leeft van de daar aanwezige algen. Hun larven zouden zonder het winterse pakijs, dat volgens biologen als 'winterweide' fungeert, waarschijnlijk niet overleven. Jeffries heeft boven-, midden- en onderin de ijskernen uit het winterpakijs aanwijzingen gevonden voor de aanwezigheid van een microflora van algen. Hoe en waarom die micro-organismen daar groeien is nog een mysterie. Volgen ze de cycli van warmer en kouder weer die 's winters rond het continent gaan? Is hun leven een kwestie van bloei en overwintering? Bloei en sterfte misschien? Jeffries gegevens vormen een fundamentele routekaart voor biologen die bezig zijn met de ontcijfering van dit raadsel.

Oase Elk verpakt in tien kilo felrode beschermende kleding waggelen we onder een heldere koude hemel over de loopplank aan bal<boord naar het ijs voor opnieuw een middag gegevens verzamelen. Er is iets mis. Voor een zo zuidelijke positie, 71 graden zuiderbreedte, is de hoeveelheid open water tussen de schotsen verbijsterend. Zes keizerpinguïns, een soort die we de afgelopen zestien dagen op het dikke ijs van de Amundsenzee nog nauwelijks zagen, duiken op en klimmen op de schots om toezicht op ons werk te houden. Op hetzelfde moment zakt promovendus Bernhard Rabus tot zijn middel door het ijs en hangt negentig angstaanjagende seconden lang in het ijskoude water voor hij er weer uit weet te klauteren. Hij is zo ver van de anderen verwijderd dat niemand zijn hulpgeroep hoort. Vier oceanografen, die de zeldzame gelegenheid aangrijpen om een ommetje te maken en pinguïns te fotograferen, gaan elk met een voet door het ijs. Ik zak er door en lig twintig seconden te watertrappelen in ijskoud water van 3600 meter diep. Daarna stuurt Jeffries iedereen die niet beslist nodig is op het ijs terug naar het schip. De rest krijgt de opdracht uitsluitend nog twee aan twee te opereren en touwen mee te nemen. Na een extra vergadering om de veiligheidsprocedures te bespreken komen de onderzoekers bij elkaar om hun bevindingen te vergelijken. Jeffries gegevens bevestigen dat het ijs

WETENSCHAP,

CULTUUR

e) SAMENLEVING

8

- DECEMBER

inderdaad dunner en warmer is dan normaal. Hartmut Hellmei, die het oceanografische team van de Universiteit van Columbia leidt, zwaait met een kleurendiagram uit de printer van zijn computer, dat wijst op een opwelling van warm oceaanwater. Misschien, zo vragen Jeffries en zijn collega's zich af, hebben ze de Rosszeespiraalstroom gevonden, een rondgaande watermassa die een rol speelt in het koelsysteem van de aarde. "Verbazingwekkend", zegt Jeffries. "Fantastisch", echoot de stem van Hellmer, "het is alsof je door de woestijn trekt en een oase vindt." Bij de vorming van zeeijs wordt pekel uitgedreven dat, vanwege een relatief hoog soortelijk gewicht, vaak naar de bodem van de Antarctische oceaan zakt. Het Antarctische bodemwater beweegt langzaam noordwaarts naar de evenaar; een beweging die in stand wordt gehouden door dichtheidsverschillen tussen deze koude watermassa en het warmere water uit de noordelijke Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee, Omdat het oppervlaktewater warmer is en naar het zuiden stroomt stijgt het bodemwater op en neemt de vrijgekomen plaats in. Vervolgens wordt het opgewarmd en stroomt het weer naar het zuiden in de lopende band van bewegende watermassa's, om daarna in de Antarctische winter weer te worden afgekoeld. Deze wereldwijde oceaanstromingen hebben een nivellerend effect op de atmosfeer: ze leiden tot afkoeling in de tropen en verwarming aan de polen. Als er geen zeeijs ontstond, zo speculeert Hellmer, dan zouden de tropen warmer en de polen kouder worden. Volgens Hellmer menen oceanografen dat zeventig tot tachtig procent van het koude bodemwater op aarde afkomstig is uit de spiraalstroom in de Weddellzee. De ontdekking van vandaag zou die schatting kunnen veranderen. Hoewel sommige oceanografen suggeren dat er eveneens zo'n spiraalstroom in de Rosszee zou kunnen zijn, heeft niemand tot op heden metingen kunnen doen die dat bevestigen.

Satellietbeeld Het is negen uur 's ochtends. Een van de onderzoeksassistenten die in het computerlab aan een terminal zit te werken heeft vergeten de rubberband rond de armleuning van haar 1995

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1995

VU-Magazine | 588 Pagina's

VU Magazine 1995 - pagina 542

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1995

VU-Magazine | 588 Pagina's