GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1995 - pagina 541

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1995 - pagina 541

1 minuut leestijd Arcering uitzetten

organismen er geheel ontbralcen omdat die gestorven of gevlucht waren, of overwinterden op de bodem van de zuidelijke oceaan tot de helling van de aardas de zuidpool weer toegankelijk maalcte voor de levenbrengende stralen van de zon. Ze geloofden dat het ijs weinig te malcen had met de ontelbare krachten die samen het klimaat op aarde bepalen. Maar in de afgelopen acht jaar, nadat het eerste als ijsbreker uitgeruste oceanografische onderzoeksschip, de Duitse 'Polarstern', in 1986 bedeesd doordrong in het winterpaldjs van de Weddellzee, hebben ze hun ideeën volledig herzien. Ze weten nu dat paldjs beweegt en ademt. Zelfs midden in de winter herbergt het een actief plantaardig en dierlijk leven. En - heel belangrijk - het speelt een noodzalcelijke rol bij de koeling van de hete aardmotor. Krimpfolie Het is vijfentwintig graden onder nul. De wind waait met een snelheid van veertig kilometer per uur. De gevoelstemperatuur ligt ergens bij min zestig. Ik sta tot mijn dijen in de sneeuw woest te scheppen. Als ik het ijsoppervlal<: bereik, zie ik dat ik tot mijn enkels in het zeewater sta. Daaronder het spookachtige neonblauw van Antarctisch ijs. Het idee dat deze schots onder het oppervlal<: drijft en dat er drieduizend meter water staat onder de bevroren deksel van de oceaan waarop ik rondploeter stelt me niet echt gerust. Een paar dagen geleden kreeg ik van Jeffries in de behaaglijke en van vaste vloerbedekking voorziene lounge een geïmproviseerd college over de vreemde verschillen tussen het noordelijke en het zuidelijke zeeijs. In het noordpoolgebied, vertelde hij, is de oceaan grotendeels door land omgeven, en is de zee betrekkelijk rustig. Het meeste zeeijs ontstaat er door aanvriezing waarbij lange dunne kristallen ontstaan die verticaal omlaag aangroeien. De kristallen vormen een dunne laag die het wateroppervlal<: als een soort krimpfolie bedekt en tot een donkere doorzichtige huid maalct. Naarmate dit ijs dikker wordt verandert de kleur van donker naar licht grijs en ten slotte wit. Omdat het ijs blootstaat aan zeer lage temperaturen (er valt maar weinig isolerende sneeuw op het noordelijke pal<:ijs) bereikt de samenvriezende laag

kristallen een dikte van anderhalf tot twee meter. Aan de Noordamerikaanse kant van het Noordpoolbekken draait het nieuwgevormde ijs rond in de Beaufortspiraalstroom, een met de klok meedraaiende zeestroming, waar het vijf tot tien jaar kan blijven en aangroeit tot een dikte van drie tot vier meter. Tenslotte ontsnapt het aan de stroming en smelt het in open water. In het Antarctische gebied daarentegen, ligt de oceaan rond een continent, en wordt het water voortdurend opgezweept door orkanen die daar omheen razen. In het woeste water ontstaan pannekoekvormige ijsschotsen, die dikker worden door een combinatie van drie processen. Opgestuwd door de golven schuiven ze op elkaar. Als het koud genoeg is en er nog geen sneeuw op de kleine schotsen terecht is gekomen, groeien dunne lagen ijs aan de onderkant aan. Als zware sneeuwlagen de schotsen onder water drukken kan er zeewater overheen lopen dat samen met de sneeuw bevriest. IJsschotsen die met een 'lijm' van smeerijs (een blubberige massa van drijvende naaldvormige kristallen) aaneengekit zijn kunnen een diameter van meer dan een kilometer bereiken. Maar vanwege de woeste zee en het isolerende effect van de sneeuw worden de schotsen zelden meer dan een a anderhalve meter dik. "Het ijs is voortdurend in beweging", vertelde Jeffries me met zijn voeten op de rand van een formicatafel die aan de vloer van de lounge is vastgeschroefd. Vanwege al het open water rond Antarctica drijft het ijs voortdurend naar het noorden af, hoewel het de zuidelijke zomer maar zelden overleeft. Onderweg wordt het omhoog gedrukt tot lage tichels die meestal niet veel meer dan een meter hoog worden, en ontstaan er breuken in die doorgangen worden genoemd en die eruit zien als rivieren die langs vlalcke, met sneeuw bedekte alckers lopen.

Schopbiigade Ik stop even met scheppen en kijk naar de zwoegende figuren in rode parka's om mij heen. Jeffries, met witberijpte snor, en zijn twee assistenten boren een reeks van tien centimeter dikke kernen uit het ijs. Van één boorkern meten ze op verschillende hoogten de temperatuur. Stukjes ervan gooien ze in een witte plastic emmer.

WETENSCHAP,

CULTUUR

et) SAMENLEVING

7

- DECEMBER

Die zullen later worden gesmolten en onderzocht op zoutgehalte en zuurstof-isotopen. Jeffries laat een tweede ijskern glijden in wat er uitziet als een koker die voor postverzending bestemd is. Die wordt bewaard voor een structurele analyse in het koudelaboratorium van de Palmer. Vlalcbij ligt Matthew Stuim, een natuurkundige van het Wetenschapsen Technieklaboratorium voor Koude Gebieden in Fairbanks, op zijn zij in een geul die hij met zijn drie assistenten gegraven heeft en leest de weersgeschiedenis af uit de sneeuwlagen. Een paar honderd meter verderop hebben twee promovendi van de Universiteit van Alaska de instrumenten opgezet waarmee ze meten welke invloed de wind heeft op de warmtestroom van de relatief warme oceaan naar de ijskoude atmosfeer. David Ciane, een onderzoeker van het Scott Instituut voor Poolonderzoek van de Universiteit van Cambridge, houdt toezicht op computers die nagaan hoever de verwoestende effecten reiken van de deining van de zuidelijke oceanen. Ook hier, zo'n honderdvijftig kilometer van de rand van het ijs, bewegen de schotsen nog op en neer. Elke zestien seconden gaan we een millimeter omhoog en weer naar beneden. Die beweging is gelukkig te gering om Jeffries gevoelige binnenoor te teisteren. Samen met drie anderen vorm ik een schopbrigade die op honderd punten langs een tweehonderd meter lang traject sneeuw wegschept. We slepen een pneumatische boor van kuil naar kuil om smalle gaten in het ijs te boren. Daarna meten we de diepte van de sneeuw, de dikte van het ijs en het 'vrijboord' - de diepte van het zeewater dat over onze laarzen klotst.

Dinoflagellaten Er zijn verschillende laboratoria aan boord van de Palmer, die samen zo'n driehonderdvijftig vierkante meter vloeroppervlalc beslaan. Een daarvan is het koudelab waar Jeffries en zijn twee assistenten nu dicht op elkaar staan om hun nachtelijk werk te beginnen. Twee uur lang zullen ze bij een temperatuur van min twintig de ijskernen analyseren die ze die dag uit de bevroren oceaan hebben gehaald. Analyse ter plaatse is de luxe van het werken op een van de meest geavanceerde en best uitgeruste onderzoeksijsbrekers ter wereld. 199s

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1995

VU-Magazine | 588 Pagina's

VU Magazine 1995 - pagina 541

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1995

VU-Magazine | 588 Pagina's