GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1996 - pagina 314

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1996 - pagina 314

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

blablobliblöbleblyblTblêbl0blübliblabléblblblblblblab

j

Brysbaert: "We weten nu ook dat er bij het lezen van woorden communicatie moet zijn tussen beide hemisferen. Een gedeelte van zo'n woord gaat namelijk naar de verkeerde hersenhelft en moet weer worden overgedragen." Dat bleek alweer uit proeven met personen bij wie de verbinding tussen de hemisferen ontbreekt. "Ze moesten woorden lezen die op het linkergedeelte van hun netvlies geprojekteerd werden, vervolgens op het rechtergedeelte en daarna in het midden. De woorden die in de 'talige' linker hersenhelft terecht kwamen, konden zonder problemen worden gelezen. Dat lukte ook, alleen iets minder goed, wanneer de rechter hersenhelft aan de beurt was. Maar woorden die zowel aan de linker als aan de rechter hemisfeer werden aangeboden, leverden problemen op. De proefpersonen konden wel de eerste en de laatste letters identificeren, maar moesten raden wat er nu precies stond." Inmiddels zijn er aanwijzingen dat ook delen buiten de grote hersenen betrokken zijn bij de verwerking en produktie van taal. Neurolinguïsten Peter Marien en fos Saerens van het Antwerpse Middelheimziekenhuis publiceren binnenkort hun onderzoeksresultaten over een van hun afasiepatiënten, die een beschadiging heeft op een plek in de hersenen die doorgaans niet met taal in verband wordt gebracht: de kleine hersenen (het cerebellum], die helemaal achterin de schedel liggen, net onder de grote hersenen. Marien: "We hebben altijd aangenomen dat het cerebellum de coördinatie van de bewegingen regelt. Als iemand daar een beschadiging oploopt, blijft zijn taalvermogen intact. Alleen het articuleren kost moeite omdat de motoriek is aangetast. Maar twee jaar geleden zagen we een patiënt die daarnaast ook aan afasie leed. Deze vondst toont aan dat aandoeningen aan de kleine hersenen niet moeten worden onderschat. Er komen steeds meer aanwijzingen dat een letsel in het cerebellum of in de thalamus de zenuwbanen naar de grote hersenen kan onderdrukken. Daardoor kunnen heel specifieke stoornissen ontstaan in het taalvermogen." Scan

De manier waarop de hersenen ons taalvermogen regelen, blijkt dus heel wat ingewikkelder dan neurologen aan het begin van deze eeuw vermoedden. Zij beschikten toen echter nog niet over middelen om hersenaktiviteiten in beeld te brengen. Dat is pas sinds enkele jaren mogelijk, dank zij bijvoorbeeld de komst van apparatuur die betiteld worden met afkortingen als PET, SPECT en MRI; gloednieuwe technieken waarmee het menselijk brein in volle actie te aanschouwen is.

30

WCS JULI - AUGUSTUS

1996

De zeer kostbare PEx-scan levert de meest spectaculaire beelden, PET staat voor Positron Emissie Tomografie en wordt onder meer ingezet om de taaigeheimen van het brein te ontsluieren. Proefpersonen krijgen een licht radioactieve stof ingespoten die zich aan de rode bloedcellen hecht. Vervolgens nemen ze plaats onder de scanner en krijgen ze een eenvoudige opdracht, zoals bijvoorbeeld het oplezen van woorden of het opsommen van zaken die met een bepaalde letter beginnen. De computer brengt m beeld waar, op het moment van die activiteit het meeste bloed naartoe stroomt; op die plek zijn de hersenen het hardst aan het werk. De PET-scan maakte eindelijk zichtbaar, wat in de theorie al werd verondersteld. Bij heel wat taalbezigheden zagen de onderzoekers een stukje van de linker hersenhelft inderdaad oplichten. Hoe harder dat gedeelte moet werken, des te donkerder de kleur op het scherm. En hoe moeilijker de taak die iemand moet verrichten, des te meer hersenzones er oplichten. "Het aardige van PET is dat je kunt zien hoe het er bij een gezond persoon aan toe gaat", stelt Brysbaert. "Bij mensen met een beschadiging zie je wat er wèl werkt. Maar daarmee weet je nog niet precies welke functies in welke hersenzones worden uitgeoefend. Want een letsel kan iets ontregelen dat buiten de beschadigde regio ligt." Ook voor praktische toepassingen blijken de PET-scan en zijn kleinere en handiger broer SPECT uiterst nuttig. Diagnose en behandeling van afasie waren altijd sterk afhankelijk van theorieën. Neem bijvoorbeeld de tests die neurologen gebruiken om te zien of iemands voornaamste taalgebied links of rechts zit. Deze leveren binnen een bepaalde marge de juiste informatie. Maar binnen niet al te lange tijd hopen de artsen met SPECT over een methode te beschikken die honderd procent zeker is. Even nieuw is de MRi-methode, die net als PET de werkende hersenen in beeld kan brengen. Via MRI stelden Amerikanen aan de universiteit van Yale vast dat mannen en vrouwen hun hersenen op een andere manier gebruiken wanneer ze met taal bezig zijn. Negentien mannen en evenveel vrouwen kregen een fonetische test waarbij ze uit een lijst woorden moesten pikken die op elkaar rijmden. De MRI liet duidelijk zien dat alle mannen hun linker hersenhelft aan het werk zetten, terwijl elf vrouwen beide hemisferen inschakelden. De publicatie in het wetenschappelijke vaktijdschrift 'Nature' deed heel wat stof opwaaien. Opnieuw was er voedsel voor de regelmatig gevoerde discussie over sekseverschillen bij taalverwerking. Sommigen denken dat er daardoor minder vrouwelijke afasiepatiënten zijn dan mannelijke. Want wie zijn beide hersenhelften gebruikt voor taal zal heel wat minder dramatische gevolgen ondervinden wanneer één hemisfeer beschadigd is. Heel wat artsen willen daar echter niet aan. Ook niet in Antwerpen. Saerens: "Ik weet niet of het zo zal blijven dat mannen vaker afasie krijgen dan vrouwen. Mannen liepen vroeger meer kans

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's

VU Magazine 1996 - pagina 314

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's