GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1996 - pagina 356

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1996 - pagina 356

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

P.J. Knegtmans, P. Schuiten en J. Vogel, 'Collaborateurs van niveau - opkomst en val van de hoogleraren Schrieke, Snijder en Van Dam', Vossiuspers AUP, Amsterdam, f. S9?S°-

In de jaren twintig en dertig waren Jan van Dam, Jaap Schrieke en Geeito Snijder voorname wetenschappers. De Germanist Van Dam was op zijn vierentwintigste docent m Bonn, nog voor zijn dertigste lector in Amsterdam en kort daarna hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam. De staatsrechtgeleerde Schrieke was een autoriteit op het gebied van Indisch recht en politiek, en maakte deel uit van de ambtelijke elite van Nederlands-Indie. Hij werd er directeur van het departement van Justitie, en later buitengewoon hoogleraar Indisch staatsrecht aan de Rijksuniversiteit Leiden. De archeoloog Snijder, tenslotte, wordt nog steeds beschouwd als degene die de Romeinse kunst als zelfstandig onderdeel binnen de kunstgeschiedenis introduceerde. Hij was hoogleraar klassieke archeologie aan de Universiteit van Amsterdam en hoogleraar-directeur van het Allard Pierson Museum. Van Dam, Schrieke en Snijder waren tevens fout in de oorlog. Ze lieten zich benoemen tot respectievelijk secretarisgeneraal van het ministerie van Opvoeding, Wetenschap en Cultuurbescherming, secretaris-generaal van het departement van Justitie en president van de Nederlandse Cultuurkring en de Kultuurraad. Alle drie sympathiseerden ze in meer of mindere mate met de NSB en de ss, ze pochten op hun goede relaties met Seyss-Inquart en andere nazi-kopstukken. De drie hoogleraren zaten na de oorlog langdurige vrijheidsstraffen uit. Dat het trio fout was, is bekend. In 'Collaborateurs van Niveau' brengen de historici Peter Jan Knegtmans, Paul Scliulten en Jaap Vogel geen schokkende nieuwe feiten aan het licht. Door het

72

WCS JULI - AUGUSTUS 1 9 9 6

Willens en wetens in de fout drietal elk in een apart hoofdstuk te behandelen in de vorm van een biografische schets, leggen ze wel de achtergronden bloot van waaruit de drie hoogleraren tot hun daden kwamen. Onder meer in hun wetenschappelijke oeuvre zochten de auteurs naar aanwijzingen die hun latere gedrag konden helpen verklaren. Die aanwijzingen vonden ze, zij het niet overal in even sterke mate. In het geval van Jaap Schrieke zochten ze de motivatie tot collaboratie niet alleen, zoals Lou de Jong had gedaan, in zijn frustratie na een reeks persoonlijke en beroepsmatige teleurstellingen. Schrieke was al voor de bezetting een staatsrechtgeleerde die zich niet louter academicus voelde, maar ook zelf van de macht wilde proeven. Hij had sterke bedenkingen bij het functioneren van een democratische Nederlandse staat als koloniale mogenheid. Al in 1936 legde hij zijn eerste contacten met de NSB. In de bezettingsjaren wijdde Schrieke zich met overgave aan de nazificatie van de Leidse universiteit. Hij was een van de oprichters van de Nederlandse Stichting tot Bevordering van de Studie van het Nationaalsocialisme (NSBSN).

Hij kreeg de kans burgemeester van Amsterdam te worden, maar koos voor de hoogste ambtelijke functie bij Justitie. Omdat hij na Dolle Dinsdag gewoon op zijn post bleef, kreeg hij het KriegsverdienstJ<reuz erster Klasse. Snijder was kortweg een groot bewonderaar van sterk leiderschap. Zijn held was de Romeinse keizer Augustus. Als voorzitter van de Amsterdamse afdeling van de Nederlandsch-Duitsche

Vereeniging zette hij zich in voor betere betrekkingen tussen Nederland en Duitsland. Een groot Duits imperium was in zijn ogen, ook gezien het verleden van de beide landen, een logische zaak. In 1938 ontving hij uit handen van Hitler zelf een hoge onderscheiding. Hij werd een van de allereerste leden van de Nederlandse SS, en schopte het tot Obersturmfuhrer. De verbintenis van Van Dam met Duitsland was evident. Hij woonde en werkte er twee jaar, had er vele vrienden. Hij idealiseerde de Duitse cultuur. Als hoogste onderwijsambtenaar onder regie van de bezetter was hij belast met de nazificatie van het onderwijs. Snijder, Schrieke en Van Dam komen in 'Collaborateurs van Niveau' naar voren als machtsbeluste intellectuelen, bij wie een voedingsbodem voor hun antidemocratische gedachtengoed tijdens hun wetenschappelijke carrière ontstond. Het boek van Knetgtmans, Schuiten en Vogel kan niet in alle gevallen causale verbanden leggen tussen wetenschapsbeoefening en nazi-sympathieen, maar biedt wel een aantrekkelijk kijkje achter de schermen. Het boek, dat vlot is geschreven en besluit met een helder reflecterend hoofdstuk waarin de drie biografieën worden ineengevlochten, maakt duidelijk dat niet alle collaborateurs naïeve opportunisten waren. Die constatering kan echter nauwelijks als geruststellend worden opgevat, (MT)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's

VU Magazine 1996 - pagina 356

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's