GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1996 - pagina 323

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1996 - pagina 323

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

het meeste dat taalkundigen de afgelopen tweehonderd jaar over de woordenschat van het PIE hebben geleerd, terzijde leggen. Veel archeologen waren bereid dat te doen, en daaruit blijkt hoezeer archeologie en taalkunde de afgelopen jaren van elkaar zijn vervreemd. Vergelijkende taalkunde is onbetrouwbaar, zo werpen archeologen tegen. Die benadering gaat te veel uit van lineaire stambomen, en vergeet dat talen van elkaar kunnen lenen of naar elkaar toe kunnen groeien. Als archeoloog uit het tweede kamp heb ik alle vertrouwen in taalkundige ontdekkingen, maar niet in de manier waarop ze soms worden gebruikt. De vergelijkende methode van de taalkunde is in een aantal gevallen wel degelijk succesvol gebleken. Als vergelijkend taalkundigen veranderingen in een taal proberen te verklaren kijken ze eerst naar onstabiele klankstructuren in die taal. Pas als die behoudende benadering niet werkt zullen ze suggereren dat bepaalde woorden, klanken of grammaticale vormen aan andere talen ontleend zouden kunnen zijn. Hoewel archeologen in hun eigen vak net zo omzichtig zijn als het gaat om externe oorzaken van veranderingen, zien ze overeenkomsten tussen talen niettemin vaak als aanwijzingen voor ontleningen. Maar ontleningen, hoe veelvuldig ze ook voorkomen, hebben toch nooit geleid tot zulke treffende overeenkomsten als er bestaan tussen de Indoeuropese talen. Stone of

Talen worden gevormd door cultuur en biologie. Culturen scheppen en herzien hun eigen woordenschat, grammatica en syntaxis, terwijl de mechanica van het spreken grenzen stelt aan die culturele creativiteit. Maar woorden die eenmaal zijn uitgevonden hebben de neiging zich op voorspelbare manieren te ontwikkelen. De 'p', bijvoorbeeld, verandert vaak in een 'f' (zo is het Griekse 'pyi' het Engelse 'fiie' geworden), maar een 'f' wordt maar zelden een 'p'. Als twee woorden met een vergelijkbare klank en betekenis in twee of meer talen voorkomen dan zouden ze zich uit een gemeenschappelijke wortel kunnen hebben ontwikkeld. Het Engelse woord 'horn' ('hoorn') en het Franse 'coine', bijvoorbeeld, ontwikkelden zich beide uit de PiE-stam 'km'. Maar zo'n overeenkomst zou ook eenvoudigweg gebaseerd kunnen zijn op hetzelfde woord, dat recent in beide talen is opgenomen ('café' en 'coffee' zijn twee versies van het Turkse 'kahveh'). Een van de belangrijke doelstellingen van de vergelijkende methode in de taalkunde is om onderscheid te maken tussen woorden die zich uit eenzelfde oervorm ontwikkelden, en leenwoorden. Om dat te kunnen doen, moet je weten hoe een bepaalde woordklank uit de ene taal in een andere taal zou moeten klinken. Gelukkig zijn de regels voor de klankverandering redelijk regelmatig. Als het woord 'coffee' was voortgekomen uit een piE-stam, zou de Franse versie iets als 'chef' of 'cief' moeten zijn, maar zeker niet 'café'. Gegeven de klankveranderingsregels in het Frans en Engels zou geen enkel PiE-woord zowel 'coffee' als 'café' hebben kunnen opleveren. Door duizenden verwante woorden te bestuderen hebben taalkundigen belangrijke stukken van de woordenschat en de

grammatica van het PIE kunnen reconstrueren. Net als stukken van een kruiswoordraadsel in drie dimensies, met woorden die zich vanaf elke letter in alle richtingen uitstrekken, moeten piE-woorden tegelijkertijd aan een aantal lastige criteria voldoen. Hoe langer het oerwoord, des te zwaarder de eisen. Met die methode kunnen we slechts losse stukjes van de oertaal reconstrueren, maar de betrouwbaarheid van wat we zo te zien krijgen wordt heel groot geacht. Rituele offers

Het gereconstrueerde PIE is een kostbare schat die ons een venster biedt op de religie, verwantschaps- en afstammingssystemen, technologie, sociale structuur, en de economie van zijn sprekers. Allereerst suggereert het feit alleen al dat veel piE-woorden en grammaticale regels boven tafel kunnen worden gebracht, dat het PIE één taal, wellicht met regionale dialecten, was, en met een groep van talen. Bepaalde woordgroepen laten op hun beurt iets zien van rituelen en geloofsovertuigingen die voor de archeologie onzichtbaar blijven. Ze laten zien dat de sprekers van het PIE een patriliniair afstammingssysteem hadden en dat vrouwen zich aansloten bij de familie van hun echtgenoot (patrilocaliteit), dat stamhoofden gezag uitoefenden over een plaatselijke verwantschapsgroep, dat ze regels hadden voor de samenstelling van hun krijgsbenden, rituele offers van runderen en paarden brachten, over wagens beschikten, een mannelijke of vaderlijke hemelgod kenden, en het uitspreken van de naam

WCS lULI - AUGUSTUS

I996

39

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's

VU Magazine 1996 - pagina 323

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's