GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1996 - pagina 421

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1996 - pagina 421

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

vyetrnatighèderi Wetten in de sociologie bestaan niet. De samenleving is nu eemnaal wispelturig en trekt zich weinig aan van het wetenschappelijk verlangen naar orde. Maar er bestaan wel bepaalde regelmatigheden, vaste patronen die je in de samenleving herhaaldelijk ziet terugkomen. Sociologen zijn bijvoorbeeld heel goed in het opsporen van zich ontwikkelende 'groepsidentiteiten', die ontstaan nogal eens door de spanning tussen de zogeheten gevestigden in een gemeenschap en de buitenstaanders. De beroemde socioloog Norbert Elias merkte op dat de gevestigden zichzelf een superieure menselijke waarde toekennen en - complementair daaraan - slechte eigenschappen toeschrijven aan buitenstaanders en vreemdelingen. Juist door middel van dat verzet tegen zo'n vreemdeling kristalliseert zich een krachtig gevoel van saamhorigheid uit. Men 'stigmatiseert' - om een typisch sociologisch begrip te gebruiken - de vreemdeling en versterkt daarmee het 'wij-gevoel'. Een goede vijand is nooit weg. Sociologen stellen dat soort processen bij andere mensen vast, maar hebben ze er

nu zelf ook last van? Biedt kennis van zulke mechanismen een garantie voor het vermijden ervan? Het lijkt er niet op. In augustus werd een rapport van een visitatiecommissie in de openbaarheid gebracht waarin de toestand van de Nederlandse sociologie onthuld werd. Die toestand valt zeer bevredigend te noemen. De Nederlandse sociologie kreeg over de hele linie een heel behoorlijke beoordeling, met weinig echte uitschieters, niet naar boven maar ook niet naar onderen. Alle reden dus voor de sociologen om tevreden achterover te leunen. Voor eens en voor altijd is het oude, taaie vooroordeel dat de sociologie niets voorstelt, uit de wereld geholpen. Zo leek het in ieder geval. Maar in werkelijkheid viel die tevredenheid ver te zoeken. Het gemopper was niet van de lucht. Het oogt als een duidelijk geval van gevestigden die buitenstaanders proberen te diskwalificeren. De buitenstaanders van de visitatiecommissie waren merendeels buitenlanders, en dat maakte hen een des te gemakkelijker prooi voor stigmatisering. Die buitenlanders heetten geen besef van de Nederlandse situa-

Het aanvankelijk kille en later buitengewoon droge weer dit jaar heeft de bosparelmoervlinder volgens Van Halder niet al teveel dwars gezeten: "In de slechtste periode was de bosparelmoervlinder nog in het rupsenstadium en de rups heeft betrekkelijk weinig last van dergelijke weersomstandigheden. Wel zijn ze wat later van het rupsenstadium naar het vlinderstadium overgegaan, maar dat is geen ramp." Het is dus niet uitgesloten dat de bosparelmoervlinder op den duur zijn positie tussen de topscorers op de Rode Lijst van bedreigde vlindersoorten zal moeten opgeven, (ELG)

tie, van onze specifieke intellectuele cultuur te hebben; ze stelden onmogelijke eisen, bijvoorbeeld dat er meer publicaties in het Engels dienden te verschijnen; of ze beseften niet dat een faculteit die midden in een reorganisatieproces zit of die te lijden heeft onder bezuinigingen, eventjes, tijdelijk, iets minder aan onderzoek kan doen; of ze hebben er onvoldoende rekening mee gehouden dat deze of gene hoogleraar gedurende een bepaalde periode al zijn tijd heeft gestoken in bestuurswerkzaamheden waardoor helaas minder tijd voor onderzoek overgebleven is; of ze telden alleen de hoeveelheid publicaties, terwijl een kind kan weten dat kwantiteit niet altijd zo veel zegt over kwaliteit. Kortom, van de normen van de beoordelaars deugde weinig. De leden van de visitatiecommissie, daar kwam het op neer, waren teveel buitenstaander gebleven en hadden zich te weinig insider betoond. Het was daarbij bijna ontroerend om te zien hoe er een gevoel van eensgezindheid tot stand kwam. De mensen die wel een goede beoordeling kregen namen het op voor degenen die er slechter vanaf kwamen. Nog ijveriger dan de betrokkenen zelf zochten zij naar verzachtende omstandigheden voor een slecht wetenschappelijk functioneren. Er ontstond ineens grote solidariteit. Niets is zo goed voor het het wij-gevoel dan een van buitenaf komende bedreiging. De rijen sluiten zich onmiddellijk. Het is een klassiek sociologisch mechanisme en de sociologen zijn er net zo hard aan onderhevig als wie ook. Sociologen zijn ook mensen, voor wie het nog niet wist. Maar dat er hier sprake is van een vast, zeer herkenbaar patroon, laat één ding onverlet: misschien hadden de sociologen wel gelijk met hun kritiek op de visitatiecommissie. Want daar heb je met het vaststellen van een sociologische wetmatigheid nog helemaal niets over gezegd, (KN)

foto; Elmer Spaargaren

WCS OKTOBER

1996

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's

VU Magazine 1996 - pagina 421

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's