GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1996 - pagina 133

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1996 - pagina 133

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

en die kan het weten,- hij is een voormalig stroper." Met de weidevogels gaat het hier ook niet echt goed. Een jaar of vijftien, twintig geleden, schat Wiegers, nestelden er vijf keer zoveel vogels op zijn land, die navenant meer jongen afleverden. Wiegers zoekt de reden voor de achteruitgang voor een belangrijk deel in de toename van het aantal vossen die ieder ochtend en avond vanuit het Dwingelderveld naar zijn land komen. Zelfs overdag verlaten ze de veiligheid van het nationale park. Daarnaast zijn er de kraaien, die tegenwoordig iminder vijandig door de mens worden bejegend en ook minder weerwerk van de kieviten krijgen. "Vroeger", herinnert Arends zich, "kon een zwerm kieviten de kraaien nog wel verjagen, maar nu is h u n aantal zo gering, dat kraaien er geen respect meer voor hebben." Toch is het vreemd, dat er niet meer weidevogels z i t t e n op het land van Wiegers, dat tenslotte voor ze geknipt lijkt. Of de boosdoeners inderdaad vos, kraai, kat of hond heten, moet het wetenschappelijk onderzoek uitwijzen, dat nu gaande is in het aanpalende Dwingelderveld. De onderzoekers gaan onder meer na wat voor etensresten de vossen bij h u n holen achterlaten. We lopen naar de stallen van Wiegers, die beschutting bieden tegen de gure wind. In de verte roepen de kieviten ons na met een verwaaiend 'kie-wi'. Door dat geluid heen klinkt plotseling een andere roep: de tureluur die ook al zijn eigen naam roept, meldt zich terug op de Drentse velden.

Koihoenders In de auto terug naar Dwingelo wijst Arends weilanden aan en vertelt over het beheer ervan, de grondwaterstand en de houding van de boer ten opzichte van de weidevogels. We praten over de invloed van de wetenschap op de praktijk van de weidevogelbescherming. "Die invloed is er, maar je moet het niet overdrijven", oordeelt Arends. "Vroeger kwam ik in het Fochteloërveen. Daar zaten korhoenders, die voortdurend in de gaten werden gehouden door wetenschappers. Maar ze konden niet voorkomen dat het korhoen er nu verdwenen is." Soms blijkt de invloed van de wetenschap zelfs ronduit negatief. Het

waren, zegt Arends, uiteindelijk de landbouwkundigen uit Wageningen die begonnen over de schaalvergroting in de landbouw, die zulke desastreuze gevolgen had voor de weidevogels: "Onbedoeld weliswaar", voegt Arends er aan toe, "maar de gevolgen waar er niet minder om." Positiever zijn de weidevogelaars over een experiment, dat de gevolgen van verschillende vormen van weilandbeheer in kaart moet brengen. Zowel de bedrijfseconomische kant als het welzijn van de vogels krijgt daarin aandacht. De onderzoeksresultaten moeten het mogelijk maken een balans te vinden tussen de portemonnee van de boer en de rust voor de vogel. "Er is zelfs een proef aan de gang met het betalen voor nesten waarin succesvol jongen zijn grootgebracht", vult Dijkstra aan. "Een gruttonest zou een boer honderdvijftig gulden opleveren." Daarop ontspint zich een discussie over de mogelijkheden tot fraude die zo'n regeling oplevert, en over de pech die een boer heeft wanneer het nest dat hij zorgvuldig heeft ontzien, ten prooi valt aan predatoren of eierzoekers. De conclusie is, dat het zinniger is boeren een vergoeding te geven voor het beheren van land op een voor weidevogels vriendelijke manier. Het markeren van nesten met stokken was ook onderwerp van wetenschappelijk onderzoek. De onderzoekers ontdekten dat het geurspoor van goedbedoelende beschermers naar het nest, werd gevolgd door predatoren, die

WETENSCHAP,

CULTUUR

€> SAMENLEVING

7

- APRIL

Bert Dijkstra, coördinator van het weidevogelproject, plaatst een metalen nestbeschermer: "De wetenschap toont met cijfers aan dat dit werk zin heeft." het nest vervolgens leegroofden. Het is daarom beter om alleen in de ochtend te markeren. Dan ligt er nog dauw op de velden die, later optrekkend, de geur wegneemt. Het plaatsen van stokken moet trouwens toch tot het minimum worden beperkt, omdat die ook eierzoekers de weg naar het nest wijzen. En, bijna onvernrijdelijk, komen de financiën aan bod: "Als met de cijfers van de onderzoekers kan worden aangetoond dat ons werk zoden aan de dijk zet, dan kunnen we bij de politiek op geldelijke steun aandringen", zegt Dijkstra. Het beschermingsproject heeft van de Europese Unie en de landelijke en provinciale overheid subsidie gekregen voor een periode van drie jaar. Hoewel het project daarna zo zelfstandig mogelijk moet zijn, blijft iedere vorm van financiële steun welkom. Terug in huize Arends gaat de telefoon. Een boer uit de omgeving van Bellen vraagt om inlichtingen. Hij wil samen met een stel collega's wat gaan doen aan de bescherming van weidevogels. Alles bij elkaar hebben ze zo'n zevenhonderd hectare grond. "Dat is de moeite waard", zegt Arends. "En let op, het is een spontaan initiatief van die mensen zelf. Het leeft onder de boeren,- ze willen de roep van de weidevogels op hun land niet missen."

1996

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's

VU Magazine 1996 - pagina 133

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's