VU Magazine 1996 - pagina 440
f LANDSCHAP
Voedselrijk laagveen
Dit is zonder twijfel een van de mooiste stukjes Nederland: het nationaal park De Weerribben in de kop van Overijssel. Het is een typisch voorbeeld van een laagveengebied, dat in de geologie ook wel Hollandveen wordt genoemd. In vroeger tijden is deze omgeving systematisch verveend door het graven van trek- of petgaten; de rechte kanalen waarvan je hier nog de restanten ziet. Uit die trekgaten werd het veen
28
WCS OKTOBER
I996
opgebaggerd dat aan weerszijden, op de zogeheten ribben of legakkers, werd gedroogd. Vervolgens werd het spul per schuit afgevoerd om als turf te worden gestookt. In de loop der jaren zijn veel van die trekgaten dichtgegroeid. Als een trekgat niet al te diep was, vormde zich dikwijls een soort drijvende mat van waterplanten. Na verloop van tijd werd die mat aan de onderzijde steeds dikker.
Zo ontstonden kraggen; matten van waterplanten die zo stevig zijn dat je erop kunt lopen en er zelfs hooiland op kunt aanleggen. Zulke volledig dichtgegroeide trekgaten zijn er hier volop. Behalve voor hooiland worden ze ook voor rietcultuur gebruikt. Dit is een van de weinige gebieden in ons land waar op grote schaal riet wordt gesneden. Dat is op de foto goed te zien. Het is vooral grondwaterveen dat we
in deze streken tegenkomen. Hier is veel minder sprake van veenmoskussens die boven het reliëf uitgroeien, zoals je bij de Noord-Brabantse regenwatervenen ziet. Diep in de ondergrond bevindt zich het oorspronkelijke dal van de Vecht. Vanaf circa 6000 voor Christus is dit dal gevuld door de oprukkende zee, die destijds een groot deel van Midden-Nederland deed overstromen. In feite bevinden we ons hier aan de voormalige Nederlandse
kustlijn. Rond dit zogeheten inbraakgat dat het wassende water vormde, steeg het grondwaterpeil. Het land verdronk als het ware, waardoor een soort kustmoerassen ontstonden. Intussen is het grondwaterpeil natuurlijk flink gezakt en wordt de waterhuishouding hier, net als overal in Nederland, keurig gereguleerd. Het waterpeil mag niet te ver zakken, omdat het gebied anders uitdroogt en veel flora en fauna
verloren zou gaan. Het is een bijzonder rijk natuurgebied met onder meer een grote variëteit aan vogelsoorten. Er wordt hier dus wel gehooid en riet gesneden, maar dat is eigenlijk het enige economische gebruik van deze streek. Aan de schoonheid ervan doet dit nauwelijks iets af. Eduard Koster is hoogleraar geomorfoiogie aan de Universiteit Utrecht. Interview: Marl< Traa.
WCS OKTOBER
I996
29
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996
VU-Magazine | 568 Pagina's
![VU Magazine 1996 - pagina 440](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/vu-magazine/vu-magazine-1996/1996/01/01/1-thumbnail.jpg)