GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1996 - pagina 121

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1996 - pagina 121

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

om blijkbaar moeilijk te accepteren. Ik denk dat die ervaring van bevrijding tot de persoonlijke levensmythe van veel mensen is gaan behoren. Dat merk je ook aan de vaak sarcastische toon waarop mensen over religie praten: 'wij' willen niets uitstaande hebben met al die gekken in de wereld die nog in het web van de godsdienst gevangen zitten. Godsdienst wordt verbonden met achterlijkheid, en voorlijkheid met ongodsdienstigheid. Ikzelf zie die relatie niet. Inderdaad, ook in de sociologie is die verbinding tussen modernisering en secularisatie een gevestigde theorie, maar ik weerleg die. Volgens die theorie zou het belang van de religie moeten afnemen sinds de Industriële Revolutie van de negentiende eeuw. Maar het tegendeel is het geval; het belang van religie is aanvankelijk zelfs toegenomen en pas in de jaren zestig afgenomen. "Het gaat in de oriëntalistische beeldvorming dan ook niet alleen om beelden van het Oosten die simpelweg niet kloppen. Er is ook iets anders aan de hand: ze fungeren als het tegendeel van het Westen. Ze zijn niet volledig te verklaren als uitingen van vreemdelingenhaat of iets dergelijks; ze helpen het Westen ook bij het definiëren van zichzelf, van de eigen moderniteit. Wie die beelden ter discussie stelt, morrelt dus ook aan het zelfbeeld van het Westen. Wie relativerend spreekt over de rol die godsdienst buiten de Westerse wereld speelt, wie probeert te analyseren zonder direct te veroordelen, die is verdacht. Zo wil men de eigen beschaving veilig stellen voor kritiek. "De mensen die dat doen - een semiintellectueel als Frits Bolkestein bijvoorbeeld - beroepen zich op de Verlichtingsidealen. Maar een van de k e n m e r k e n van de Verlichting is nu juist een voortdurende kritiek op bestaande opvattingen, een voortdurend onderzoek naar de fundamenten van onze eigen waarheden en een openstaan voor andere waarheden, voor andere moderniteiten wellicht. Desondanks worden FIS-aanhangers of Hindu-nationalisten gezien als afschuwelijke fascisten over wie geen kennis van zaken nodig is om over ze te kunnen oordelen. Het wetenschappelijk debat hierover is sterk aan de politiek gekoppeld, en dat maakt het tot een weinig vrolijke aangelegenheid; mensen raken

erg geëmotioneerd. Er wordt gevraagd een duidelijke keuze te maken zonder te analyseren. Maar ik geloof niet dat wetenschappers dat horen te doen." POPULISTISCH

Als Van der Veer Bolkestein ziet als een directe tegenstander, wordt de vraag van belang hoe zijn eigen politieke opvattingen er uitzien. Van der Veer ontkent echter dat hij er partijpolitieke opvattingen op nahoudt: "Ik sta net zo kritisch tegenover iemand als Bolkestein als tegenover m i n i s t e r Pronk. Analyses als de mijne zijn wel van belang om politieke afwegingen te kunnen maken. Maar politieke handelingen worden vaal<: niet bepaald door analyses, maar door massapolitieke overwegingen. Ik geloof ook niet dat Bolkestein geleid wordt door intellectuele gedachten; die voert gewoon een populistische politiek." En Pronk? "Pronk is een echte gereformeerde jongen uit de wereld van de zending; iemand die de wereld wil verbeteren en moderniseren. Zowel Bolkestein als Pronk vertegenwoordigen de liberale mening die in Nederland de heersende is. Vrijheid en democratie worden beschouwd als hetgeen Nederland en onze beschaving onderscheidt van de rest van de wereld; wij zijn vrij en anderen zijn helaas onvrij. Dat is de mening die je terugvindt van de Volkskrant tot NRC Handelsblad. In mijn boek keer ik mij tegen deze mening, en wie dat doet wordt door de spraakmal<:ers als gevaarlijk beschouwd. "Die heersende mening heeft een duidelijke politieke betekenis. Ze handhaaft zich nu nog, maar de ontwikkelingen zullen zich uiteindelijk heel anders voltrekken dan algemeen wordt aangenomen. Zo denk ik dat immigratie de werkelijkheid van de komende tijd is. Je k u n t wel s t e m m e n winnen door te roepen: 'We sluiten de poorten', maar immigratie is niet tegen te houden en zal onze cultuur bovendien zeker veranderen. M u l t i c u l t u ralisme is absoluut de toekomst; vertegenwoordigers van verschillende culturen zullen dieper en dieper met elkaar te mal<en krijgen. Je kunt dus beter nagaan hoe je daarmee om moet gaan dan je ervoor afsluiten en je eigen waarden onaantastbaar malcen.

WETENSCHAP,

CULTUUR

et)

SAMENLEVING - MAART $1

"Hoe gaan we om m e t grote verschillen van mening? Ook in de tijd na de Reformatie, toen er verschillende religieuze overtuigingen naast elkaar bestonden, was dat de vraag. Toen ging het debat over religie en was het de kerk die afwijkingen beoordeelde. N u gaat het om nationale cultuur en moet de staat afwijkingen beoordelen. Maar de debatten lijken op elkaar. Ook toen was de vraag: bepaalt de groep die de macht heeft wat wel en niet getolereerd wordt, of ontwikkelen we een systeem dat elke groep haar eigen plaats gunt? In Nederland is het laatste gebeurd. Verschillende godsdienstige groeperingen kregen 'soevereiniteit in eigen kring' en konden naast elkaar bestaan, terwijl de elites van elk van die groeperingen werden geïncorporeerd in het politieke bestel. Iets dergelijks kunnen we nu ook doen met culturele minderheden. "In de Verenigde Staten is nu een debat gaande over culturele assimilatie. Heel lang is men ervan uitgegaan dat iedereen zich als vanzelf zou aanpassen aan de blanke, protestantse cultuur. Maar dat idee wordt n u verlaten. Het gebeurt gewoon niet en het zal ook niet gebeuren. De vraag is vervolgens: wat zijn de grenzen van de culturele pluriformiteit? Die vraag laat zich niet simpel beantwoorden, als in de natuurkunde bijvoorbeeld de grenzen van de elasticiteit van een stof. "In Nederland gaat het om dezelfde vragen, maar op een andere schaal. Ik denk dat Nederland te klein is voor de etnische enclaves zoals je die in de Verenigde Staten ziet ontstaan. Mensen van buiten Nederland zullen deel gaan uitmalcen van de Nederlandse samenleving. Ik zie dat ook gebeuren. Als ik in Amsterdam loop, zie ik wel dat de mensen op straat veel verschillende etnische achtergronden hebben, maar ik zie toch vooral dat ze Amsterdammer zijn."

Peter van der Veer, Modern oriëntalisme. Essays over de westerse beschavingsdrang. Uitgeverij Meulenhoff, Amsterdam. Prijs f. 36,90.

1996

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's

VU Magazine 1996 - pagina 121

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's