GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1996 - pagina 462

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1996 - pagina 462

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

ACADEMIA POËTICA

Door vijanden omringd, / Door vrienden in de nood / Geschuwd als aas dat stinkt, / Houd ik mij lacliend groot

Pathos en bravoure Het hoge woord moet er maar uit: ik heb nooit van Slauerhoff gehouden. Nou en?, zult u zeggen, vanwaar zo'n publieke bekentenis waarom niemand heeft gevraagd? Ik zal proberen daar een antwoord op te geven. Het is een feit: de dichter van onverwoestbaar lijkende regels als "In Nederland wil ik niet leven" en "Alleen m mijn gedichten kan ik wonen" is onmiddellijk na zijn dood bijgezet in het vaderlands pantheon der Waarachtige Poëten en zijn werk dienovereenkomstig gecanoniseerd als behorend tot de meest Waarachtige Poëzie ooit in het Nederlands taalgebied ontsproten. Maar ik heb altijd gedacht dat ik er geen antenne voor had, en dat ik beter mijn mond kon houden, omdat ik bang was daarmee de enige te zijn. Rondom doorboren de bronzen kanonnen De donkre romp-, steeds openstaande sponnen Voor plotsling losbarstende kanonnaden, (...) Verwoestender dan de toornigste tornaden" las ik op de HBS in de bundel 'Eldorado' (1928), en vond het ronkende onzin (om in Slauerhoffs maniakale rijmschema te blijven). Bombastisch geposeer, verpakt in retoriek en slechtlopende versregels, dat ik nog onverteerbaarder achtte dan de loodzware materie die Slauerhoffs tijdgenoot H. Marsman (de dichter van "Denkend aan Holland / zie ik brede rivieren / traag door oneindig / laagland gaan") ons scholieren als verplichte kost had nagelaten. Waarom vond ik het werk van Marsman en Slauerhoff niet te pruimen, en dat van hun generatiegenoten als bijvoorbeeld Gerrit Achterberg en Martinus Nijhoff, die het Grote Woord toch ook niet schuwden, wel? Dat Marsman en Slauerhoff zich beiden te buiten gingen aan het soort Selbsthass waarop Nederlanders patent hebben, zal het niet zijn geweest. Wèl dat hun poëzie me zo zwaar en zo gekunsteld en onecht leek. Had ik daarin gelijk? Na lezing van de 868 pagina's tellende biografie die Wim Hazeu aan de jong gestorven Slauerhoff (1898 - 1936) wijdde, ben ik aanvankelijk geneigd in mijn hoofdzakelijk negatieve standpunt te volharden. Hazeu, die eerder voortreffelijk werk

50

WCS OKTOBER

I996

verrichtte met zijn biografie van Gerrit Achterberg, toont voor mijn gevoel de dichter-scheepsarts als een poseur, die eigenlijk niets liever deed dan provoceren,- een hoogst ongemakkelijk mens zonder veel vrienden, die het vrijwel nergens dan in zijn hut, eenzaam tussen passanten op een stampend schip, langer dan drie dagen uithield. En maar dichten: Dooi vijanden omringd. Door vrienden in de nood Geschuwd als aas dat stinkt. Houd ik mij lachend groot. Al is mijn ziel verminkt. Mijn lijf voor driekwart dood. Pathos en bravoure toch? Maar er blijkt iets opmerkelijk oprechts en consequents te schuilen in zwaar aangezette regels als "Nu weet ik: nergens vind ik vree, / Op aarde niet en niet op zee". En het is aan Hazeu te danken dat die oprechtheid zich, voor het eerst, nu ook aan mij voordoet. Slauerhoff moet een soort omgekeerde amfibie zijn geweest - een dier dat zich noch op het land noch op het water werkelijk thuisvoelt. Het verklaart wellicht 's mans wonderlijke fascinatie voor eilanden - voor Vlieland bijvoorbeeld; het enige stukje Nederland waar hij geregeld, en betrekkelijk lang voor zijn doen, kon verblijven zonder dat de boel hem direct aanvloog - die tot uiting komt in een groot deel van zijn poëzie en proza. Neem Plant Neem Erken

ik bezit van dit eiland. ik de zwarte vlag. iedere natie tot vijand, slechts 't azuur als gezag.

Eigenlijk, besef ik opeens, was Slauerhoff zelf zo'n eiland. Het zal toch geen begin van waardering zijn? Misschien moest Hazeu zijn biografische talenten ook maar eens aan Marsman besteden. D. Prinsen W i m Hazeu's 'Slauerhoff. Een biografie' verscheen vorig jaar bij de Arbeiderspers.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's

VU Magazine 1996 - pagina 462

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's