GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1996 - pagina 343

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1996 - pagina 343

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

gebied - specialisatie - is een zo'n uitbraakpoging. Maar er is ook een andere: die van het generalisme. De generalist weigert zich juist te specialiseren, is veelal actief op diverse terreinen en beschouwt zich vaak eerder als commentator en analyticus dan als wetenschapper in de strikte zin van het woord. Maar de moderne specialist en de moderne generalist hebben ook iets gemeen: ze hechten geen al te groot belang aan hun identiteit als socioloog. "Lezen, heel veel lezen en behoorlijk leren formuleren", zo formuleerde Abiani de Swaan, eveneens hoogleraar sociologie aan de UVA, ooit het doel van de sociologieopleiding. Sociologie heeft, zo opgevat, een 'zwakke' wetenschappelijke status. Belezenheid is immers geen al te overtuigend criterium om waarheid en wetenschappelijke vooruitgang aan af te meten. En niet alleen sociologen proberen te lezen en behoorlijk uit hun woorden te komen, ook in andere opleidingen worden wel eens pogingen in die richting ondernomen. Dat is niet typisch sociologisch. In de optiek van De Swaan is de sociologie echter geen echt ambacht - hoewel een gedegen kennis van methoden en technieken wel degelijk tot de noodzakelijke onderdelen van het vak behoort - maar eerder een intellectuele traditie van nadenken over de samenleving. Hij vindt dat in een academische opleiding het generalisme het belangrijkst behoort te zijn; er moet een intellectuele basis zijn op grond waarvan later eventuele specialisatie kan plaatsvinden. De socioloog is naar zijn idee een maatschappijbeschouwer voor algemeen gebruik. Niet ieinand die vanuit een luie leunstoel orakelt over het wel en wee van de samenleving, maar eerder een die behendig en flexibel is, die zich op diverse deelterreinen gemakkelijk kan inwerken omdat hij over een brede eruditie beschikt.

Legpuzzel

Sociologen die ook daadwerkelijk generalist blijven, vormen een minderheid, maar zijn in 'het publieke debat' toch her en der te zien. De Swaan is er zelf een goed voorbeeld van. Ik zou ook collega's als Schuyt, Zijderveld of Van Doorn kunnen noemen. Behalve boeken schrijven ze columns en essays in kranten en tijdschriften. Als typische sociologen zijn ze, in ieder geval in hun krantenstukken, nauwelijks nog herkenbaar. Dat heeft voordelen. Ze zijn over het algemeen niet bang om de grenzen van het eigen vak te overschrijden. In die stukken beroepen zij zich zelden op een specifiek soort sociologische deskundigheid; ze pretenderen niet een 'hoger' wetenschappelijk inzicht in de samenleving te hebben. Ze zijn vooral belezen, goed geïnformeerde burgers die uitsluitend op de kracht van hun redeneringen en argumentaties beoordeeld kunnen worden. Boeken en wetenschappelijke artikelen door sociologen geschreven zijn bovendien vaak relatief toegankelijk. Wetenschappelijke disciplines die zich echt als 'harde' wetenschap willen bewijzen, zijn nogal eens hermetisch vergrendeld. In diverse takken van wetenschap heerst een barbaars jargon, een soort imponeergedrag dat het stellen

van kritische vragen bemoeilijkt; geheimtaal als garantie voor wetenschappelijkheid en voor ontmoediging van buitenstaanders. Misschien dat degene die zich niet al te overdreven serieus als wetenschapper opvat, meer moeite doet zich begrijpelijk uit te drukken. In ieder geval valt het mij op dat relatief veel sociologen goed kunnen schrijven. En hoewel ik mij geen socioloog meer voel of noem, word ik, wanneer ik dat zie, toch bevangen door een gevoel van chauvinisme. Die sociologen doen het heleinaal niet zo slecht, denk ik dan. De zelfverzekerde sociologische identiteit is afgebrokkeld. Waarschijnlijk hebben niet veel afgestudeerde sociologen het idee dat ze op basis van hun opleiding een superieur soort inzicht in de samenleving hebben. Daarom noem ik mezelf in ieder geval bij voorkeur journalist en geen socioloog. Het is allerminst zo dat ik als journalist op een typisch sociologische wijze naar de wereld kijk, waarna alle stukjes van de maatschappelijke legpuzzel keurig op hun plaats vallen. Ik zou het wel willen - eindelijk orde - maar moet telkens constateren dat zoiets voor mij niet is weggelegd. Waarschijnlijk is de wereld voor de afgestudeerd socioloog minstens zo verwarrend als voor de niet-socioloog. Maar nu is dat voor mij minder onverdraaglijk dan toen ik net sociologie studeerde. Ik hoef niet zo nodig meer vaste grond onder de voeten. Natuurlijk, net als iedere andere betrokken burger ben ik onophoudelijk bezig met het spuien van opinies over gekke-koeienziektes, paarse coalities en ontsporingen in de criminaliteitsbestrijding. Maar daarbij hoef ik niet uitsluitend het juiste begrippenkader in werking te zetten om er een verantwoord standpunt uit te laten rollen. Dat idee werkt eerder belemmerend. Al die voorgevormde denkkaders belemmeren in zekere zin het vrije denken. Je moet misschien niet al te veel socioloog willen zijn. Het typisch sociologische interesseert mij nauwelijks nog. En daarin ben ik, zo valt te vrezen, toch een echte, hedendaagse socioloog; zo iemand die niet al te zeer aan zijn eigen identiteit gehecht is. Maar denken doe je nooit in volledige vrijheid. Je hebt een intellectuele ondergrond nodig, een academische opleiding bijvoorbeeld. De studie sociologie is een interessante opleiding. Zoals er trouwens wel meer interessante opleidingen bestaan. De studie heeft me diepgaand beïnvloed, maar ik weet alleen niet hoe. Net zoals je ouders en onderwijzers op school je gevormd hebben, terwijl vaak evenmin precies valt aan te geven op welke manieren. Maar dat maakt niet uit. Al die invloeden neem je bewust of onbewust mee, ze vormen de bagage. Daarmee moet een mens het maar doen.

Naar aanleiding van: Eril< Snel, 'De vertaling van wetenschap - Nederlandse sociologie in de praktijk', Uitgeverij SWP U t r e c h t .

WCS JULI - AUGUSTUS I996

59

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's

VU Magazine 1996 - pagina 343

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's