VU Magazine 1996 - pagina 527
in Maastricht Tegenover de banieren staan de stenen, die ooit deel uitmaakten van de afgebeelde monumenten. Op de vraag of er niet veel fantasie nodig is om uit die schaarse resten zo'n groot bouwwerk te reconstrueren, compleet met ornamenten en beeldhouwwerk, reageert Panhuysen fel. "Ik werk volgens strikt wetenschappelijke regels", zegt hij, "van fantasie is geen sprake. Er zijn elders in het noorden van het voormalige Romeinse rijk vergelijkbare monumenten gevonden. Daarmee heb ik deze brokstukken vergeleken en ik durf te zeggen dat deze reconstructies de werkelijkheid dicht benaderen. Mijn opvolgers, of misschien ikzelf wel, zullen verfijningen aanbrengen, geen wezenlijke veranderingen." De gebeeldhouwde stenen hebben een roerige geschiedenis achter de rug. Ze zijn afkomstig uit groeven in de wijde omgeving, tot in Frankrijk toe. In de eerste eeuw van onze jaartelling sierden ze de monumenten waarmee, in de woorden van Panhuysen, "de Romeinen zichzelf de hemel in wilden prijzen." Hoewel de stenen daardoor een zekere mate van heiligheid hadden verworven, werden ze toen de Franken invallen deden in het gebied van Maastricht gebruikt voor de bouw van een vluchtbureht. Uiteindelijk belandden de meeste stenen in de Maas bij de reparatie van de verwoeste Maasbrug. Hoewel Panhuysen zich niet direct een bewonderaar van de Romeinse kunst wil noemen, is het beeldhouwwerk uit de Romeinse periode van Maastricht naar zijn oordeel van buitengewone kwaliteit.
H e t bruggenhoofd m e t het grijze hekje ( m i d d e n op de f o t o ) m a r k e e r t de plaats waar in de Romeinse t i j d de eerste b r u g over de Maas w e r d gelegd.
Het waren de beste vaklui die op verzoek van gepensioneerde legionairs of geassimileerde en rijk geworden autochtonen uit Griekenland of Klein Azië naar de noordgrens van het Romeinse Rijk kwamen. Panhuysen: "De Romeinen legden hun cultuur niet op aan onderworpen volkeren en er was dus ruimte voor lokale invloeden. Hier, in de periferie van het rijk, konden kunstenaars tot op zekere hoogte in vrijheid werken
en een eigen kunst ontwikkelen." Panhuysen kan geen namen noemen van individuele kunstenaars uit de groep die van de eerste tot en met de derde eeuw werkzaam was in Maastricht: "Wel is bekend dat sommigen van hen afkomstig waren uit Aphrodisias in Klein Azië, het huidige Turkije. Destijds ging het ook niet om zoiets als de eigen visie van een kunstenaar, je sprak niet over namen. Wat telde was vakmanschap en vaklui
WCS DECEMBER
I996
11
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996
VU-Magazine | 568 Pagina's