GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1996 - pagina 429

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1996 - pagina 429

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

IJzereef slaat het boek open op die pagina en toont een tekening die doet denken aan een stelsel van gangen die op elkaar aansluiten en soms elkaar kruisen. Het is een weergave van de inscripties op de deksteen van een tumulus, een grafheuvel, in de buurt van Dissignac aan de mondmg van de Loire in Frankrijk. De verschillende inscripties stammen volgens IJzereef en De Jonge uit een periode die begint in 4500 voor Christus en meer dan 1500 jaar later eindigt. "Dit is een kaart van de vaarwegen rond Europa. Hier op de oudste zie je de kust van Bretagne, met het eiland Jersey. De jongste inscripties geven een flink deel van Zuid-Europa weer, samen met de Middellandse Zee. De inscriptie laat zien, dat reizigers uit het westelijke deel van de Middellandse Zee regelmatig in

feiten te verklaren. We doen een voorstel en vragen of het zo niet zou kunnen. Gelukkig krijgen we wel interessante reacties van buiten de archeologie. Neem deze brief hier. Die is van iemand die zich in het Sanskriet heeft verdiept. Ze geeft een vertaling van een megalitische inscriptie in de tumulus van Mané-er-Hroëk, bij Locmariaquer in Bretagne. Delen daarvan lijken als twee druppels water op de figuren in de tumulus van Dissignac, die een kilometer of zestig naar het zuidoosten ligt. Het gaat vooral om een schildvormig onderdeel van de inscriptie, waarin een aantal tekens staat. Het zou volgens de briefschrijfster gaan om een tekst in het Sanskriet en die luidt als volgt: 'Gedenkschrift van de komst van 62 mensen op 4 zeilschepen in het jaar 200200 j in de maand van het Sterrenbeeld Ram uit het land waar kamelen voorkomen.' Ik heb die dame teruggeschreven, want ik weet weinig meer van Sanskriet, dan dat het een taal was die in het derde millenium voor Christus in India is ontstaan en die mystieke elementen bevat. Van wat dat jaar '200200 j ' mag betekenen heb ik werkelijk geen idee. Maar dat is een leuke kant van mijn werk. Je komt met allerlei nieuwe onderwerpen en vakgebieden in aanraking en daarvan steek je voortdurend wat op. Dit is een compleet andere manier van werken dan het nauwkeurig bestuderen van de details van Romeins glaswerk." Het overgrote deel van de archeologen ziet kennelijk weinig tot niets in het boek. Hebt u uw reputatie niet te grabbel gegooidl "Zou kunnen, maar daar heb ik geen last van. Ik heb zoiets al eerder meegemaakt toen ik in het begin van mijn loopbaan een nieuwe visie op de bouw van boerderijen in Europa ontwikkelde. Dat waren langgerekte bouwwerken en er werd gedacht dat ze in één keer waren neergezet. Mijn idee was, dat ze in fases waren gebouwd, dat er stukken waren toegevoegd al naar gelang de behoeften van de bewoners. Daar lachten de archeologen zich eerst krom om en vervolgens heb ik er een jaar of acht, negen niets over gehoord. Daarna werd mijn kijk op de ontwikkeling van die boerderijen vrij plotseling algemeen aanvaard, zonder dat overigens mijn naam daarbij werd genoemd.

Dissignac zijn geweest. Wie het boek leest, krijgt uitgebreid uitgelegd waarom we dat denken." IJzereef bladert terug naar pagina 32 en wijst op een tekening die wat doet denken aan een bierpul met een brede onderkant en een klein handvat. "Een ander voorbeeld, maar hetzelfde punt. Wanneer je bij voorbaat uitsluit dat deze afbeelding Engeland kan voorstellen, dan houdt het op. We vertellen een verhaal, we doen een poging om een aantal merkwaardige

"Maar zo hoeft het deze keer natuurlijk niet te gaan, dat realiseer ik me heel goed. En dan te bedenken dat we nog voorzichtig zijn gebleven, dat we Atlantis niet eens hebben genoemd. De archeologen gaan er tegenwoordig van uit, dat Atlantis het eiland Santorini m de Aegeïsche Zee is. Santorini is een vulkanisch eiland, dat door een uitbarsting grotendeels werd vernietigd. Dat Plato Atlantis letterlijk buiten 'de Zuilen van Hercules' plaatst, dus in de Atlantische Oceaan, zien ze voor het gemak maar over het hoofd. Een Atlantis dat in de oceaan is verzonken zou in ons verhaal passen, maar daarover zijn we maar niet begonnen. Het is hoe dan ook een vervelende bijkomstigheid, dat veel van wat wij beschrijven onder water terecht is gekomen vanwege de stijging van de zeespiegel. De oude havens van Bretagne liggen nu in zee en sommige velden met menhirs zijn ook geheel of ten dele overstroomd. Nog een geluk dat de bouwers verstandig genoeg waren om ze

WCS OKTOBER

I996

17

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's

VU Magazine 1996 - pagina 429

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's