GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1996 - pagina 397

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1996 - pagina 397

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

niet georganiseerd. En ook bij de mens zijn er voldoende aanwijzingen dat hij door zijn neurobiochemische machinerie wordt 'geregeerd'. Vrije wil exit? Hoe dan ook: welke argumenten hebben dierethici nu eigenlijk nog om hun zaak op te funderen? Als blijkt dat dieren ook al niet over subjectieve ervaring kunnen beschikken dan lijkt het als objectief of filosofisch gepresenteerde fundament onder de dierethiek volledig in te storten. Blijft over: leed. Kunnen dieren lijden? "Wie wil voorkomen dat dieren nodeloos lijden", schreef Bait Vooizangei in het aprilnummer van wcs, "doet er goed aan ervan uit te gaan dat ze tot lijden in staat zijn, zolang het tegendeel niet is gebleken. Wie wil weten of dieren lijden doet er goed aan die vraag open te laten tot zich duidelijke aanwijzingen voor een antwoord aandienen." Welnu, we kunnen het niet zéker weten. Maar er zijn aanwijzingen dat dieren kunnen lijden, ja, dat ze moeten kunnen lijden. Allereerst moeten we onderscheid maken tussen pijn en leed. Als we alléén pijn zouden voelen, dan zou dat in neurofysiologisch opzicht niet wezenlijk verschillen van andere lichaamsgewaarwordingen. Als dit alles was, dan zouden we slechts een bepaalde voorstelling van een lichaamsverandering ervaren, zonder dat ons dit erg verontrustte. Kennelijk gebeurt er meer. Als gevolg van de pijngewaarwording wordt onmiddellijk een golf van volgende veranderingen in de lichaamstoestand ontketend. Dit heeft te maken met de emotie die de pijn 'begeleidt'. Nu is het deze emotie die ons het onaangename gevoel van leed bezorgt. Waardoor ervaren we leed? Doordat ons organisme dat dicteert - het is een voorgevormd mechanisme. Het nut van dit mechanisme (pijn en emotie) kan zijn dat de pijnvoorstelling ons in een toestand van verontrusting brengt. Het waarschuwt ons, waardoor de waarschijnlijkheid wordt vergroot dat we acht zullen slaan op pijnsignalen en iets zullen ondernemen om de oorzaken te vermijden en de gevolgen te herstellen. Dit proces biedt de beste kans op overleving. Er zijn zelfs concrete aanwijzingen dat dit proces zich inderdaad zo voltrekt. Zo verhaalt de neurobioloog Antonio Damasio van een neurologische operatie verricht ter bestrijding van een extreem hevige vorm van aangezichtspijn, waarvan achteraf bleek dat de pijn als zodanig niet was verdwenen, maar wel de emotionele reactie erop. Het resultaat: de patiënt voelde zich prima! Van lijden was geen sprake meer; en dus ook niet meer van alle waarschuwende signalen die lijden veroorzaakt. Als dit proces voor mensen opgaat, is het beslist niet ondenkbaar dat het ook voor dieren geldt. Ook dieren zouden dan een vorm van lijden moeten ervaren. Immers, waarom zouden wij, mensen, adequatere overlevingsmechanismen hebben dan dieren? Oké, misschien lijden mensen sneller en nog wat heviger. Al is het alleen al doordat wij over een verleden en een toekomst 'beschikken'. Als de kiespijn toeslaat, dan weten we op grond van eerdere ervaring, dat die niet meteen weer overgaat. En dat is een wetenschap die het leed nog wat kan vergroten (alleen al de rampzalige gedachte dat we pas morgen bij

de tandarts terecht kunnen!). Het spectrum van mogelijk lijden zal bij dieren daardoor wat minder breed zijn; er is een levendige fantasie voor nodig en veel vrije tijd, iets waarover de meeste dieren niet kunnen beschikken. Kakkerlakken De mogelijkheid van dierlijk lijden is in elk geval iets waarop dierethici zich in hun strijd tegen bijvoorbeeld dierproeven kunnen beroepen. Toch lijkt me de vraag minstens zo relevant of wij dieren met zorg en respect moeten behandelen omdat ze bepaalde vermogens zouden hebben, of dat we someso goede redenen hebben om dieren met zorg en respect te behandelen. Het beantwoorden van de vraag of dieren bewustzijn of subjectiviteit kennen, staat in wezen volstrekt los van de redenen waarom we ze (doorgaans) met zorg en aandacht behandelen. De kwestie is namelijk dat we een chimpansee toch al met meer zorg zullen behandelen dan een bacterie. Waarom? Nou gewoon, omdat zijn gedrag ons een beetje doet denken aan dat van een mensenkind, en een mensenkind behandelen we nu eenmaal ook met zorg en respect, zonder deze lieve dieren op de aanwezigheid van bewustzijn te onderzoeken! We moeten überhaupt beseffen dat die zorg en dat respect zich op een glijdende schaal bevinden: van fikse dosis voor de hogere zoogdieren tot geen enkel zoals bij het doodslaan van huisvliegen, waarbij niemand ons op de vingers zal tikken vanwege dieronvriendelijk gedrag. Ik vraag me dan ook af waar de protesten van de dierethici zouden blijven als voor dierproeven alleen kakkerlakken werden gebruikt. "Waarom is het erger een condor te doden dan een koe?", vraagt de filosoof Daniel Dennett zich in zijn boek 'Darwins dangerous idea' (1995) af. Waarom is het erger sieraden te maken van de slagtanden van een olifant dan van de kiezen van een paard, verondersteld dat we dat zouden doen? Waarom is het erger een kolibrie te doden dan een qua massa overeenkomstige hoeveelheid algen? Duidelijke antwoorden op deze vragen zijn nauwelijks te geven. Behalve dan dat we het klaarblijkelijk een onprettig idee vinden dat de toch al beperkte voorraad 'levend wild' nog verder wordt ingekrompen. Maar onprettig vinden we zoveel zaken. We zouden ons ook ellendig voelen als morgen al onze middeleeuwse kathedralen met de grond gelijk werden gemaakt. Toch trachten we niet vast te stellen of die kathedralen over bewustzijn beschikken. Nee, het zijn gewoon waardevolle objecten die het verdienen om te worden behouden. De idee dat we kathedralen met zorg en respect dienen te behandelen, is nu eenmaal onze overtuiging; een overtuiging die weer deel uitmaakt van de ideeënwereld waarin wij allen leven. Om precies dezelfde reden doet het ons goed te weten dat er tijgers en beren zijn die nog in het wild leven. En dan maakt het niet uit of deze dieren bewustzijn hebben of niet.

w c s SEPTEMBER I996

37

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's

VU Magazine 1996 - pagina 397

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's