GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1996 - pagina 342

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1996 - pagina 342

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

veranderen, aan het industrialiseren en het moderniseren. Het probleem was dat in grote delen van het land nog een vooroorlogse mentaliteit heerste, georiënteerd op het kleinschalige, agrarische leven. Die mentaliteit moest worden aangepast aan de veranderde, gemoderniseerde omstandigheden. De sociologen, vonden vooral de sociologen zelf, waren daarvoor de aangewezen professionals. Met hun kennis van zaken waren sociologen bij uitstek in staat om de massacultuur op de hedendaagse economie af te stemnren. Zij waren de ingenieurs van het sociale leven. Als er 'onmaatschappelijk' gedrag gesignaleerd werd, stonden de sociologen met hun beleidsvoorstellen paraat om de zaken m goede banen te leiden.De verhouding tussen theorie en praktijk was nogal simpel. Een socioloog moest simpelweg proberen zijn wetenschappelijke inzichten in de praktijk te brengen. Dat lukte misschien niet altijd, want een mens heeft nu eenmaal niet alles in de hand. Of een wetenschappelijk inzicht verbreiding vindt, hangt immers ook af van zoiets als machtsverhoudingen en politieke belangen. Er zijn nu eenmaal politieke ijdeltuiten en carrièrejagers die wetenschappelijk onderzoek alleen willen gebruiken voorzover het in de eigen kraam te pas komt. Als de inzichten al worden opgepikt, gebeurt dat vaak op een andere manier dan de socioloog zich dat had voorgesteld. Dat laat Erik Snel trouwens ook mooi zien in zijn boek. Dit neemt niet weg dat de socioloog in principe, gezien zijn opleiding en zijn denkkader, een superieur inzicht heeft in de samenleving. Hij bezit het begrippenapparaat om de ontwikkelingen in de samenleving op een verhelderende wijze te interpreteren. Die wetenschappelijke kennis verheft zich duidelijk boven de alledaagse kennis. En wie eenmaal in het bezit is van die wetenschappelijke kennis is ook het beste toegerust om maatschappelijke problemen op te lossen.

Nostalgisch Dat soort zekerheid bestaat niet meer. Het vertrouwen in de professionele deskundigheid en de probleemoplossende vermogens van de sociologie is verdwenen. Maar wat blijft er dan over? De zelfverzekerdheid van de oude sociologie is weg, maar ook het spreken over 'de crisis van de sociologie' is verstomd. Van een sociologische 'gemeenschap' die heftige debatten voert over het eigen vak, lijkt tegenwoordig al evenmin nog sprake te zijn. Dat merkt Lodewijk Biiint, hoogleraar sociologie aan de Universiteit van Amsterdam, op in een recent nummer van 'De sociologische gids'. De ondertoon van zijn bijdrage is lichtelijk nostalgisch, in de jaren zeventig was zo'n debat er nog wel. Wie debatteert met een opponent moet wellicht het gevoel hebben met die ander wat gemeen te hebben. Maar die sociologische gemeenschap lijkt nauwelijks nog te bestaan. Zij is grotendeels uiteengevallen in 'kundes', zoals bedrijfskunde, vrijetijdskunde, verzekeringskundc; vroeger onderdelen van de sociologie, tegenwoordig op eigen benen staand. Nog maar zo'n vijftien jaar geleden, schrijft Brunt, was bijvoorbeeld de medische sociologie een bloeiende subdiscipline van de sociologie, maar nu zijn de medisch

58

WCS JULI - AUGUSTUS 1 9 9 6

sociologen uitgewaaierd over het brede en onoverzichtelijke veld van de 'gezondheidszorg'. Sociologen kruipen onder de vleugels van de 'moederdiscipline' vandaan en zoeken elders hun toevlucht. Door 'klassieke' sociologen wordt die ontwikkeling doorgaans betreurd. Al die 'kundes' worden beschouwd als intellectuele lichtgewichten; heel erg gericht op de praktijk en niet op wetenschappelijke verdieping of debat. Maar mogelijk dat in diezelfde discussie-rijke jaren zeventig, al de kiem voor deze ontwikkeling is gelegd. Misschien is juist door de toenmalige debatten de gemeenschap een tikje uit elkaar gevallen. In eerste instantie was de richtingenstrijd immers geen uiting van een overtuigd pluralisme. Elke richting dacht voor zichzelf de waarheid in pacht te hebben. De onzekerheid was een tijdelijke aangelegenheid, tot het moment dat de sociologie zichzelf als wetenschap opnieuw gedefinieerd had. Het was een onzekerheid bij gebrek aan beter. Maar gaandeweg drong ook de overtuiging door dat die onzekerheid misschien inherent was aan het vak. Is het wel mogelijk met een algemeen denkkader elk maatschappelijk veld te overzien? Is de samenleving misschien niet ook te complex voor alomvattende theorieën? En bovendien waren sociologen heel goed geworden in het ontmaskeren van 'deskundigheidsclaims' van diverse beroepsgroepen; ze relativeerden de rol van experts. Maar wie de expertise van een ander in twijfel trekt, mag dat ook wel eens bij zichzelf doen. Het kost in ieder geval meer moeite je als deskundige op te werpen. Specialisatie is een antwoord op deze 'crisis van de sociologie'. Een specialist heeft in de sociologie - en niet alleen daar - lang de reputatie gehad van 'vakidioot': een enigszins bekrompen figuur voorzien van kolossale oogkleppen. Maar in de goede zin van het woord betekent specialisatie dat .ik mij als socioloog (of anderszins wetenschappelijk geschoolde) probeer te verdiepen in bijvoorbeeld het terrein van de gezondheidszorg of van het onderwijs. Maar daarbij kan ik het mij niet veroorloven al te zeer buitenstaander te blijven. Ieder maatschappelijk terrein vergt een eigen aanpak. Algeraene, sociologische theorievorming is daarbij al gauw te grof. Dat soort expertise is niet zo geloofwaardig. Een meer bescheiden vorm van expertise, berustend op een gedegen kennis van zaken op een specifiek terrein, lijkt daarentegen verre van misplaatst. Dat soort deskundigheid gaat vermoedelijk ten koste van het familiegevoel van de sociologie. Ook sociologen worden groot, ontgroeien de 'moederdiscipline', waaieren uit en herkennen elkaar na verloop van tijd nauwelijks nog. Ze staan als vreemden tegenover elkaar. Als ze tenminste nog wel eens tegenover elkaar staan. De relativering van de eigen sociologische deskundigheid maakt de grenzen van het vak poreus. Wie niet zonder meer zeker is van de intellectuele superioriteit van de sociologie, zal zich niet helemaal laten insluiten door één wetenschappelijke discipline. Kenner worden van een maatschappelijk probleem-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's

VU Magazine 1996 - pagina 342

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's