VU Magazine 1996 - pagina 305
LANDSCHAP
Voedselarm regenwaterveen
foto; Natura / Fred Hoogervorst
We zijn in de Groote Peel, op de grens van Zuidoost-Brabant en NoordLimburg. Op de foto zien we een fraai voorbeeld van een restant van een hoogveengebied. Sinds de tweede helft van de vorige eeuw is ruim driekwart van het veen ontgonnen, en van de 'splinters' die overbleven is de Groote Peel een van de meest aantrekkelijke. Dit gebied ligt in de zogeheten centrale slenk die van zuidoost naar noordwest dwars door Midden-Limburg en Oost-
20
WCS JULI - AUGUSTUS
I996
Brabant loopt. Al miljoenen jaren is het gebied aan het dalen. Enorm dikke sedimentpakketten zijn er gedurende die tijd afgezet. In de ondergrond zitten dunne leemlagen, die afvoer van regenwater verhinderen. Aan het einde van de laatste ijstijd, zo'n twaalfduizend jaar geleden, lag in die centrale slenk een zachtgolvend dekzandlandschap. Op de laagste plekken, in de afvoerloze depressies tussen de dekzandheuveltjes, is zich veen gaan vormen.
Die veenvorming werd zo'n vier- tot vijfduizend jaar geleden versterkt, in het midden-Holoceen. In die periode, die we ook wel 'Atlanticum' noemen, steeg het zeeniveau sterk en daarmee het grondwaterpeil. Ook viel er meer neerslag en maakte naaldbos plaats voor loofbos, dat veel minder water verdampt. Het werd al met al dus een stuk natter, en dat werkte de veenvorming in de hand. In de laagste depressies bevindt zich voedselrijk veen. Naarmate het veen
boven het grondwaterpeil uitgroeit, wordt het voedselarmer. Op een zeker moment is het veen over het oorspronkelijke reliƫf heengegroeid. Er ontstonden zogeheten kussenvenen, die vooral door regenwater worden gevoed. Een voorbeeld van dergelijk voedselarm regenwaterveen zien we op de foto. Het veenmos, waarvan de blaadjes enorm veel water kunnen opnemen, is hier begroeid met allerlei grassen en een enkele berk.
De onregelmatig gevormde plas water is het restant van een wilde vervening door boeren. Het zwarte veenmos in de ondergrond werd vanaf ongeveer 1870 op grote schaal weggegraven en gebruikt voor turf. Aan het gebied dat we op de foto zien is men kennelijk niet toegekomen. Er is in ieder geval niet veel veen systematisch weggehaald. Dit beschermde veengebied zal niet zomaar verdwijnen als we er niets aan doen. Maar willen we weer actieve
veenvorming in deze plassen bevorderen, dan moeten we wel zorgen dat ze niet droogvallen. De grondwaterstand moet dus behoorlijk hoog zijn. Hoger in elk geval dan de boeren in de omgeving voor wenselijk houden. Eduard Koster is hoogleraar geomorfologie aan de Universiteit Utrecht. Interview: Mark Traa.
WCS JULI - AUGUSTUS
I996
21
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996
VU-Magazine | 568 Pagina's
![VU Magazine 1996 - pagina 305](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/vu-magazine/vu-magazine-1996/1996/01/01/1-thumbnail.jpg)