GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1996 - pagina 103

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1996 - pagina 103

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

in de Cellastic-collectie van het RIOD. Drs Rienk Kessenich mocht de docum e n t e n inzien die Wim Klinkenberg werden onthouden. De 160 pagina's tellende doctoraalscriptie die Kessenichs onderzoek opleverde, lag bijna zes jaar voorzien van een compleet embargo in het RIOD - in afwachting van een omvangrijker onderzoek waarvan het tot dusver niet is gekomen. Kessenich stemt nu in met publicatie van zijn bevindingen, die in vele opzichten een nieuw licht werpen op de Cellastic-affaire en - vooral - op de rol van de Nederlandse geleerden. Kessenich concludeert dat "de vraag of De Haas, Ketelaar, Kistemaker en Zwartsenberg hebben gecollaboreerd met de Duitsers alleen met een volmondig 'ja' beantwoord kan worden". Het bewijs voor een relatie tussen Cellastic en het na-oorlogse ultracentrifuge-onderzoek kon Kessenich aan de hand van de RIOD-coUectie niet leveren. Maar over Kistemaker concludeert de onderzoeker onder meer: "Duidelijk is dat Kistemalcer op meerdere momenten en tot de dag van vandaag in bescherming is genomen door de Nederlandse regering en andere overheidsinstanties. [...] Kistemaker heelt het ware verhaal nooit verteld, maar ook nooit hoeven vertellen". PRO-DUITS

Foto boven: W.f. de Haas, (rechts op de foto) in het Kamerlingh Onnes Laboratorium. Daaronder van links naar rechts: f.A.A. Ketelaar, 1948 (foto Universiteitsmuseum de Agnietenkapel); f. Kistemaker, 1980 (foto KNAW): f.W. Zwartsenberg, rond 1980 (foto archief 'Open')

Het ware verhaal van Cellastic laat zich moeilijk reconstrueren. Een halve eeuw na dato zijn belangrijke archiefstukken verdwenen en sleutelfiguren overleden. Wat er aan documenten rest, levert het beeld op van een complex netwerk van personen en instanties. Wie nagaat dat Wim Klinkenberg vrijwel geen authentieke documenten had om zijn aantijgingen te staven, begrijpt hoe zwak zijn positie is geweest. Uit de RIOD-dossiers die Rienk Kessenich inzag, wordt echter duidelijk dat de Cellastic-zaalc niet voor niets uitgroeide tot de Cellastic-affaire. De N.V. Handelsmaatschappij Cellastic dateert van februari 1937; het bedrijf verhandelt en exploiteert octrooien en licenties. Tot februari 1939 is het bedrijf gevestigd aan de Keizersgracht, daarna aan de Herengracht in A m s t e r d a m . In de zomer van 1940 brengt Rudolf Ruscheweyh, een Duitse commissaris van de firma, een bezoek aan het bedrijf, gekleed in het uniform van Sondeifühiei van de Wehrmacht. Hij deelt de Nederlandse directeur mee dat deze zijn taken dient over te dragen aan Hendrik: Willem Frederik Kleitei. Kleiter is naar eigen zeggen een in 1921 tot Nederlander genaturaliseerde Zuidafrikaan. Direct na de Nederlandse capitulatie toont hij zich zeer pro-Duits. De Duitse bankier Alfred Plesche is voorzitter van de Raad van Commissarissen van Cellastic. Flesche is echter ook een spion in dienst van Abteilung I van de Ahwehistelle NiedeiWETENSCHAP,

CULTUUR

lande. Enkele dagen voor de Duitse inval in Nederland wordt hij gearresteerd, met een envelop gericht aan de Duitse militair attaché op zalc. Hierin bevinden zich documenten over onder meer de Hollandse waterlinie. Flesche wordt opgesloten, maar de Duitsers laten hem kort na de bezetting vrij. Flesche kent de vermaarde natuurkundige prof.dr Wander lohannes de Haas, mede-directeur van het Leidse Kamerlingh Onnes Laboratorium, waar onderzoek naar lage temperaturen wordt gedaan. Samen zitten ze in de Raad van Commissarissen van de N.V. Carp, een bedrijf dat internationale patentzaken doet op koeltechnisch gebied. Ook Kleiter is als zakenrelatie van Flesche betrokken bij Carp. Tussen september 1939 en mei 1940, zo ontdekte Kessenich, ontmoeten Flesche en De Haas elkaar geregeld. "Gezien Flesche's achtergrond", schrijft de onderzoeker, "moet zijn betrokkenheid als zeer belastend voor De Haas worden aangemerkt." Als Flesche de Leidse professor op een zeker moment vragen stelt over het falen van magnetische mijnen, ruikt De Haas onraad en licht hij minister van oorlog /. van Dijk in. Deze hecht echter niet veel waarde aan de mededeling en onderneemt geen actie. In maart 1942 verhuist Cellastic naar de Groot Heret> SAMENLEVING

33

- MAART

1996

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's

VU Magazine 1996 - pagina 103

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's