GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1996 - pagina 262

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1996 - pagina 262

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

vak' is vergaan, vertellen ze in 'De keuken van vVrgus', een bundel die is opgedragen aan de initiator van de cursussen, Frans Kempeis. Het boek heeft als ondertitel 'achter de schermen van de journalistiek', maar de meeste bijdragen gaan over wetenschapsjournalistiek. De bijdragen waarin wetenschapsjournalisten zelfreflectie toepassen, zijn het aardigst. Broei Scholtens (chef wetenschap van De Volkskrant) beschrijft hoe zijn redactie wordt overspoeld met artikelen van amateurwetenschappers die menen het definitieve bewijs te hebben gevonden dat de relativiteitstheorie van Einstein écht niet deugt. Voorlichtster Karin Jongbloed van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen ("Soms moet ik erg hard lopen voor de journalisten") vertelt hoe onderzoekers gortdroge rapporten op haar bureau deponeren met de opmerking 'Hier, maak er maar wat moois van'. Freelancer Maarten Evenblij (o.m. De Volkskrant) constateert dat de 'wetenschapsjournalistieke reportage' in de gedrukte media aan het verdwijnen is. Met tegenzin belt hij soms zijn verhalen bij elkaar: liever registreert hij de lichaamstaal van onderzoekers in hun laboratorium. Radioverslaggeefster Jacqueline de Vree is van mening dat "de diversiteit in de wetenschapsbijlages" aantoont dat de wetenschap zelden voor echt groot nieuws zorgt. "Wel produceert zij aan de lopende band een veelheid van kleine of iets minder kleine nieuwe feitjes en inzichten, waarvan pas na lange tijd vastgesteld kan worden of ze werkelijk tot die stap voorwaarts leiden die de onderzoekers in hun enthousiasme voorzagen. Zo bezien is de rol van de wetenschapsjournalist eerder die van trend-watcher dan van journalistieke luis in de pels, en daarbij speelt een 'fijne neus' een belangrijker rol dan 'nieuwswaarde'." (MT)

gaat voeren, en dat de raad zich onder veel meer met alleszins zinvolle zaken als analyse, onderzoek en research, public relations/voorlichting, dataverzameling en -beheer zal gaan bezighouden. Pas op pagina twee krijgt de lezer indirect het signaal dat Bve wel eens zou kunnen staan voor beroepsonderwijs en volwasseneneducatie. De BVE-raad moet nog een hele hoop leren, begrijpen wij, met name op het gebied van die public relations/voorlichting.

Wij Nederlanders zijn gretige afkorters. En we gaan er graag van uit dat iedereen onze afkortingen ook direct en zonder nadere uitleg zal begrijpen. "BVE-raad opgericht", meldt een opgewekt, uit Amersfoort afkomstig persbericht. Er zijn maar liefst negen organisaties bij die raad betrokken, lees ik: ABB, Aoc-raad, AWE, BPCO,

Locv, Lovwj, VAN, VBKO en, last but not least de Vereniging BYE. Prettig dat ook de (het?) VAN bereid gevonden is mee te werken. Maar waar al die afkortingen voor staan, inclusief die van de Bve-raad zelf, blijft een raadsel. Wel dat minister Ritzen er diep voor in de buidel heeft moeten tasten, dat de heer Borstlap de directie over het Bve-bureau

Naast een onbedwingbare lust tot afkorten bestaat er de vergelijkbare neiging delen in te slikken van met name woorden en woordcombinaties die uit hoofde

Deskundocratie Onze samenleving wordt steeds meer gedomineerd door deskundigen. De media citeren met graagte rapport X en studie Y, terwijl praatprogramma's vol jargon worden gepompt. Of het nu gaat over 'gekke-koeienziekte', het broeikaseffect of psychische problemen op de werkplek - steeds wordt een deskundoloog erbij gehaald. Als wetenschappers laten we ons die rol maar al te graag aanleunen, want het geeft ons weer status en daardoor de mogelijkheid nog verder te studeren. Immers, dankzij ons 'meten is weten' kunnen er overal betere beslissingen worden genomen, nietwaar?! In deze complexe maatschappij is er zoveel onzekerheid dat menige besluitvormer dankbaar is voor alle denktanks en planbureaus vol computergestuurde beslismodellen. Onze wereld lijdt aan 'Informatie-overlast' stelde communicatiewetenschapper Van Cuilenburg in zijn oratie aan de Vrije Universiteit al tien jaar geleden. Je vraagt je af hoe men nog een verstandig besluit kan nemen, vooral als je bedenkt hoe tegenstrijdig de adviezen vaak zijn. Want deskundigen zijn het bijna per definitie met elkaar oneens. Hun interpretaties lopen uiteen en ze worden vaak ingehuurd om het tegendeel van andermans werk te 'bewijzen'. WETENSCHAP,

CULTUUR

et) SAMENLEVING

24

van een beroep veelvuldig moeten worden gebezigd. Zo had tijdens de perikelen rond Fokker een valcbondsleider het bij voortduring over "de neese gering" als hij het Kabinet Kok bedoelde. Bijna net zo koddig als zijn collega die een voorliefde voor het woord 'buitengewoon' benadrukte door steeds op de beginletter even te blijven hangen en daarbij één oog dicht te knijpen. Eenzaam maar niet alleen: een Utrechtse dal<:bedekker biedt zijn diensten aan als "uw isolatiepartner". D. PRINSEN

Bijna alle deskundigen houden slagen om de arm in hun rapporten; kennis is immers nooit absoluut. Ook de natuurwetenschappers moeten met deze onzekerheden leren leven, zoals bijvoorbeeld blijkt uit de discussies over de mogelijke klimaatveranderingen als gevolg van het broeikas-effect. Daarbij is niets menselijks die wetenschappers vreemd. Elke dominante uitspraak wordt ogenblikkelijk nageplozen en heel vaalc a priori betwijfeld. Eén van de meest controversiële aspecten is de onafhankelijkheid van de deskundige. Maar al te vaak ben ik zelf ook betrokken geweest bij studies waarbij de opdrachtgever duidelijk belang had bij een bepaalde uitkomst. Dit heet in de VS een sweetheart statement en is helaas ook in Nederland aan de orde van de dag. Wat we nodig hebben is een soort wetenschapstribunaal, waar men een trans-wetenschapscontroverse kan aanmelden. Na een aantal controverse-hoorzittingen zou deze Hoge Wetenschappelijke Raad dan een uitspraak kunnen doen over de contextuele merites van de voorliggende kennis.Tot dat moment raad ik besluitvormers en managers maar aan zich te baseren op het eigen gezonde verstand, intuïtie plus een dosis gezond volksgevoel. Het is niet alleen veel helderder, maar ook goedkoper .

- JUNI

1996

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's

VU Magazine 1996 - pagina 262

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's