GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1996 - pagina 153

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1996 - pagina 153

1 minuut leestijd Arcering uitzetten

De dokter als beterweter In 'de zaak-Chabot' die diende voor het medisch tuchtcollege was R.H. van den Hoof dakkei, voormalig hoogleraar biologische psychiatrie in Groningen en ook bekend als de dichter Ruiger Kopland, een belangrijke getuige. Dat Chabot, de psychiater die een viouw de middelen verstrekte waarmee zij zichzelf het leven kon benemen, een berisping kreeg, is vooral toegeschreven aan de verklarinR. gen van Van den Hoofdaldcer. De wezenlijke vraag in die zaak was of een psychiater moet meegaan in het verlangen van een zwaar depressieve vrouw niet langer te leven. Gaat het hier om een weloverwogen en in alle vrijheid naar voren gebracht verlangen? Die mening was Chabot toegedaan. Of is dat doodsverlangen nu juist een symptoom van de ziekte die de psychiater behoort te bestrijden? Dat laatste vond Van den Hoofdalcker. De hulp bij zelfdoding had niet mogen plaatsvinden. De psychiater had de vrouw moeten behandelen, desnoods tegen haar wil in, en haar eventueel een dwangbehandeling laten ondergaan. Deze stellingname is interessant omdat die iets te mal<en heeft met een van de twee grote thema's in de beschouwingen van Van den Hoofdalcker. Zijn eerste belangrijke thema is dat hij als biologisch psychiater consequent wijst op de beperkingen van de biologische psychiatrie; op een heel zinnige en verstandige wijze weet hij de eenzijdige visie dat menselijk gedrag uitsluitend wordt bepaald vanuit de hersenen, onderuit te halen. Het andere grote thema is de verhouding tussen psy-

voor hun patiënten. Wat dat betreft is Van den Hoofdalcker consequent gebleven. Maar hij handelt daar niet altijd naar. In de zaalc-Chachiater en patiënt. En op dat bot was Chabot eigenlijk de terrein vind ik hem veel 'democratische' psychiater, minder overtuigend. degene die naar zijn patiënte Een aantal van de in het wenste te luisteren en haar boek 'De mens als speelverlangens serieus nam. Van goed' opgenomen beschouden Hoofdalcker was de 'auwingen is al eerder gepubliceerd, in 1970. Uit die stuk- toritaire' psychiater, degene die wist wat goed voor zijn ken spreekt een jarenpatiënte was en niet haar zestigachtige opstandigheid doodsverlangen wilde hotegen het medisch establishment. 'Het bolwerk der noreren. Ik ben geneigd het met Van den Hoofdalcker eens te zijn, daar niet van. Maar een dergelijke H. VAN DEN H O O F D A K K E R affaire laat wel zien dat de idealen van Van den Hoofdalcker in de pralctijk begrenzingen kennen. De verhouding tussen arts en patiënt kan kennelijk niet altijd even gelijkwaardig zijn, er blijft hoe dan ook een verschil in positie en macht. Ik zou graag willen weten waar die begrenzingen in het democratisch ideaal precies liggen, wanneer de psychiater het recht op zelfbeschikking van de patiënt behoort te negeren. Het negeren van zulke dilemma's geeft de beschouwingen van Van den Hoofdalcker over de relatie beterweters' is de veelzegtussen arts en patiënt bijna gende titel van een van zijn iets wereldvreemds, terwijl stukken. En dat geeft ook hij dat in de pralctijk toch wel aan waar het Van den niet is. Misschien dat hij Hoofdalcker om te doen is. nog eens een stuk schrijft Hij verzet zich tegen het over de wijze waarop de odium van onfeilbaarheid zaalc-Chabot zijn opvatting van artsen en hun vanzelfover het eigen vale genuansprekende autoriteit. Hij ceerd heeft; een stuk waarin pleit voor een meer gelijkhij verantwoordt waarom de waardige, open verhouding dokter soms wel een betertussen arts en patiënt. De weter móet zijn. (KN) arts mag best eens iets meer twijfel en onzekerheid vertonen. Dat standpunt is Van den Hoofdal<:ker blijven innemen. Weliswaar is de rebellerende toon in zijn stukken afgezwakt, maar ook in zijn laatst geschreven stuk, R.H. van den Hoofdakker, 'De uit 1994, schrijft hij dat het mens als speelgoed', Bohn Stafleu hem ergert dat dokters altijd Van Loghum; Kosmos - Z & K menen te weten wat goed is Uitgevers, 1995 f. 34,90.

DE MENS ALS SPEELGOED

WETENSCHAP,

CULTUUR

et) SAMENLEVING

27

- APRIL

1996

John Kenneth Galbraith, 'Wezeldeconomie in deze eeuw: verslag van een ooggetuige'; Anthos, f. 34,90 De hoogbejaarde Galbraith staat bekend als een van de beroemdste economen van deze eeuw. Hij is onder andere adviseur van de regering-Kennedy en ambassadeur in India geweest. Vrijwel alle belangrijke gebeurtenissen van deze eeuw heeft hij van nabij meegemaalct: de Eerste Wereldoorlog, de Russische Revolutie, Roosevelt en zijn New Deal, tot de val van het communisme aan toe. Galbraith schrijft in dit boek commentaren en analyses van al deze politieke en economische gebeurtenissen vanuit zijn persoonlijke ervaringen. Maurice Weyembergh &> Mare Van den Bossche (red.), 'Het einde van de geschiedenis-, over Francis Pukuyama en Peter Slater dijk'; Sun, f. 29,50. Het einde van de geschiedenis zou aanstaande zijn. Voor de Amerilcaanse denker Francis Fukuyama is dat een heuglijk feit, de liberale democratie en de markteconomie hebben zijns inziens gezegevierd; de belangrijkste ideologische concurrent, het communisme, heeft het loodje gelegd. Daarmee is de geschiedenis als het ware op een eindpunt gekomen. De Duitse denker Peter Sloterdijk is daar evenwel minder van overtuigd. Hij vraagt zich af of we niet op een catastrofe afstevenen; ecologische problemen, cynisme en levensmoeheid, het wordt er allemaal niet beter op. In dit boek confronteren Belgische wetenschappers deze haalcs op elkaar staande standpunten met elkaar.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's

VU Magazine 1996 - pagina 153

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's