GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1997 - pagina 60

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1997 - pagina 60

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hier stuiten wij weer op het Rorschach-probleem. Het brein heeft altijd iets omhanden en is daarom nooit vrij in de zin die Cage zo graag zou willen. Het zal altijd proberen de ongestructureerde klanken van een stuk van Cage onder te brengen in structuren die het op muziekgebied kent en heeft opgeslagen. Wanneer er zich te weinig aanknopingspunten aandienen zal het brein al snel zijn belangstelling verliezen en de muziek niet langer volgen. Door de scheidslijn tussen georganiseerd geluid (muziek) en ongeorganiseerd geluid (natuur) zoveel mogelijk op te heffen heeft Cage zeker een rol gespeeld in het ter discussie stellen van een aantal zaken die tot dan toe als vanzelfsprekend werden ervaren in het componeren, maar zijn extreme keuze voor het toeval, zonder bewerkingen van het brein toe te laten, heeft geen muziek van betekenis opgeleverd (iets dat hij trouwens ook niet nastreefde). Toeval lijkt alleen maar interessant te zijn als het opereert binnen bestaande structuren. Elk brein is anders. Degene die zich langdurig met de muziek van Schönbeig heeft beziggehouden zal de muzikale structuur in die muziek herkennen. Een ander zal in die muziek niets dan chaos horen. Het muzikale aanbod roept bij hem geen enkele herkenning op. Misschien is het daarom ook beter om het woord chaos te vervangen door 'nog onherkende orde'. Valéry beweerde dat het kenmerk van het brein juist het in beweging zijn ervan is en dat het kunstwerk, eenmaal voltooid, afgesneden is van het proces waaruit het is voortgekomen. De vlinder kan niet terugkeren naar het rupsenstadium. Toch zijn er kunstenaars die op subtielere wijze dan in het geval Cage hebben geprobeerd die beweging van het brein in kaart te brengen. Daartoe moest de vorm waarin zij werkten zo los mogelijk worden gemaakt, zo min mogelijk de kenmerken van een gestructureerd en dus gestold geheel vertonen. De Franse dichter Francis Ponge begon met het schrijven van prozagedichten waarin hij probeerde de meest voor de hand liggende objecten en verschijnselen te beschrijven alsof hij ze voor het eerst onder ogen kreeg. Zijn eerste bundel 'Le Parti Pris des Choses' verscheen in 1942. Na de oorlog vroeg een Zwitserse uitgever hem of hij niet wat nieuwe teksten had. Ponge antwoordde toen dat hij alleen maar wat biouillons, kladjes, had. De uitgever, Mermod in Lausanne, stelde hem voor dan die kladjes maar te publiceren. Dat boek, dat in 1952 verscheen, kreeg de prachtige titel mee 'La rage de l'expression'. Het voorstel van de uitgever bracht Ponge op een idee dat hij in de rest van zijn werk niet meer los zou laten. In plaats van het publiceren van kant en klare teksten, publiceerde hij voortaan alleen de stadia die een tekst doorliep. Hij streefde niet langer naar een eindproduct, maar probeerde de werking van zijn brein te adstrueren aan de hand van alle exercities die hij rond een onderwerp uitvoerde. Zo verscheen er in 1977, 'Comment une figue de paroles et pourquoi' (Hoe een vijg van woorden en waarom), een bock van ruim 200 pagina's geheel gevuld met opzetjes voor een tekst over een vijg. Bij het schrijven ging hij uit van de discrepantie tussen het woord voor het ding en de

60

wcs

JANUARI/FEBRUARI

1997

oneindig aantal mogelijke definities van dat ding, tussen de stilstand van het woord en de voortdurende beweging van de wisselende definities. Daarmee ondergroef hij op speelse manier het schijnbaar vastliggende verband tussen een ding en het woord voor dat ding. Zijn teksten bieden louter mogelijkheden zonder tot een definitieve keuze te komen. Daardoor lijkt de beschreven wereld in beweging te blijven, zich te ontdoen van de stollende werking van de ultieme beschrijving. De Amerikaanse dichter John Ashbery probeert in zijn werk het terrein voor het opdoemen van die eerste regel te betreden, een gebied waarin de poëtische instelling nog geen uitdrukkingswijze heeft gevonden. In een interview met de Paris Review uit 1980 brengt hij het als volgt onder woorden: "Ik denk dat ik meer geïnteresseerd ben in de beweging tussen ideeën dan in de ideeën zelf, meer in de manier waarop je van het ene op het andere komt dan in het doel of de oorsprong ergens van." Ik heb dat streven zelf eens geprobeerd weer te geven in een kort gedicht. Veulen

De golven van het denken in kaart te brengen (niet wat zij vervoeren) hoogstens hun nabeeld even trillend te koesteren en dan weer weg te schenken aan volgende schittering Net voordat een gedicht begint, dat moment Het kent nog geen grenzen alleen spanning die om ontlading vraagt en bliksemsnel een beeld munt Veulen dat nadampend nog in de wei te wankelen staat.

Als zij de helft van de t i j d zichzelf niet kennen...

(vertaling: J.Bernlef en Peter Nijmeijer) Oude kathedralen, oude markten, gedegen dingen En oude straten, men voelt zich voortdurend afgesneden Als zij snel voorbijlopen, geen flauwekul, knollen en rapen, zoals zij in liedjes verzeilen: Men hoeft zich niet beledigd te voelen Of buitengesloten alleen omdat het trage doel Eronder zo duidelijk is. Omdat iemand er gewoon is. Toch is het een opluchting omhoog te kijken Naar de vochtige, onnauwkeurige hemel, Rondwoelend in eenzaamheid. Ontroostbaar...

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1997

VU-Magazine | 434 Pagina's

VU Magazine 1997 - pagina 60

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1997

VU-Magazine | 434 Pagina's