GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1997 - pagina 334

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1997 - pagina 334

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

de grens lag, welke grap hij nooit zou maken, antwoordde hij dat hij de ziekte van Prins Claus nooit zou bespotten. Ook een cabaretier kent zo zijn normen van burgerlijk fatsoen. Beeldreligie Taboes lokken grappen uit, want het dodelijk ernstige vraagt er bijna om, ermee de draak te steken. Grappen, zo heet het, kunnen taboes aan de kaak stellen, ze kunnen het heilige en onaantastbaar ogende banaliseren. Humor als wapen in de strijd tegen taboes. Tegelijkertijd zou het een ramp voor de humor zijn wanneer er geen taboes meer waren; ze vormen de vruchtbare voedingsbodem waarop grappen kunnen gedijen. Op taboe-gebied heeft een grote opruiming plaatsgevonden. In enkele decennia tijd lijken we op een geheel andere planeet te zijn gearriveerd. Eens in de zoveel tijd valt op de Nederlandse televisie een herhaling te zien van het legendarische 'Beeldreligie' uit het programma 'Zo is het toevallig ook nog eens een keer', waarin een presentator een geloofsbelijdenis aflegt jegens zijn god, de kijkbuis. Dat programma werd ooit als buitengewoon kwetsend ervaren en riep een storm van verontwaardiging op. Maar tegenwoordig is die opwinding nauwelijks nog navoelbaar; waar maakten die mensen zich eigenlijk druk om, toch niet om zo'n saai en braaf stukje televisie? Het is hetzelfde soort bevreemding wat zich van veel mensen meester maakt waiineer moslims zich kwaad maken op Solman Rushdie. Is men dan niet in staat in te zien dat het in 'De Duivelsverzen' gaat het om literatuur, om een betrekkelijk onschuldige satire? Traditionele taboe-onderwerpen als seks, religie en koningshuis hebben veel van hun aantrekkingskracht verloren. Hoewel grappen over seks een zeer geliefd genre blijven, moet je tegenwoordig toch vrij ver gaan om nog werkelijk te kunnen choqueren. Een striptekenaar tekende onlangs een necrofiel die boven een open graf masturbeerde, maar niemand die vervolgens om censuur riep; er kon zelfs geen Kamervraagje van af. Humor heeft iets anarchistisch, zeggen de kenners, omdat zowel de anarchist als de grappenmaker er op uit zijn de beperkingen die de taal en de instituties ons opleggen, te overschrijden. In die zin heeft humor een zekere maatschappijkritische betekenis. Humor stelt nutteloze verboden ter discussie en prikt de ballon van de opgeblazen autoriteit door. Die vorm van humor heeft haar angel langzaamaan verloren, er valt weinig meer door te prikken. Cabaretiers en striptekenaars moeten steeds verder gaan, steeds extremer worden in hun grappen, om nog een klein beetje te kunnen choqueren; en dan nog is de reactie van het publiek vaak: kijk ons toch eens fijn gechoqueerd worden. Het is een bijna wanhopige speurtocht naar taboes; er moet toch nog ergens iets zijn dat niet voor de volle honderd procent bespreekbaar is. Want als je er over kunt praten is het taboe al bijna doorbroken, is de gedachte. "Wij zijn in hoge mate woordfetisjisten. We denken dat het volstaat om tien keer door een microfoon 'seks' te roepen opdat seks voortaan geen taboe meer zou zijn", merkte de filosofe Patricia de Maxtelaeie ooit op. Want dat er veel grappen worden gemaakt over incest, wil nog niet zeggen dat het incest-taboe op een of andere wijze ter discussie wordt gesteld. Het taboe is stevig verankerd in de inoraal.

38

wcs

SEPTEMBER/OKTOBER

1997

Toch bestaat-ie wel, humor met een potentieel gevaarlijke, taboe-doorbrekende kracht. Het gaat om humor die niet is terug te vinden in cabaret-programma's, in strips of televisie-comedy's, maar die in kroegen en voetbalkantines des te vaker te horen valt: het zijn de moppen over minderheden en over buitenlanders. Het is de humor van de straat, niet die van het theater. Deze vorm van humor is niet maatschappij-kritisch maar eerder maatschappij-bevestigend. Het is moeilijk om in deze humor enig anarchisme te ontdekken, of het moest zijn dat aan het verzet tegen het gebod der verdraagzaamheid een subversieve kracht wordt toegekend; een rechts anarchisme, als het ware. Taboes worden m de minderhedenhumor ter discussie gesteld, niet om grenzen te verleggen, maar om grenzen te verscherpen. Het is de grens tussen wij en zij, de gevestigden versus de buitenstaanders, de blanken versus de gekleurden, die in de moppen bevestigd wordt. Het is een spotternij op kosten van anderen, lachen om minderheden die altijd minder zijn. Terwijl seks en religie als taboe een kwijnend bestaan leiden, is het taboe op racisme met de verkleuring van de Nederlandse samenleving krachtiger dan ooit geworden. Er is geen culturele voorhoede die vindt dat we op dat gebied eens aan het grensverleggen moeten slaan. Er is alleen de smoezelige avant-garde van Janmaat, en die club, vinden alle ruimdenkende, taboevrije burgers van Nederland, moet als het even kan de nek worden omgedraaid. Want niemand, bijna niemand, wil serieus van het taboe af. Tegelijkertijd is er een spanning tussen wat je wel en niet kunt zeggen, tussen het gebod om minderheden als gelijken te behandelen en de constatering dat ze vaak zo anders zijn. De humor kan zich moeiteloos in dat spanningsveld nestelen en tot bloei komen. Overkill "Wanneer mag je een Turkse vrouw in haar gezicht spugen? Als haar snor in de fik staat." Deze gore grap is niet afkomstig uit extreem-rechtse kring, maar is in 1995 door de antropologe Giselinde Kuipers voor haar afstudeeronderzoek verzameld op middelbare scholen. Sommige scholieren moeten om dit soort grappen lachen, niet omdat ze de strekking van de mop - dat Turkse vrouwen zichzelf slecht verzorgen, haargroei hebben op ongewenste plaatsen en dat je ze geweld mag aandoen - op enigerlei wijze onderschrijven, eerder omdat ze weten dat dit soort humor eigenlijk niet kan. Het is de leeftijd, zegt men dan ter verklaring. En daar zit wat in. Scholieren zijn gevoelig voor de grenzen van het toelaatbare. Zoals het spannend is om te ontdekken hoe ver je kunt gaan met drank, is het opwindend om te experimenteren met een beschavingstaboe. Wat niet wil zeggen dat degenen die zo'n grap vertellen en zij die er om lachen, racisten in spe zijn. Taboe-doorbrekende humor lijkt onderhevig aan wetmatige inflatie: steeds harder, steeds gemener. Dat de minderheden het moeten ontgelden, is niet nieuw. Ooit was er een uitgebreid repertoire van jodenmoppen, waarbij joden te kijk werden gezet als geldbelust en langneuzig. Het grote verschil is dat die moppen door joden zelf in omloop werden gebracht als een vorm van zelfspot. En dat is een belangrijk verschil. Bij het vertellen van grappen is de sprekende persoon niet on-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1997

VU-Magazine | 434 Pagina's

VU Magazine 1997 - pagina 334

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1997

VU-Magazine | 434 Pagina's