GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1997 - pagina 128

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1997 - pagina 128

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

sadist: hij heeft het grootste plezier om een krantenverhaal waarin een kind het slachtoffer is van een ongeluk en dientengevolge "het licht van een zijner ogen moet missen" - hij is dol op zulke uitdrukkingen. Erger nog dan kinderen zijn mismaakten, hulpbehoevenden of ouderen. Zijn oplossing is simpel: "een slag achter de oren met een zware staaf en dan in de kalkput." De sadist lijkt zijn vitaliteit te ontlenen aan het naar beneden trappen van mensen die toch al weerlozer lijken dan hijzelf is. Hij zuigt kracht en levenslust op uit de zwakte van anderen. Het liefst zegt Frits van Egters zijn vrienden de meest verschrikkelijke dingen recht in het gezicht. Bijvoorbeeld wanneer hij op bezoek is bij de ouders van een kind dat een jaar oud is geworden, zegt hij dat het kind waarschijnlijk jong zal sterven of dat het helemaal scheef zal groeien. Of hij confronteert zijn vrienden met fysieke aftakeling, een opschuivende haargrens vindt hij reden genoeg om zo snel mogelijk een einde aan je leven te maken. Maar ook in zoiets ogenschijnlijk neutraals als de beschrijving van de tafelmanieren van zijn ouders zit iets sadistisch. Hij vindt die weerzmwekkend maar tegelijk kan hij er zijn ogen niet van afhouden; hij zal en moet ze heel gedetailleerd beschrijven. Alsof hij uit het weerzinwekkende mogelijk toch nog een soort genot weet te peuren. Ontkleurd Wat is dat toch, dat mensen lust doet beleven aan het pijnigen van anderen en zichzelf? Het lijkt zo tegenstrijdig, pijn en genot hebben op het eerste gezicht niets raet elkaar gemeen. Wie geniet lijdt in ieder geval eventjes niet, en wie pijn lijdt geniet niet. Pijn kan toch niet heerlijk zijn? Laat ik te rade gaan bij iemand die een specialist is op dat gebied: Markies de Sade. In een van zijn geleerde vertogen stelt hij dat wellust opgeroepen kan worden door de emotie die we zien in de persoon die we begeren. Nu kun je die geliefde persoon beminnen en op die manier een emotie van genot bewerkstelligen. Als een ander geniet, luidt de

48

wcs

MAART/APRIL

1997

redenering, geniet ik zelf ook. Maar laten we wel wezen, dat is tamelijk ingewikkeld, niet iedereen heeft het talent, de jeugd of de kracht om een bekwame minnaar of een goede vriend te zijn,- bovendien kan de ander - de vrouw - altijd voorwenden dat zij geniet. Genot is goed vervalsbaar, pijn niet. Geen enkele gevoelsaandoening is zo krachtig, zo direct en zo onontkoombaar als pijn. Het aardig zijn voor iemand brengt geen schok teweeg, het pijnigen wel; en het is die schok van emotie bij de ander, die een schok in ons zelf veroorzaakt; een schok die onze zinnen prikkelt, die ons lustgevoel verhevigt. Hoe krachtiger de schok, des te sterker het lustgevoel; zoals het orgasme een plotseling, hevig schokgevoel is, zo is de lichamelijke of psychische pijniging dat in zekere zin ook. Hij die het hele lichaam van de vrouw plotseling ontregelt en in de war brengt, zal dus de grootste lust proeven, beweert de Markies: "in overeenstemming met deze opvattingen zal een egoïstische wellusteling, die ervan overtuigd is dat zijn genot hevig zal zijn in de mate waarin het volkomen is, als hij de mogelijkheid ertoe heeft een zo groot mogelijke dosis smart opleggen aan het wezen dat hem dient, doordat hij de zekerheid heeft dat wat hij aan wellust zal ontvangen, afhankelijk is van de emotie die hij veroorzaakt zal hebben." De lust van de sadist is onmiskenbaar, zoals Sade dat zonder scrupules vermeldt en propageert, een egoïstische lust. De sadist is niet in staat de pijn van een ander te voelen, de pijn van de ander is immers het genot voor hemzelf. De sadist is niet in staat tot liefde of tot gevoelens van vriendschap; zoals Frits van Egters voor zijn ouders alleen maar haat kan voelen en het onduidelijk blijft wat hij nu precies leuk vindt aan zijn vrienden. De fysieke beschrijvingen die hij van hen geeft, lijken voornamelijk afkeer uit te drukken. Eigenlijk zijn ook zijn vrienden vooral lelijk en afstotelijk. Zo heeft hij het bijvoorbeeld over de 'ontkleurde ogen' van een van zijn vrienden. Maar het is de vraag aan wiens ogen dat ligt. De blik van Frits van Egters is een kille, afstandelijke blik; een blik waaruit geen enkele affectie straalt, alles

waar hij naar kijkt, krijgt iets afstotends en wordt grauw en grijs. Zijn verachtende blik ontkleurt alles. De sadist Van Egters zit opgesloten in zichzelf, niet in staat om dichter bij zijn vrienden of familie te komen. Die naasten heeft hij niet nodig voor sympathie en wederzijds medeleven, maar om ze de stuipen op het lijf te jagen, om ze dusdanig te choqueren met zijn wrede verhalen dat ze in verwarring raken. Door de schok van die emoties bevredigt hij zijn lusten. Dubbelzinnige gevoelens Een sadist vindt bijna alles saai. Het hele leven van de sadist staat in het teken van de strijd tegen de verveling. Hij kan moeilijk ergens opgewonden over raken, is snel afgeleid, kan zich niet ergens blijvend op concentreren. Hij heeft hele krachtige prikkels nodig om de leegte te verdrijven. En pijn is zo'n krachtige prikkel die in ieder geval voor een momentje enige opwinding kan teweegbrengen. Dat zoeken naar pijnlijke opwinding is niet altijd spectaculair. In bijna ieder is op bepaalde momenten wel iets sadistisch aan te wijzen. Het kan bij veel mensen nogal alledaagse vormen aannemen. Ik ken iemand die het niet kan laten om een paar maal per dag eventjes zijn vrouw te plagen, haar even te confronteren met iets wat ze niet helemaal goed heeft gedaan en vervolgens een beetje zout in de open wond te strooien. Ook bij zijn zoontje kan hij het niet laten: eventjes moet hij hem snel het speelgoed afpakken. Hij is zich ervan bewust dat het niet erg aardig is, maar het is een tweede natuur van hem geworden, zegt hij bij wijze van verklaring. Zonder dat soort pesterijtjes gaat de voor hem noodzakelijke spanning in de omgang met mensen verloren, dan slaat de verveling toe. Frits van Egters heeft dit verveelde gevoel in verhevigde mate. De tien dagen uit zijn leven zoals beschreven m 'De avonden' staan in het teken van de rusteloosheid. Voortdurend constateert hij hoe langzaam de uren verstrijken, dat nog maar de helft van de avond voorbij is en dat hij niet meer weet wat hij moet doen, en dat hij zich in gezelschap te

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1997

VU-Magazine | 434 Pagina's

VU Magazine 1997 - pagina 128

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1997

VU-Magazine | 434 Pagina's