GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1997 - pagina 86

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1997 - pagina 86

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Collie veroorzaakt schandaaltje Dat was even schrikken voor de lezers van het eerbiedwaardige Tijdschrift voor Diergeneeskunde: een vier pagina's tellend artikel over een homeopathische case. 'Hoe het similiaprincipe van de homeopathie uitkomst bood in een noodsituatie', luidt de kop boven het stuk van R.f. Opmeer, homeopathisch dierenarts te 's-Gravenzande. De noodsituatie blijkt te bestaan uit een zes jaar oude collie die per ongeluk paardenontwormingsmiddel had binnengekregen. Opmeer beschrijft hoe hij het vergif volgens homeopathische principes verdunde en vervolgens toediende. Een uur na de eerste slokken van het preparaat ging de tot dan toe hondszieke hond al aan de riem mee naar buiten, "alwaar het dier tijdens een wandeling van circa I kilometer actief urineerde". Daarna ging het alleen nog maar beter met de collie, en het resultaat was een tevreden baasje èn een tevreden homeopathisch dierenarts. Opmeer mag uitleggen dat "organen of orgaansystemen electromagnetische energie (EME) uitzenden, elk met zijn specifieke golflengte. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen positief en negatief geladen EME. De positieve EME beweegt zich rechtsdraaiend voort, de negatief geladen EME linksdraaiend. (...) Bij zieke organen/orgaansystemen wordt een overmaat aan linksdraaiende energie uitgezonden."

Zo gaat dat een hele poos door, nog wel onder de rubriekskop 'Wetenschap'. De hoofdredactie achtte het passend een naschrift te plaatsen, waarin zij meldt dat de referenten die het artikel hadden beoordeeld "terughoudend" waren. Niettemin ging plaatsing gewoon door, volgens de hoofdredactie in de hoop dat er discussie op gang komt. Want: "Een therapie kan werken ook al is het werkingsmechanisme (nog) onbekend". In een reactie op het naschrift toont homeopaat Opmeer zich daarover verheugd: "Ook zelf raak ik na zoveel jaren ervaring met de homeopathische geneeswijze nog telkens gefascineerd door de ontdekking dat de gehele kosmos bestaat uit een wonderlijk samenspel van energieën". "Een klein schandaaltje", zo betitelt dr A. Rijnberk, hoogleraar geneeskunde van gezelschapsdieren in Utrecht, de plaatsing van het artikel in een tijdschrift waarvan hij nota bene in de wetenschappelijke redactie zit. Rijnberk overweegt die positie op te geven, want het Tijdschrift voor Diergeneeskunde hanteert het begrip 'wetenschappelijk' volgens hem wel èrg ruim. Er zijn al minstens drie ingezonden brieven onderweg naar de hoofdredactie, weet Rijnberk te melden. Het gewraakte artikel heeft hij vóór verschijning niet onder ogen gekregen. In mei vindt de jaarvergadering van de

wetenschappelijke redactie plaats, en dan zal de kwestie zeker aan de orde komen. Ook Rijnberks collega dr J. Fink Gremmels, hoogleraar vergelijkende farmacologie van huisdieren en geen lid van de wetenschappelijke redactie, is ongelukkig met het artikel. "Hier heeft iemand uit de praktijk gerapporteerd", constateert ze. "De conclusie is wetenschappelijk niet verdedigbaar. Die arts gebruikte naast reguliere middelen een zelfbedacht middel, en schreef het effect toe aan het laatste. En weet u, dat voldoet niet eens aan de homeopathische criteria. Hij had niet de zuivere stof tot zijn beschikking, maar verdunde stomweg het diergeneesmiddel. Het zal duidelijk zijn: dit komt de geloofwaardigheid van het tijdschrift niet ten goede." Sandra Tummers, bureauredacteur van het Tijdschrift voor Diergeneeskunde: "Het artikel is door twee referenten beoordeeld. Zij hebben kanttekeningen geplaatst, maar de hoofdredactie besloot toch tot plaatsing. Tja, het is het verhaal van een prakticus, en die mensen krijg je toch al moeilijk aan het schrijven. Aan dergelijke artikelen stellen we toch wat minder strenge eisen dan aan andere." (MT)

Oinêéi-ï^ëtcsparadiis De juiste oplossing van de 'logikwiz' uit het decembernummer van WCS luidt als volgt: Brouwer is op maandag in het Compulab, op dinsdag in het Alfa-lab en op woensdag in het Archief-lab te vinden. Jenneskens zit op maandag in het Gamma-lab, op dinsdag in het Test-lab en op woensdag in het Compu-lab.

6

WCS

MAART/APRIL

1997

Scheepmaker verblijft op maandag in het Archief-lab, op dinsdag in het Gammalab en op woensdag in het Test-lab. Swarttouw is op maandag in het Testlab, op dinsdag in het Compu-lab en op woensdag in het Alfa-lab. Volkerak tenslotte vindt u op maandag in het Alfa-lab, op dinsdag in het Archief-lab en op woensdag in het Gamma-lab.

De tien cd's gaan naar: G. Nijenhuis in Rijsenhout, N. Lucassen in Amsterdam, R. Swarttouw in Den Haag, W.C. Burggraaf-van Steenbergen in Koudekerk aan de Rijn, D. van Soelen in Krimpen aan de IJssel, P. van Doorn-IJzerman in Doorn, J. Eigeman in Vries, A. Neutel in Leek, H.J. van der Maas in Rijswijk en F. van Canstein in Bodegraven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1997

VU-Magazine | 434 Pagina's

VU Magazine 1997 - pagina 86

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1997

VU-Magazine | 434 Pagina's