GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1997 - pagina 98

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1997 - pagina 98

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

zelf is die ontwikkeling heel wonderbaarlijk: het overleven van het kwetsbare. Of: 'het onwaarschijnlijke wint', zoals de filosoof Henri Bergson ooit schreef. Teilhard de Chardin heeft daarop voortgebouwd en aan die onwaarschijnlijkheid een religieuze invulling gegeven. Maar, afgezien daarvan, het is een ontwikkeling die tegen de stroom ingaat. Als je het heelal bekijkt zonder de planeet aarde daarin te betrekken, zou je nooit op het idee komen dat in die woestenij zoiets verfijnds als het menselijk brein kon ontstaan. Stephen Gould kan wel beweren dat dat allemaal toevallig is, maar het is wèl gebeurd. En daarom vind ik dat we in de eerste plaats met die wonderbaarlijke onwaarschijnlijkheid solidair moeten zijn, en niet zozeer met de natuur als geheel." Wat opvalt is dat u er kennelijk niet van houdt te moeten kiezen tussen absolute tegenstellingen. Dat geldt bij de keus tussen antropocentrisme of kosmocentrisme als het om natuurbescherming gaat, het geldt ook de keus tussen het geloof en de rede. Volgens velen sluiten die twee elkaar uit. U zoekt ook in die laatste controverse liever de gulden middenweg. "Ik geloof dat ik vrij verzoenend van aard ben. Maar men verwijt mij ook wel eens dat ik conflicten uit de weg ga." Conflicten die hij stellig niet uit de weg gaat zijn die welke betrekking hebben op de moeizame relatie tussen het geloof en het verstand. Want als het gaat om de scheidslijnen tussen wetenschap, ftlosofle en levensbeschouwing mag Theo de Boer de doorgaans heilig geachte grenzen graag overschrijden.

"Fysici kunnen me nog meer verte//en - ik hoor die zangeres zingen op het toneel; zij zit niet in mijn oor."

Zo heeft hij bezwaar tegen de algemeen aanvaarde kreet dat geloven begint waar het weten ophoudt. Dat die twee categorieën elkaar uitsluiten, bestrijdt hij. "Om die reden heb ik in een kerkblad wel eens geschreven dat we het woord 'geloven' maar beter kunnen afschaffen, wat me op een heleboel boze reacties kwam te staan. Wat ik bedoel is dit: als wijsgeer ga ik uit van het geheel van de ervaring - 'de ruimte van het volledig leven', zoals Lucebert dat noemt - en daar hoort wat doorgaans 'geloof' wordt genoemd ook bij. Ik mag mij verdiepen in de verhalen daarover. Die verhalen zijn belangrijk; die bepalen mijn leven." Zo'n houding heeft uiteraard ook consequenties voor De Boers visie op de bijzondere positie van de theologie als wetenschappelijke discipline. Om het potentiële conflict tussen religie en rede bij de theologiebeoefening aan rijksuniversiteiten in goede banen te leiden, is in de vorige eeuw een systeem uitgedacht waarbij de strikt wetenschappelijke vakken binnen de theologie - zoals kerk-

18

wcs

MAART/APRIL

1997

geschiedenis, godsdienstwijsbegeerte en godsdienstwetenschappen - gescheiden bleven van die waarbij het geloof als voorwetenschappelijk uitgangspunt diende - de dogmatiek met name. Dit systeem, dat met een Latijnse term als duplex ordo wordt aangeduid, heeft als fundament de gedachte dat God nooit object van wetenschappelijk onderzoek kan zijn, simpelweg omdat het geloof in Hem een subjectieve, niet door iedereen gedeelde aangelegenheid is. Theologie mag dientengevolge alleen wetenschap heten als zij 'methodisch atheïstisch' is dat wil zeggen: de vraag of God nu wel of niet bestaat buiten beschouwing laat. In zijn essaybundel blijkt De Boer het grondig oneens met deze waterscheiding tussen 'gelovige' en 'ongelovige' wetenschap, die hij "preuts" noemt. "Wat ik wil beweren", schrijft hij in een van de opstellen die hij aan de theologie wijdt, "is dat de huidige algemene opinie, dat wetenschap alleen op basis van het atheïsme mogelijk is, minder met wetenschapstheorie te maken heeft dan met cultuurgeschiedenis." Zo'n uitspraak is geen poging tot verzoening, maar vragen om moeilijkheden. Dat weerhoudt Theo de Boer echter niet van een heldere stellingname. "Want", zegt hij, gevraagd naar zijn beweegredenen, "de duplex ordo mag politiek gezien en op papier misschien een aardige regeling lijken, maar daarmee is deze wijsgerig nog niet geldig." Wat is er wijsgerig mis met dé stelling van de Leidse godsdienstfilosoof lïa.n Adriaanse dat de goddelijke Openbaring zich niet leent voor wetenschappelijk onderzoek, omdat zij niet 'openbaar' is - dat wil zeggen: niet voor iedereen toegankelijk en niet door iedereen als zodanig erkendl "Dat het een heel verkeerd argument is. Openbaring is wèl openbaar; er zijn toch religieuze ervaringen. Daar kan toch geen twijfel over bestaan? En op grond van een samengaan van dat soort ervaringen is toch ook de bijbel ontstaan? Er wordt door Adriaanse en anderen al te gemakkelijk beweerd dat openbaring iets is waar wij met ons verstand niet bij kunnen en dat we het daarom ook maar beter niet kunnen proberen. En verder wordt alles steeds herleid tot één enkel punt: God bestaat of God bestaat niet." Niet helemaal onbelangrijk, lijkt me. "Ik vind die vraag of God nu wel of niet bestaat juist helemaal niet belangrijk! Probeer nu eerst eens te achterhalen wat het belang ervan is dat God bestaat en wat dat betekent. Sartre heeft eens gezegd: 'De existentie gaat vooraf aan de essentie.' Ik keer het om. Laten we ons eerst eens afvragen wat het woordje 'God' betekent, los van de vraag of Hij nou bestaat of niet." En wat is die betekenisl "God wordt impliciet gedefinieerd door de verhalen over Hem. En verder kunnen we over God Zelf niets zeggen. Sterker nog: het wordt ons in het tweede gebod - dat van 'Gij zult u geen gesneden beeld maken' ~ zelfs uitdrukkelijk verboden om erover te speculeren. Paulus zegt: er is maar één beeld van God en dat is Jezus Christus."

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1997

VU-Magazine | 434 Pagina's

VU Magazine 1997 - pagina 98

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1997

VU-Magazine | 434 Pagina's