GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1997 - pagina 111

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1997 - pagina 111

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

•:-Uv

/ ' " - ^ -'%-^y^

S / ^ . ^

"% -•$ --^

gevoerde informatie van al onze afzonderlijke lichaamsdelen. We zijn, volgens hem, uitgerust met een informatieverwerkend systeem dat vrijwel automatisch onvolledige informatie over onze toestand - bijvoorbeeld in geval van ontbrekende of niet functionerende ledematen - completeert. Of er ergens iets aan ons ontbreekt, weten we nooit helemaal zeker, meent Dirksen. Enerzijds omdat we het gemis 'aanvullen', anderzijds omdat we het soms gewoon niet zien, horen of voelen. In een bekend verhaal van de Russische schrijver Sjalamov, een van de overlevenden van Kolyma - het Auschwitz van Stalin weet een gevangene te voorkomen dat hij zich moet doodwerken door zelf een van zijn handen zodanig te verminken dat deze moet worden geamputeerd. In het ziekenhuis heeft hij echter nog steeds gevoel in de hand die er niet meer is; hij blijft ondervinden hoe zijn vingers zich krampachtig vastgrijpen rond het handvat van een houweel of schop, de werktuigen van zijn slavernij. Fantoompijn wijst op het bestaan van een geheugen voor pijn. Maar dat is niet alles. Want dat een patiënt pijn heeft gevoeld aan een arm, al voor of tijdens de amputatie, dat hij die pijninformatie vervolgens heeft opgeslagen in een soort pijngeheugen, en dat de inhoud daarvan door het een of ander, ook lang na de amputatie, plots geactiveerd kan worden, wijst er op dat het geheugen onderdeel is van een soort sturingsmechanisme. Pijndeskundigen veronderstellen dat het gaat om een regelsysteem waarvan de werking lijkt op die van een thermostaat. We weten dat zo'n apparaat alleen dan werkt als er een norm of 'referentiewaarde' is ingesteld. In dit geval bijvoorbeeld dat we over een compleet lichaam moeten beschikken, opdat bij afwijking van de norm een alarm afgaat: pijn! Fysiologisch gezien is die norm de zenuwactiviteit in die gebieden van het centrale zenuwstelsel waar de waarneming van pijn tot stand komt: het ruggenmerg, de hersenen. Het vreemde is echter dat pijn ook kan aanhouden terwijl de alarmering zijn functie inmiddels heeft verloren: we zijn al op de hoogte. Dat komt omdat die referentiewaarde geen vaststaand gegeven is. Bij chronische pijn gaat een andere waarde als norm gelden. Langdurige activatie van het systeem dat voor de pijnwaameming verantwoordelijk is, maakt dat juist die verhoogde activiteit de nieuwe norm wordt. Anaesthesioloog Dirksen meent dan ook dat op die manier zonder actuele invoer van pijninformatie toch pijn gevoeld kan worden. Verantwoordelijk daarvoor is, zegt hij, het pijngeheugen waarin de nieuwe referentiewaarde ligt opgeslagen. Het gevolg is dat er geen verschil meer is tussen referentie en registratie. Pijn is de normale toestand geworden. Daarmee is overigens tegelijkertijd een mogelijk preventieve remedie gegeven: breng het systeem met behulp van pijnonderdrukkende middelen bij dat dat de gewenste norm de toestand 'pijnvrij' is. Men vermoedt dat psychologische factoren de 'thermostatische'

sturing van pijn kunnen beïnvloeden. Maar wie psychologische aspecten in zijn pijnonderzoek wil betrekken, stuit al vrij snel op een probleem. Het bestaan van de vraag 'Heb je je pijn gedaan?', betekent namelijk nog iets. Het blijkt niet altijd het vragen naar de bekende weg. Anders gezegd: aan een van pijn vertrokken gezicht hoeft niet altijd een pijnsensatie ten grondslag te liggen: het kan ook gaan om emotie zonder lichamelijke sensatie - kijk 's ochtends maar eens naar de gezichten in de trein - of misschien zelfs wel: emotie die een lichamelijke pijnsensatie oproept. Pijnonderzoekers maken daarom meestal een onderscheid tussen de lichamelijke sensatie en, wat ze 'het aversieve affect' noemen. De sensatie kan een externe oorsprong hebben - bijvoorbeeld druk of temperatuur - of een interne oorsprong, een brandend gevoel bijvoorbeeld. Affect heeft vooral betrekking op het niveau van lichamelijke activatie of op een bepaalde emotie: angst, verdriet, woede. Somatiseren Tot zover zijn er geen problemen met de pijndeflnitie van het lOSP; ze onderkent immers het bestaan van emoties. Maar dat bij sommige, vooral chronische pijnen de traditionele medische behandelingen tekortschieten, is voor het idee dat pijn een rechtstreeks gevolg zou zijn van een lichamelijke afwijking een belangrijk vraagstuk. Het maakt dat ook dit soort pijn een, althans voor onderzoekers, fantoomachtig karakter krijgt, vooral omdat een verwijzing naar gedrag in de definitie ontbreekt. En dat terwijl voor sommige patiënten juist pijngedrag het primaire probleem blijkt te zijn.

wcs

MAART/APRIL

1997

31

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1997

VU-Magazine | 434 Pagina's

VU Magazine 1997 - pagina 111

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1997

VU-Magazine | 434 Pagina's