VU Magazine 1997 - pagina 130

'iCêl f i * 'iW'JW^M

PVRCElM

De nneeste vogels vliegen, en zijn d a a r o m noodgedv/ongen k l e i n . Maar er zijn redenen genoeg o m forse

vogels niet als zeldzaam en ongewoon

Grote vogels

te beschouwen.

Tekst: Stephen fay Gould I Foto's: Rosamond

Purcell

De opeenstapeling van twee eieren in de foto hieronder - een van een zangvogeltje van gemiddelde grootte, de ander van een struisvogel, het voorbeeld bij uitstek van grote-vogeligheid lijkt een parodie op die beroemde zin uit een brief van Isaac Newton aan Robert Hooke: "Als ik inderdaad verder kon zien, dan komt dat doordat ik op de schouders van reuzen stond". Maar de zangvogel zou voor de struisvogel doorgaan als ik als bovenste "dwerg" het even fraai gevormde en verkalkte eitje van mijn favoriete landslak Cerion zou gebruiken. Die betrekkelijkheid van schaal brengt het bekende gedichtje van fonathan Swift in herinnering:

50

wcs

MAART/APRIL

1997

So, naturalists observe, a flea Hath smaller fleas that on him prey; And these have smaller still to bite 'em-. And so proceed ad infinitum. (Dus, zo zien natuurkenners, een vlo Draagt kleinere vlooien die hem plagen En die ook zelf weer vlooien dragen En die op hun beurt evenzo.)

En ik hoef mijn lezers er toch nauwelijks aan te herinneren dat diezelfde heer Swift onze cultuur het standaardvoorbeeld van dit intrigerende verschijnsel verschafte door een onveranderde Lemuel Gulliver of reus of dwerg te laten zijn, afhankelijk slechts van zijn tijdelijke verblijf in Lxlliput of Brobdingnag.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen