Toelichting der memorie ingediend door den algemeenen kerkeraad van Utrecht aan het classicaal bestuur van Utrecht den 21 September 1868 - pagina 11

9

en raken

bijkomstig

minst

Alleen

niet.

de in

hartader

der kwestie in het

laatste besluit concentreert

dit

zich het geheele geschilpunt.

men zeggen om den

wilde: voor het oogenblik

sla ik dit zijpad in,

vijand het onwaardige en

onhoudbare van

zijn stelling

aan

Het

als of

is

dat geschied

is,

.

.

.

te wijzen,

— maar

als

dan gaat het ook weer terug, terug

naar den zelfden breeden weg, waarop we ons voort-

bewogen, en waarop

maar de

gids,

een

niet

weten en geloof" ons tot banier zal

Maar

natuurlijk

gedragslijn niet

tot verweer, gezocht

Alleen

,

en dus oneerlijk waren.

wensch ik daarom nog even toe

Het en

is

kan

dat ik

maar wat meer

Kerkvisitatie

nu

Memorie

hier

tot

preteerd.

dat een juiste

geen andere slotsom

2.

slechts eens

mag gehouden worden.

zou willen herhalen,

En

niet

wat reeds in de

van

dit

gevoelen

wel wilde,

is,

nog even

staving

ik

uitvoerig

44,

tot

dan dat onder onze wetgeving,

leiden,

des jaars

art.

wetsinterpretatie,

aankomt,

hier alles

te lichten.

mijn innige vaste overtuiging,

eerlijke

van die

dat de gebruikte middelen

hoofdpunt, waarop

het

ge-

hebben laten bewegen zoo ik ook maar

vermoeden kon

van verre

„plicht,

zijn.

tot het volgen

zou mij

ik

van

driekleur

geestelijke

ons ten

artikelen-trits

is

aangevoerd,

opzettelijk

en

rekenschap geven van de wijze waarop Algem.

Regl.

door

mij

wordt

geïnter-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen