"Ons program" - pagina 492

TEN BESLUITE.

476

maar

hoofdbeginselen,

in de staatsrechtelijke toepassing of conservatief

of liberalistisch was.

sommige kringen

in de persoonlijke ontwikkeling, die, in

Een leemte

dan natuurlijk de vruchtbare moeder werd van begrips-

regel geworden,

verwarring en misverstand en

de mogelijkheid van een eenparige

zelfs

actie afsneed.

En

om

juist

ontkomiug aan

tot

weg

alsnu op een betereu

te

geraken, die van lieverlee

kon, was het derhalve noodig,

dit euvel leiden

kens en telkens weer, soms zelfs met schijnbaar overtollige heid

de verbindingslijnen aan te wijzen

,

,

die in het leven

tel-

omslachtigzelf

van

uit

het hart der antirevolutionaire beginselen naar elk speciaal punt in den

omtrek getrokken lagen.

Dan

om

toch, en dan alleen, heeft de antirevolutionaire partij het recht,

gehoor

staatkundige partij

als

ginselen

ons Staatsbeleid eeu vatbare,

maar tevens

regeling van § 327.

Onder

te

vragen, indien ze metterdaad be-

voor het geheel van

onder haar kleinoodiën bezit, waaruit

's

niet slechts bruikbare en voor verwezenlijking

met en door

alleen

die beginselen verkrijgbare,

lands zaken voortvloeit.

Eén formeel en drie materieele beginselen. die beginselen, voor zoover ze in deze schets ter sprake

kwamen,

was er één formeel, en waren er, wat de materie der zaak aangaat

Formeel, der zonde rechtstreeks

een

i.

te

Immers,

staan.

Ten

tweeërlei.

het

als

drie.

het feit

telkens voor

erkenning van de mensch

dit

feit

volgde

als

door de zonde

uit zijn eigen geest de

ware idéé van

het Staatsieven niet scheppen kan. leven,

kwamen we uit de

eerste

geworden,

denker

onzuiver

,

ten aanzien der vraag, waaruit de kennis der waar-

deze kan en moet geput,

ten

heid

d.

,

dat

En

,

ten andere, dat het menschelijk

door de zonde troebel en bedorven, de ideeën Gods omtrent

Staatsieven

zuiver

niet

meer

doorlaat.

Een dubbele

belijdenis, die

èn de doctrinairen èu de historische school van revolutionaire herkomst veroordeelt,

en

alsnu

openbaring,

die

tot

leidt: 1.

noodzakelijkheid

poneert

van een bijzondere

van Gods ordinantiën langs tweeërlei weg

door rechtstreeksche openbaring van Gods wil, en

de ordinantiën Gods juister licht te

Tegenover de niet

de

kennis

,

die in de

werpen en

zonde

bij

2.

door over

schepping en in de historie liggen

,

weer

dat licht er ons oog voor te doen opengaan.

alzoo sta

Gods Woord.

En

gebonden aan eenige pausel^ke uitlegging, maar

wel dat Woord, vrij

in zijn wer-

king blijvende en vat hebbend op de consciëntie.

En wat nu

de

drie

beginselen aangaat,

rakende de

materie

dev

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen