De Drie Formulieren van Eenigheid - pagina 76

58

CATECHISMUS.

XLIIL Zondag. 112.

Wat

Vr,

Dat

Antw.

wil het negende gebod?

niemand valsehe getuigenis geve, niemand

tegen

ik

woorden verkeere, geen achterklapper of

lasteraar

niemand

zij,

zijne

lichtelijk

onverhoord oordeele of helpe verdoemen; maar

en

driegen,

als

allerlei liegen en beeigene werken des duivels, vermijde, tenzij dat ik den zwa-

toorn Gods op mij laden wil. Desgelijks dat ik in het gericht en alle andere handelingen de waarheid liefhebbe, opreehtelijk spreke en bekenne; ook mijns naasten eer en goed gerucht naar mijn vermogen voorsta en

ren

bevordere. Spr.

Luc. 1.

6

19

5,

:

en 21

9

Joh.

37.

:

8

:

28.

:

44.

Ps.

15

:

Spr.

12

:

3 en 50

XLIV.

113.

Wat

Vr.

1

1

:

30.

Matth.

Cor. 13

:

6.

Efez.

harte aller zonden

Rom.

:

:

1.

25.

114.

7

Maar kunnen degenen,

Neen

zijn,

maar ook de

zij;

God bekeerd

die tot

zoolang

allerheiligsten,

met een ernstig voornemen

zij

de geboden Gods beginnen 1

:

Vr.

8.

Rom.

7

Waarom

Eerstelijk

hoe

langer

zonden

14, 15.

:

laat ons

niet alleen naar

Pred.

7

21.

:

1

Cor. 13

zij

in dit

doch alzoo,

sommige, maar naar

:

9.

Rom.

7

:

22. Ps.

1:2

1

?

opdat wij ons leven lang onzen zondelijken aard hoe dies te begeeriger zijn, de vergeving

de gerechtigheid in Christus

en

;

dan God alzoo scherpelijk de tien geboden

meer leeren kennen en

onderlaten

zonder

als

te leven.

prediken, zoo ze toch niemand in dit leven houden kan Antiv.

deze gebo-

zijn,

hebben maar een klein beginsel dezer gehoorzaamheid

alle

Joh.

wij ten allen tijde van ganscher

?

dat

115.

gedachte tegen eenig gebod Gods in

7.

:

Vr.

Antw.

lust of

vijand zijn en lust tot alle gerechtigheid hebben.

den volkomenlijk houden

der

7

4

Zondag.

nimmermeer kome, maar dat

hart

1

5.

van ons het tiende gebod?

eischt

Dat ook de minste

Antw.

leven

:

4:4.

Petr.

ons

Hom.

19, 20.

:

22 en 13

ons

en

benaarstigen,

te

Daarna, dat wij

zoeken.

God bidden om de genade

des

Heiligen Geestes, opdat wij langs zoo meer naar het evenbeeld Gods ver-

nieuwd

worden,

totdat

wij

deze

tot

voorgestelde volkomenheid na dit

leven geraken.

Rom. Phil. 3

:

3

:

20.

12, 13, 14.

1

Joh.

1

:

9.

Ps. 32

:

5.

Matth. 5

:

6,

Rom.

7

:

24.

Cor. 9

:

24.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen