De Drie Formulieren van Eenigheid - pagina 28

BELIJDENISSE DES GELOOFS.

10 goedheid

en

zoo

is

en onbegrijpelijk, dat Hij zeer wel en recht-

groot

werk beschikt en

vaardiglijk zijn

doet,

deloozen onrechtvaardiglijk handelen.

wanneer ook de duivelen en god-

En aangaande

'tgene Hij doet boven

het begrip des menschelijken verstands, hetzelve willen wij niet curieuselijk

meer dan ons begrip verdragen kan: maar wij aanbidden

onderzoeken,

met

verborgen

ons

die

Christi

en eerbiedinge de rechtvaardige oordeelen Gods,

ootmoedigheid

alle

zijn,

om

alleen

te

Woord, zonder deze palen onuitsprekelijken niets

'tgene

leerjongers

aanwijst

in

zijn

Deze leeringe geeft ons eenen

dezelve geleerd worden, dat ons

door

wij

wij

dat

ons

Hij

geval overkomen kan, maar door de beschikkinge onzes goeder-

bij

hemelschen Vaders, die voor ons waakt met eene vaderlijke zorge,

tieren

houdende

alle schepselen

hoofd (ivant

ons

leeren

te overtreden.

als

troost,

houdende

tevreden

ons

zijn,

die

onder

alle geteld

kan, zonder den wil onzes

geweld,

zijn

Waarop

Vaders.

alzoo dat

een haar van

niet

ooh niet één vogelken op de aarde vallen

zijn),

wij ons

verlaten,

wetende dat Hij

de duivelen in den toom houdt en alle onze vijanden, die ons zonder zijne toelatinge en

En

wille niet beschadigen kunnen.

hierover verwerpen wij

de verdoemelijke dwaling der Epikureën, dewelken zeggen, dat zich God nergens mede bemoeit, en laat alle dingen

gevalle geschieden.

bij

XIV. ^axi be sdjepptnge en ben

mi bes

mensdjen en

^tjn

ontiermogen tot

Wij gelooven dat God den mensche geschapen

hem gemaakt en geformeerd

aarde en heeft

mare

goeb.

heeft van het stof zijn

der

beeld en gelijkenisse,

rechtvaardig en heilig, kunnende met zijnen wil in alles overeen-

goed,

komen niet

naar

Ijet

met

den

verstaan,

wille

noch

zijne

Gods.

Maar

als

hij

in

eere ivas, zoo

heeft hij het

uitnemendheid erkend, maar heeft zich zelven

willens der zonde onderworpen, en overzulks den dood en der vervloekinge,

de

oore

dat

hij

zijn

hij

lijken

waardoor

en geestelijken doods.

verdorven

gaven,

:

die hij

geworden

hij

En

het gebod des levens,

overtreden, en heeft zich van God, die

ware leven was, door de zonde ^) afgescheiden

natuur verdorven

en

Want

biedende den woorde des duivels.

ontvangen had, heeft

zich schuldig in alle zijne

zijnde, heeft

hij

;

hebbende

gemaakt

zijne geheele

heeft des lichame-

wegen goddeloos, verkeerd

verloren alle zijne uitnemende

van God ontvangen had, en heeft niet anders overig be-

houden dan kleine overblijfselen derzelve, welke genoegzaam

mensch ^)

alle

onschuld te benemen

De Latijnsche

:

overmits

al

het licht,

tekst heeft: suo peccato, Aq ofEcieele Nederduitsche

dat

zijn

om

in ons

van 1619:

rfe

den is.

zonde.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen