Tractaat van de reformatie der Kerken - pagina 55
HET WEZEN EENER TOT FORMATIE GEKOMENE KERK. loovigen geformeerd lijk creatuur vormen.
zijn,
Om
en, buiten
God om, eenvoudig
dit niet,
maar
om Gods
29
een mensche-
formatie en alzoo
een wezenlijke en werkelijke kerk te zijn, moet ze zich conformeeren aan de door God verordende formatie. Niet de wil der geloovigen,
maar Gods
wil,
mende kracht
niet
menschenkeus maar Gods Woord moet de vorwording beheerscht. haar oorsprong en wording de gebondenheid van
uitoefenen, die haar
Vandaar reeds in aan het ambt. Dit beduidt, dat de saamgekomen geloovigen, die een kerk gaan formeeren, geen de minste macht over zichzelven en uit zichzelven, noch ook uit of over elkander hebben, maar dat zij saam hebben te knielen voor den Eénige, die macht over hen allen lieeft; d. i. voor den Heere hunnen God. Dat zij derhalve, zelven geen macht bezittende, dus ook geen macht kunnen op- of overdragen en dat hun derhalve niets anders rest, dan in gehoorzaamheid aan God mannen aan te wijzen, die niet door hen, maar door God en van Godswege met macht worden bekleed. Eerst door zulk een goddelijk ambt krijgt de kerk organen en de kerken
,
openbaart ze zich dus als organisme, en het is onder leiding van deze organen, dat de kring die zich geformeerd heeft, eerst in vollen zin kerk wordt of althans zich als kerk kan openbaren. Dit ambt kan of van buiten tot hen komen, óf uit hun eigen boe-
zem ontstaan. Het komt van
buiten in, bijaldien opzieners van andere kerken zulk een kring van geloovigen behulpzaam zijn in het formeeren der kerk. Of ook het ontstaat in zijn eigen boezem, indien zulk een kring van alle gemeenschap met naburige kerken afgesloten, door keuze, krachtens het ambt der geloovigen, personen aanwijst, van wie ze vraagt, dat
God
ze in het
Voor kerkformatie
ambt
instelle.
drieërlei eisch :ten eerste de werking van den Drieëenigen God in de gemeenschap der heiligen; ten tweede een wilsdaad der geloovigen tot aaneensluiting in onderwerping aan Gods Woord; en eindelijk ten derde het optreden van het a m b t, om de kerke Gods van alle andere maatschappijen te
blijft
alzoo
onderscheiden.
§
14.
Wat het wezen eener tot formatie gekomene kerk uitmaakt.
Bij eene kerk die tot formatie gekomen is, dient scherp onderscheid gemaakt tusschen den dezer formatie als zoodanig en het wezen der kerk dat in die formatie zich openbaart. Het wezen
vorm
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1883
Abraham Kuyper Collection | 240 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1883
Abraham Kuyper Collection | 240 Pagina's