Tractaat van de reformatie der kerken - pagina 82
HOEDANIG HET AMBT ALLER GELOOVIGEN
68
voor
zijn
genade
danken,
te
en
ambt heeft opgelegd,
een
eerst
IN
DE KERKE CHRISTI
ZIJ.
doordien koning Jezus mij
bezit ik alsnu in die
kerk een ver-
antwoordelijke macht.
ambt der geloovigen bestaat allereerst hierin, dat, waar de ambten wegvallen, het ambt der geloovigen er voor in trede. In een kerk op een eenzaam eiland, waar pestziekte plaats de Dit
regeerende
opeenmaal vigen
alle
ambtelijke .personen ten grave sleepte, zouden de geloo-
krachtens hun ambt in
zelven
de plaats van deze ambtelijke
en wel door onverwijld het ambtelijk werk te verrichten bij manier van waarneming, en voorts door nieuwe ambtsdragers te verkiezen. Het eene ambt schuift, bij wegvalling.
personen hebben op
zijn
des
taak
altoos
te treden,
op
het
naastkomend ambt over. Valt de Dienaar
Woords weg, dan komt de regeerende Ouderling
in zijn plaats
;
de Ouderling weg, dan neemt de Diaken zijn taak op; en valt ook de Diaken weg, dan treedt het ambt aller geloovigen er voor Een regel, die, gelijk we zien zullen, dus ook doorgaat, in plaats.
valt
waar de ambtsdragers niet door sterven of heengaan w e g-, maar door ongeloof en ontrouw afvallen, of door verzuim en hoogmoed te kort schieten; een helaas, maar al te breed veld, waarop als aanklacht tegen ambtsdragers en ouders, thans de Zondagschool en zoo menige andere (op zich zelf, onnatuurlijke en dus ongeoorloofde) inrichting staat, maar die als correctief onmisbaar bleken en dankbaar zijn te waardeeren. Toch is deze ambtelijke waarneming van anderer taak slechts een uitvloeisel van de meer algemeene taak, die in het ambt aller geloovigen besloten is, t. w. de plicht, om gestadig en rusteloos in zake van belijdenis, kerkregiment en eeredienst de beslissingen en daden der andere ambtsdragers te controlecren. Noo it mag een geloovige zich bij iets neerleggen, omdat de dienaren der kerk het zóó_uitwezen. Dat is Roomsch, niet gereformeerd. In een gereformeerde kerk moet elk geloovige zijn geestelijk oordeel hebben en dat oordeel laten werken; niet uit betweterij of bedilzucht, maar uit geestelijke gehoorzaamheid en dus nooit op grond van zijn opinie, maar uitsluitend naar het geestelijk verstand van den Woorde Gods. Aldus moet al hetgeen in de kerk beleden, beslist of bediend wordt steeds zijn gestadigen steun vinden in de geestelijk verlichte conscientie der geloovigen. En ontstaan er nu tusschen deze verlichte ;
conscientiën der geloovigen en de beslissing of handeling der Opzieners strijd, dan is het ambt aller geloovigen, zich hierover een oordeel te vormen, dit oordeel
geheimelijk lijk
mede
desnoods
als
te deelen,
publiek
met eerbiediging van het regeerambt dan
als
beklag
in te
eerst
brengen, en einde-
getuigenis algemeen te maken.
Een
zeer
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1884
Abraham Kuyper Collection | 226 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1884
Abraham Kuyper Collection | 226 Pagina's