Tractaat van de reformatie der kerken - pagina 54
HOE EEN GEFORMEERDE KERK DUURZAAMHEID ERLANGT.
40
oogenblik los van den geestelijken achtergrond der onzichtbare kerk. Het leven is onder den bodem en uit dien levensbodem schiet het op. Hun kerk is een levend organisme, waarvan de bladen verwelken mogen, maar om zich telkens in nieuw loof te verjongen. Vandaar dan ook dat hun vol verklaren van de nu uitgegroeide leden bij hen nooit een bloot formeel, maar altoos een geestelijk
telkens
Want natuurlijk moet elk nieuw lid door een opendaad de eerste kerkformatie helpen voortzetten. Of iemand een nieuwe kerkformatie helpt oprichten, dan wel in een bestaande als nieuw geboren lid optreedt, dit maakt niet het minste verschil. Een lid der kerk moet eenmaal in zijn leven hebben verklaard: „Ik ben een geloovige en als geloovige zoek ik de gemeenschap der heiligen met de andere geloovigen." En waar dit nu uitkomt? In een lidmatenboek? o, Gewisselijk, de Heere onze God is niet te geestelijk, om ons ook aan de orde van het geschrevene te binden. Maar toch, dat boek is slechts de catalogus van het leven, en het leven waarvan dat boek getuigt, is de belijdenis van eigen verdoemelijkheid en Christi heiligheid, bezegeld in de gemeenschap der heiligen aan het Avondmaal. Dat nu onder deze volgeworden leden, die ten H. Avondmaal komen, vele hypocrieten insluipen, laten de Gereformeerden aan het oordeel Gods over; indien zij slechts toezien, dat ze in den weg der gehoorzaamheid niet te kort schieten en alzoo niet ophouden door oefening der kerkelijke tucht gedurig dit hypocrietendom te besnoeien^ Indien het anders konde, zouden ook zij liever het hart beoordeelen; maar ze weten dat dit nu eenmaal Gods onschendbaar privilege is, zoodat de vurigste methodist, zoomin als zij, den inwendigen mensch kan doorgronden, en teleurstelling allerwegen een karakter draagt. lijke
wateren neerlaat. Zoo met wat God dan genoegen de Heere over hen verlaten dezen regel vast heeft, en stellen ze dat ze anderen ordineerd belijdenis, maar zich naar de zei ven, bij Gods zullen beoordeelen iegelijk beidt, die het peillood in die geestelijke
ze
zich
:
licht,
Bij
hun
naar het hart.
deze aanneming van volgeworden leden der kerk, of liever toelating tot het
loovigen intusschen minstens evenzeer handelend optreden
Avondmaal komende in
personen.
De
kerk
haar geestelijken wortel den band
in
blijft
als
de ten
een vergadering,
Christus heeft,
maar
in
zichtbare geen band heeft dan in onderlinge overeenstemming.
naar het H.
bij
H. Avondmaal, moet de vergadering der ge-
Avondmaal
verlangt,
kome, maar ook aan de kerk,
aan de vergaderinge der geloovigen blijve het onverkorte recht, in haar kring op te nemen of uit dien kring uit te sluiten.
die
het
Wie d.
i.
opi
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1884
Abraham Kuyper Collection | 226 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1884
Abraham Kuyper Collection | 226 Pagina's