Tractaat van de reformatie der kerken - pagina 193
REFORMATIE EN LEGITIMISME. haar
en
dienaren
kan
ooit
de
leden.
kerk,
Niets,
of haar
gehoorzaamheid
onder
1/9
wat vorm het ook optrede,
dienaren en leden van dien plicht der
ontslaan.
Opdat echter deze gehoorzaamheid geen dekmantel heeft elk kind van
woelen,
willig
legging
in
gehoorzaamheid men
schuld voor
zij
voor eigen-
vooraf zeer ernstig de over-
harten te toetsen, of de aandrift die
zijns
wel lust aan Dit nu meet
men
God
hem
drijft
metterdaad
zij.
het veiligst af naar deze beide vragen:
God
ligt
i*'.
over vroegere ongehoorzaamheid
;
of
en
de keuze zijner middelen zich ontziet om de eere zijns Gods te kwetsen. Vandaar ons dringen op verslagenheid onder het oordeel des Heeren, als uitgangspunt van alle goede reformatie, en niet minder op eerbiediging van het lichaam des Heeren in elke kerk, die nog 20.
of
men
in
van Satan. Vooral de overweging, dat Calvijn in Roek IV, hoofdstuk 2 paragraaf 12 van zijne Institutie zelfs van de Roomsche kerken nog ge„hoewel ze de wettige vorm van de kerk missen, ontken ik toch tuigt niet ganschelijk wegstierf of bezeten wierd
:
Gods onder hen zijn," gelegd naast het klare de kerk toch weer opbloeide, al was het ook dat
niet,
dat er nog kerken
feit,
dat
de
in
afgoderij
Israël tot
in
den
tempel
was
doorgedrongen,
weegt hier
zwaar.
Leidde men hieruit intusschen af dat derhalve ook dit tractaat in den toon viel van: „Niet door kracht of geweld, maar door den Geest des Heeren!" zoo zij daarop geantwoord, dat we dien uitroep ganschelijk verfoeien in den valschen zin, waarin hij gemeenlijk op der lijdelijken lippen zweeft, maar hoog houden en er met heel onze naar de betcekenis waarin de Heilige Geest dien ziel bijvallen, uitroep aan den profeet Zacharia heeft geopenbaard. Niet ernstig genoeg toch kunnen we het onze broederen op het harte binden, dat ze toch mogen aflaten van de onheilige gewoonte, om deze kostelijke Schriftuurplaats op zoo verregaande wijze te misbruiken, in zin en beteekenis te vervalschen, en ten slotte het tegendeel te laten zeggen van wat zij bedoelt.
Gemeenlijk toch haalt men deze woorden aan zonder op het verband gelet te hebben, en leidt er dan uit af, dat de Heilige Geest ons in deze woorden toeroept: „Gij, dienaren en leden mijner kerk, laat toch af van al uw eigen pogen tot reformatie. Daar komt toch niets van. Dat is alles kracht en geweld, dat toch niets nut. Gij hebt niets te doen, dan gewoon te prediken, en al het overige moet komen van mijnen Geest."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1884
Abraham Kuyper Collection | 226 Pagina's
![Tractaat van de reformatie der kerken - pagina 193](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/tractaat-van-de-reformatie-der-kerken/1884/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1884
Abraham Kuyper Collection | 226 Pagina's