Tractaat van de reformatie der kerken - pagina 122
VAN DE DEFORMATIE
I08
DEN EEREDIENST.
IN
hongerigen en bet genezen van den kranke; en eindelijk of zij, wel verre van tevreden met koud en koel en onbarmhartig uit te deelen de penningen die inkomen, er integendeel hun hart op zetten en niet rusten, eer al wat God nooddruftig maakte, ook geholpen zij door die liefde Gods, die de Heilige Geest uitstort in de kerk. En in de derde plaats eindelijk dient scherpelijk toegezien, of de kerke Gods bij dezen arbeid der liefde en des mededoogens, niet afgaat op gevoel, maar haar vastigheid zoekt in Gods Woord haar taak niet beperkt tot een aalmoes reiken aan den bedelaar, maar ook de ellendigen opzoekt, wier nood in het verborgene tot God schreit en bovenal of ze, naarmate de wateren van den nood klimmen^ ook de maat harer liefde wete uit te zetten, door ook als kerk zorg te dragen voor wat krank en gebrekkig, verlaten en verminkt is en aldus, in den naam des Heeren Jezus, zich te ontfermen over wie doof of blind, idioot of krankzinnig, kreupel of melaatsch, of met welk ander lijden bezocht is. En merkt men nu, helaas, dat dit machtig werk der liefde en des ontfermens kwijnt; dat de kunst om te geven niet meer verstaan wordt; dat de kerk liefst aan ande-
—
;
;
—
ren overlaat wat haar eeretaak
is; en dat de ellendige en nooddrufaangezicht van de kerke Christi afwendt, wetende dat daar zijn klachte toch geen gehoor is, dan mag en moet uit deze
tige zijn
voor I '
verdorring van de vrucht der liefde wel terdege het gevolg getrokken, dat zulk een kerk in haar wortel verkankerd is. ,, Zooveel ge dit
aan
niet dit
een
mijner minste broeders gedaan hebt, zooveel hebt
ook aan mij
§
Van
46.
„De
niet
gedaan,"
gij
haar dreigende veroordeeling.
is
de deformatie in den Eeredienst.
komt en
ure
bidden zullen
in
het goed
is nu, dat de ware aanbidders den Vader aanGeest en in Waarheid," sprak de Heere onze koning.
dan moet derhalve
onzen eeredienst de gewijde noodig is, om de aanbidding in den Geest waarneembaar te maken voor de gemeenschap der heiligen. Vandaar de strenge eischen door onze vaderen gesteld, om sober te zijn in den stijl en de opsiering onzer kerkge-
IZal vorm
bouwen
;
om
toegelaten,
geving stille
zijn,
bij
slechts zooverre in het zichtbare treden, als
het
nooit
van
wisseld,
alle
te
liefst
doen
geheel te mijden, maar wordt het
zijn
dan begeleiding;
om
met
prijs-
kunstmatig gezang, het zingen der gemeente de der ziel voor God te laten zijn om door rustig
alle
uitlating
nederzitten,
orgelspel
meer
;
met opstaan der mannen onder het gebed afgebeweeglijkheid in buigingen en omwendingen te voor-
alleen
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1884
Abraham Kuyper Collection | 226 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1884
Abraham Kuyper Collection | 226 Pagina's